Frank Wassenberg - Foto: Partij voor de Dieren
In een serie interviews geven kandidaat-Kamerleden hun visie op het landbouwbeleid. Vandaag deel 9: Frank Wassenberg, Partij voor de Dieren: “We zijn niet tegen, maar zijn juist voor boeren.”
Frank Wassenberg (54) is drie jaar landbouwwoordvoerder voor de Partij voor de Dieren. “Soms wordt wel eens gedacht dat wij tegen boeren zijn, maar wij zijn juist voor boeren. We willen dat ze een eerlijke boterham kunnen verdienen met een eerlijk productiesysteem. De afgelopen twintig jaar is het aantal boeren in Nederland gehalveerd, terwijl het aantal dieren niet is afgenomen. Dat vinden wij verschrikkelijk. Ik ben in Zuid-Limburg opgegroeid tussen de boeren. Dat het slecht gaat met de boeren doet mij ook veel pijn. Daarom willen wij het systeem veranderen.”
U pleit voor 75% minder dieren. Daarmee ontneemt u veel boeren en mensen in de agribusiness toch juist een boterham?
“Het erge is dat er niet eens heel veel boeren zijn, de laatste twintig jaar zijn dagelijks zes boeren gestopt met hun bedrijf. De bestaande bedrijven zijn veel groter geworden. Met ons plan komt veel grond vrij die nu nog gebruikt wordt voor veevoer. Je geeft enerzijds boeren meer gelegenheid voor kleinschaligere gewasproductie voor humane consumptie en de veehouders die overblijven, zullen hun product afzetten in de regio en krijgen een betere prijs. Ze hebben dan niet meer van die idiote investeringen in technieken nodig die na vier jaar toch niet blijken te werken, waardoor je weer nieuwe maatregelen moet nemen. Die ‘ratrace’, waar boeren echt knettergek van worden, moeten we doorbreken. In 1988 waarschuwde nota bene VVD al dat de veestapel moest krimpen als technische maatregelen zouden falen. Ik snap heel goed dat boeren geen vertrouwen meer hebben in de politiek. Ze investeren in de maatregelen die worden voorgeschreven, maar het werkt niet. Wees dan eerlijk, in plaats van boeren te dwingen om verder te gaan. Zeg gewoon eerlijk dat het niet kan, dat blijkt al veertig jaar. Het systeem moet anders.”
U wilt alle productie biologisch en veel minder dieren. Wordt voedsel dan niet veel duurder?
“Nee, want als je meer plantaardig voedsel gaat consumeren en produceren, haal je het dier als schakel uit de keten. Dan wordt het alleen maar efficiënter.”
Er zijn ook veel gronden waar alleen gras kan groeien. Dat kan een mens niet eten.
“Klopt, maar je kan grond ook teruggeven aan de natuur. Het hoeft niet allemaal productie te zijn. We kunnen ook met minder toe. We moeten af van de obsessie om de tweede exporteur ter wereld te willen zijn.”
Er zijn boeren die met ons meedenken, maar het is wel een minderheid
Mogen mensen nog wel vlees eten?
“Ik wil geen verbod op het eten van vlees. Ik wil dat consumenten een eerlijke prijs betalen en dat ze geholpen worden bij hun voedselkeuze. Milieu- en natuureffecten moeten worden doorberekend in de prijs van vlees. Ik eet geen vlees, maar ik betaal via belastingen wel mee aan de stikstofschade van de veehouderij. Als mensen vlees willen blijven eten, moeten ze dat vooral doen, maar dan moeten ze er wel de eerlijke prijs voor betalen. Plantaardige alternatieven voor dierlijke producten worden steeds beter. Een jaar of tien geleden moest je wel heel erg gemotiveerd zijn om vegetarische producten te eten. Nu proef je soms niet eens verschil tussen een dierlijke of plantaardige hamburger.”
U wilt het landbouwsysteem veranderen. Hoe kan dat?
”Iedereen zit nu in de houdgreep. Daar kunnen we vanaf als de overheid actief gaat afbouwen, bijvoorbeeld door bij bedrijfsbeëindiging dierrechten gelijk uit de markt te halen. Systeemverandering kan niet binnen een jaar, maar je kan wel grote stappen zetten om de verandering in gang te zetten. Investeren in technieken om uitstoot te verminderen, is weggegooid geld. Het effect van de technieken valt achteraf vaak tegen. Zorg nu dat je het geld inzet om bedrijven te laten omschakelen en zet prijsprikkels in, zoals een slachttaks om te zorgen dat minder dieren worden geproduceerd en om te zorgen dat vlees duurder wordt.”
PvdD zegt een partij te zijn vóór de boeren. Boeren zien uw partij vooral als vijand. Hoe krijgt u boeren zo ver dat ze met u mee gaan denken?
“Er zijn boeren die met ons meedenken, maar het is wel een minderheid. Dat geeft ik gelijk toe. CDA beticht ons ervan dat we boeren in problemen brengen, maar heeft zelf de PAS ingesteld, waarvan ze wisten dat het juridisch niet houdbaar was. Als de rechter dan een einde maakt aan het stelsel, zijn de boeren niet in problemen gebracht door de rechter of door de PvdD, maar door CDA, VVD en PvdA, omdat zij aan de basis van de PAS stonden. Wij kiezen voor de boeren; we willen ze graag helpen uit het systeem te breken dat door CDA, VVD en met steun van D66 en CU overeind wordt gehouden. Boeren zullen dan zeggen dat ze met minder dieren geen boterham meer kunnen verdienen, maar dat kan alleen niet binnen het huidige systeem. Daarom moeten we dat veranderen.”