Prof. Dr. Ir. Frédéric Leroy (46) in het Jubelpark in Brussel. Foto: Peter Roek
De vegan-trend die momenteel de hele Westerse wereld in de greep lijkt te hebben, heeft mogelijk wel een authentieke oorsprong. Maar is in de huidige vorm en omvang in de greep van het grote geld, met daarachter een enorme processing-industrie. Omschakeling van dierlijk naar vegan voedsel belooft nameljik een heel aantrekkelijk verdienmodel te zijn. Gevaar voor de consument van zo’n omschakeling is wel dat die nog meer ultra-bewerkt en snel weghappend, maar ook eenzijdig voedsel tot zich neemt.
Volledig spontaan of authentiek is de enorme belangstelling van dit moment voor veganistische voeding, en de vaak daarmee gepaard gaande kritiek op dierlijke producten, niet. Grote zakelijke belangen spelen hier slim op in, want de marges op de ‘processing’ van plantaardige grondstoffen zijn veel hoger dan die op dierlijke producten. Dit stelt Frédéric Leroy, professor industriële microbiologie en voedingsbiotechnologie aan de Vrije Universiteit Brussel, vast. Hij zit volop in het onderzoek naar dit verschijnsel en publiceert er ook regelmatig over.
Dat partijen ergens een zakelijk voordeel uit willen behalen en daarbij ook nog de sympathie hebben van grote groepen mensen die zich zorgen maken over de toekomst van onze planeet, daar kan hij wel mee leven. Wat hem echter zorgen baart, is dat de suggestie van betere voeding voor gezondere mensen op een duurzamer beheerde aarde hoogstwaarschijnlijk niet wordt waargemaakt.
Kunt u dit verder toelichten?
“De grote conglomeraten die zich nu richten op ‘vegan food’ specialiseren zich in de productie van ultra-bewerkt en heel eenzijdig voedsel. De nutritionele waarde wordt vooral gesitueerd in ‘eiwit’ en een aantal toegevoegde vitamines, maar dit is een wel erg reductionistische visie. De belofte is dat zulke producten inwisselbaar zijn met klassieke voedingsmiddelen, maar dat klopt niet.
In zekere zin zie ik een herhaling van hetgeen zich eerder afspeelde met de light-trend
Veel van die ultra-bewerkte producten kun je vergelijken met bijvoorbeeld cornflakes, een voedingskundig laagwaardig product, aangevuld met allerlei toevoegingen en daarom gepresenteerd als ‘gezondheidsvoeding’. In zekere zin zie ik een herhaling van hetgeen zich eerder afspeelde met de light-trend, wat ook het startschot was voor de introductie van een hele reeks aan hoogbewerkte vervangingsproducten. De gevolgen hebben alleen maar bijgedragen aan de uitwassen van het Westerse eetpatroon die zich juist uitten in gezondheidsproblemen.”
Hoe bedoelt u dat?
“Ultra-bewerkt is enerzijds heel arm voedsel, want het mist de vele honderden, of duizenden verschillende elementen die normaal dierlijk en plantaardig voedsel van nature bevat. Anderzijds werkt het overconsumptie in de hand, want het remt niet – wat misschien ook zo bedoeld is – en geeft door de gewijzigde composities en moleculaire structuren een heel andere lichaamsrespons.”
Waarom horen we daar zo weinig over?
“Dat komt door een combinatie van factoren, zaken als tijdgeest, slimme marketing en een steeds minder kritische journalistiek. Er is zorg over de toekomst van onze planeet. Er is ook een groeiende kloof tussen landbouw en voedsel. De meeste verstedelijkte millennials van nu hebben geen idee wat voedselproductie is. Hebben wellicht ook geen idee van gezond voedsel. Ze worden daarbij ook niet meer kritisch gehouden door de media, die hier over zouden moeten berichten.
De meeste verstedelijkte millennials van nu hebben geen idee wat voedselproductie is
Ik kan dat illustreren. Met een groep collega’s hebben we vijftien jaar berichtgeving in de Daily Mail over vlees onderzocht. Daarin zagen we een duidelijke lijn. De berichtgeving werd gaandeweg steeds sensationeler en meer overdreven, minder op inhoud gebaseerd. Zo gaat het steeds vaker, gedreven door tijdgeest en clickbait.”
Is de beweging naar vegan voedsel dan grotendeels gestuurd?
“Ik wil niet zeggen dat er geen oprecht overtuigde veganisten zijn, maar wat er nu gebeurt is te overweldigend om afkomstig te kunnen zijn van een dergelijke kleine groep en is bovendien te situeren in een tijdsbestek van amper vijf jaar. Dat komt allemaal te veel en te snel samen. Er is heel veel aandacht voor vegan, maar veel lawaai komt van een zeer kleine groep.”
Waaruit bestaat die groep?
“Het gaat om een aantal spelers met parallelle belangen. Een grote speler is de ‘Eat Foundation’, die naar heel erg lage niveaus van dierlijke productie wil en een hoofdrol zal opnemen in de aankomende Food System Summit van de Verenigde Naties. Deze stichting staat in nauw contact met FReSH (Food Reform for Sustainability and Health). Daarin zitten grote multinationals met sterke belangen in de ultra-processing van voedsel. Samen met invloedrijke en stevig gefinancierde ‘vegantech’ start-ups heeft een aantal van hen een georkestreerde aanval ingezet op dierlijk voedsel. Zij worden gesteund door een belangrijk deel van de bureaucratie en door een groep Silicon Valley-achtige investeerders, waaronder Bill en Melissa Gates.”
Wat hebben die grote conglomeraten tegen dierlijke productie?
“Bij de start-ups gaat het voor een deel over dierenrechtenideologie, maar voor de multinationals gaat het allereerst om het marktpotentieel. In de traditionele voedingsindustrie zijn de marges gemiddeld laag. In de foodprocessing en zeker op basis van plantaardige grondstoffen, liggen die veel hoger. Zij zien dus een zeer aantrekkelijk marktmodel met lage grondstofkosten, een goede controleerbaarheid en geen gedoe met lastige landbouwers. Voeg daar een beetje ‘greenwashing’ bij en je hebt het ideale plaatje.”
Je zou bijna aan een samenzweringstheorie denken…
“Daarvan zijn er in dit ‘post-truth’ tijdperk genoeg. Bij een samenzweringstheorie echter heb je te maken met geheime acties en verborgen actoren. Hier is alles perfect traceerbaar, voor iedereen zichtbaar als je je erin verdiept.”
Het beeld dat u schetst, heeft ook wel iets omineus.
“Als ze erin slagen alle dierlijke producten – vlees, melk, eieren en dergelijke – eruit te gooien of te herleiden tot minieme hoeveelheden, is dat ideaal voor hen, maar een ondermijning van wat we traditioneel kennen als een gezond voedingspatroon. Daarnaast is het een risico voor bijvoorbeeld de voedsel-soevereiniteit. Een groot deel van de verwerkingscapaciteit voor die ultra-bewerkte producten staat bijvoorbeeld in China, maar het zal ook neerkomen op een nog verder toegenomen controle over de voedselketen door een handjevol grote spelers. Men voert laagwaardige grondstoffen aan en produceert vervolgens allerlei vergistingsproducten, extracten en isolaten die het basismateriaal zijn voor tal van in wezen arme, weinig gevarieerde vega-voedingsmiddelen, die vaak ook nog beschermd zijn met allerlei patenten.”
U behoort tot een slinkende groep kritische stemmen in dit debat over voeding, waarom?
“Het is een heel emotioneel debat geworden, want stemmen zoals die van mij zouden ‘tegen de planeet’ zijn. Het is een dissidente stem geworden vandaag om dierlijk voedsel te verdedigen. Dan krijg je ook met agressieve groepen te maken, met weinig interesse in dialoog, want het is voor die groepen een identiteitsverhaal geworden.
Het is een dissidente stem geworden vandaag om dierlijk voedsel te verdedigen
Veel collega’s mijden daarom het publieke debat. De grote conglomeraten die ageren tegen de dierlijke productie hebben nog altijd niet de stem van het grote publiek, maar wel die van de media en de politieke kabinetten. De klassieke veehouderij kan daar ook weinig tegenover zetten. Die is niet meer machtig en gecoördineerd, zoals dat vroeger wel het geval was, maar gedraagt zich als een versplinterde oppositie.”
Frédéric Leroy publiceert zijn artikelen in diverse Engelstalige wetenschappelijke publicaties. Zijn visie is ook regelmatig te vinden op deze website.