Gemeenschapslandbouw is een duidelijke trend, schetst Marijtje Mulder. Zij ziet hierin een oplossing voor een voedselproductiesysteem dat tegen zijn grenzen aanloopt. - Foto: Fred Leeflang
Welke trends spelen in de agrifoodsector? Diverse wetenschappers en trendwatchers geven antwoord op deze vraag. Marijtje Mulder zet zich al ruim tien jaar in voor de gemeenschapslandbouw en ziet dit als een belangrijke trend. âDaarvan zijn in Nederland al honderd initiatieven.â
Hoe omschrijf je gemeenschapslandbouw?
âDe internationale naam is Community Supported Agriculture (CSA). In Nederland gebruiken we ook wel de term gemeenschapslandbouw. Het is een vorm van directe samenwerking tussen burgers en boeren om de landbouw duurzamer te maken. Consumenten betalen jaarlijks een bijdrage om de productiekosten van het landbouwbedrijf te kunnen dekken. In ruil krijgen ze een deel van de oogst. Er zijn veel verschillende samenwerkingsverbanden mogelijk, maar feit is dat het aantal initiatieven de afgelopen tien jaar is gegroeid tot over de honderd.âVanwaar die voorliefde voor gemeenschapslandbouw?
âInteresse voor de natuur en voeding heb ik van huis uit meegekregen. Beroepsmatig werd het zaadje geplant toen ik in 2009 bij de gemeente Haarlem werkte, waar toen een aantal stadslandbouwinitiatieven waren. Tijdens een cursus Voedsel en Stedelijke Ontwikkeling luidde een van de opdrachten: wat ga je in de praktijk doen met wat je hebt geleerd. Dat zette me aan het denken. Ik ben het jaar erop weggegaan bij de gemeente en mijn eerste project begonnen, Het Zoete Land. Samen met een biologisch-dynamische groenteteler heb ik deze tuinderij in Leiden op gemeentegrond opgezet. Na de start in 2015 ben ik nog twee jaar bestuurslid gebleven. Je moet het zien als een educatief participatieproject, maar dan zelfbedruipend. Er komt geen subsidie aan te pas; de tuinderij wordt bekostigd door ruim 100 oogstdeelnemers en bloemenplukkers, die jaarlijks een donatie doen. Van dat geld betaalt de stichting de teler. Vrijwilligers halen zelf de groente van het land, leren over voedsel van de tuinder. De rode draad is participatie, de directe betrokkenheid van burgers.âGemeenschapslandbouw is toch vooral een kleinschalige samenwerking tussen boeren en burgers?
âNiet per se. Van gemeenschapslandbouw zijn in Nederland wel honderd voorbeelden. De meeste zijn vrij klein qua oppervlakte, omdat ze hoogproductief zijn en een goede prijs krijgen voor hun product. Er zitten echter ook grote jongens tussen. Neem coöperatie Land van Ons, waar ik vorig jaar als vrijwilliger bij betrokken was. Dit is een burgerinitiatief dat landbouwgrond koopt voor herstel van biodiversiteit en landschap met ruim 15.000 leden. Een van de grootste CSAâs in de Verenigde Staten heeft maar liefst 13.000 leden. Er zijn zo veel coöperatieve vormen mogelijk, dat is het mooie. Zo zijn bij Herenboeren de burgers eigenaar en huren de boer in. Een ander mooi voorbeeld is Oregional in Arnhem/Nijmegen. Dit is een coöperatie van boeren, telers en verwerkers waarbij streekproducten aan horeca en instellingen worden geleverd.âZie je dit als een trend, andere manieren van samenwerken voor boeren?
[caption id="attachment_43023" align="alignleft" width="300"] Een tas met groente van Het Zoete Land, de tuinderij die Mulder samen met een biologisch-dynamische groenteteler in Leiden opzette. - Foto: Marijtje Mulder[/caption] âJazeker. Er wordt vaak een beeld geschetst dat boeren en burgers tegenover elkaar staan. Dat is volgens mij een gecreëerd beeld, dat niet klopt. Er is veel framing gaande die beide partijen tegen elkaar uitspeelt. Boeren noch burgers zitten daar achter. Volgens mij willen ze in grote lijn hetzelfde: een oplossing voor een systeem van voedsel produceren dat tegen zijn grenzen aanloopt. Ik zie veel voorbeelden waarbij boer en burger prima samenwerken. Burgers willen hun verantwoordelijkheid ook nemen. En boeren zijn over het algemeen wel blij met die samenwerking. Nemen ook zelf het initiatief. Een prachtig voorbeeld: zelfoogstgroentekwekerij De Nieuwe Ronde in Wageningen. Twintig jaar geleden opgezet door tuinder Klaas Nijhof. Nu hebben ze 600 leden en een wachtlijst. Dat neemt niet weg dat zoiets natuurlijk niet voor iedere boer is weggelegd. Je moet ook niet iedereen in dezelfde mal willen gieten. Het is nou ook weer niet zo dat alle consumenten erop zitten te wachten om iedere week zelf groente te oogsten.âIs de overheid actief genoeg?
âDe overheid is vooral sterk in kennisuitwisseling en het faciliteren van, maar neemt geen directe maatregelen. Daar is het wel tijd voor. Landbouwgrond is steeds minder beschikbaar voor bijvoorbeeld startende boeren. De overheid zou een veel actiever grondbeleid kunnen voeren. Of denk aan belastingvoordeel, zoals een lager btw-tarief op lokale producten, ik verzin maar wat ⦠Laat de beleidsmedewerkers van LNV daar hun tanden maar in zetten. Iedereen weet wel welke kant het op moet. De aanbevelingen stapelen zich op, zie het Deltaplan Biodiversiteitsherstel. Wat mij betreft is de tijd van verbinden en faciliteren voorbij. Het is tijd voor actie!âLees meer over foodtrends:
Peter Klosse: âLekker is de motor van onze voedselkeuzeâ Anneke Ammerlaan: âNederland heeft groenteacademie nodigâ Marielle Bordewijk: âWat in laboratoria gebeurt, is belangrijker dan Den Haagâ Durk Bosma: âConsument is gevoelig voor direct voordeelâ Denise Kortlever: âMeer focus op voeding voor immuniteitâMis geen enkel topverhaal op Eiwit Trends
Dit premium artikel is enkel beschikbaar voor abonnees
Beperk risico's met betere investeringen
Versterk je ketenpositie met de juiste partners
Versnel innovaties met de nieuwste trends
Beleef journalistiek van top niveau door collega’s, ervaren redacteurs én experts uit de sector.
Chris Polkamp
Alieke Hilhorst
Wendy Noordzij