Bart de Steenhuijsen Piters - Foto: Canva/Guy Ackermans
Eet meer planten en minder dieren. Ook op de Klimaatconferentie in Glasgow klonk die boodschap, maar ondanks de consensus over alle voordelen van meer groenten en fruit, blijft de consumptie in vrijwel elk land, rijk en arm, achter bij de aanbevolen dagelijkse dosis. Bart de Steenhuijsen Piters onderzoekt hoe dat komt en wat eraan te doen is.
Een gekend probleem dat kennelijk moeilijk is te verhelpen?
âEen makkelijke oplossing is dan om dichterbij de steden te telen. Dat gebeurt nu ook wel, maar door piepkleine ondernemertjes in de zogenoemde âinformele economieâ. Dat zijn telers die nergens zijn geregistreerd, ook om niet onder invloed te komen van corrupte overheidsdienaren. Die dus per definitie onzichtbaar blijven voor de instanties en ontwikkelingsorganisaties.âSteun onzichtbare telers in de informele economie
Hoe kun je die telers dan toch bereiken?
âHet zou goed zijn die gebieden aan de rand van steden te ontwikkelen, door de telers te voorzien van betere rassen, betere inkoop, betere markttoegang. Maar omdat die telers officieel niet bestaan, komen ze ook niet om krediet vragen. Ze zijn zelfs niet bereikbaar voor de zo geprezen microkredieten. Dat vergt een veel actiever investeringsbeleid. De grote banken hebben hierbij weinig te winnen. Het is risicokapitaal dat je uit moet durven zetten, terwijl het eigenlijk een niet-bestaande markt lijkt. Dat is dus in het begin eigenlijk alleen geschikt voor filantropisch kapitaal. Later kunnen de conventionele banken financiële diensten het overnemen.âIn uw rapport is een van de aanbevelingen voor beter beleid, investeringen en ontwikkelingsprojecten: kijk naar de vraag in plaats van naar de productiekant.
âDie omdraaiing is een van de dingen die me enorm aanspreken in hoe Nederland eind vorige eeuw de tuinbouw heeft gereorganiseerd. In de landen in Afrika en Azië waar we de fruit- en groenteketens hebben bekeken, is â net als bij ons meteen na de Tweede Wereldoorlog â vooral gestuurd op het verhogen van de productie. Dat leverde heel veel van hetzelfde op. Vooral heel veel graan. Calorieën om acute hongersnoden te lijf te gaan. De volgende stap, om zowel de diëten als hele voedselsystemen gezonder te maken, die is echter nauwelijks gezet. Dan gaat het eigenlijk altijd over groenten en fruit.âHet is niet onmogelijk die kleine telers toch te organiseren
Daar is toch ook wel aandacht en geld in gestoken door overheden en bedrijven?
âMet als resultaat dat ook heel veel tomaten en heel veel uien worden geteeld, door bedrijven die dus ook nog eens te ver van de steden liggen. Ondanks alle logistieke verliezen is er in het seizoen veel te veel en liggen overschotten weg te rotten. Daarnaast blijken investeringen in teeltbedrijven met grootscheepse productie gericht op de export naar rijkere landen bovendien erg weinig spin-off te hebben naar een beter draaiende binnenlandse markt.âHoe komt dat?
âDoordat die onzichtbare telers in de informele economie ook volledig losstaan van die exporteconomie. Het is niet onmogelijk die kleine telers toch te organiseren. Het bundelen van hun productie is een deel van de oplossing. Net als honderd jaar geleden in Nederland kleine telertjes in coöperaties meer konden bereiken dan alleen.âIn het algemeen kunnen consumenten niet goed inschatten wat werkelijk de waarde van groenten en fruit is
Kan van die coöperatievorming toen bij ons nu ook nog iets geleerd worden?
âOnze coöperaties waren gebaseerd op sociale netwerken, toentertijd vooral langs de lijnen van religies. Economisch soms niet logisch, maar wel sterk. Vertaal je dat naar Afrika en Azië nu, dan is er ook wel ingezet op het vormen van coöperaties. Daarbij wordt dan echter vergeten te kijken naar wat die mensen moet binden. In staatscoöperaties bijvoorbeeld werden en worden mensen van allerlei kleuren en afkomsten, groot en klein, rijk en arm bij elkaar gebracht. Afrika heeft wel degelijk allerlei netwerken, maar die worden dan zelden gebruikt voor agrarische samenwerking. Neem die netwerken als uitgangspunt, als je mensen samen iets naar de markt wil laten brengen.âDus ook kijken naar wat consumenten graag voor groenten en fruit zouden willen eten. Ook niet zo eenvoudig.
âKlopt. In het algemeen kunnen consumenten, ook in het Westen, niet goed inschatten wat werkelijk de waarde van groenten en fruit is. Dat is een kwestie van educatie en dan denken we misschien eerst aan scholen, maar denk ook aan de retailers. Bij ons de supers, daar de piepkleine handelaartjes. Of via digitale weg, want in Afrika heeft iedereen een mobieltje, omdat vaste verbindingen er gebrekkig zijn. We hoeven Bill Gates niet te vertellen hoe dat zou kunnen werken.âMis geen enkel topverhaal op Eiwit Trends
Dit premium artikel is enkel beschikbaar voor abonnees
Beperk risico's met betere investeringen
Versterk je ketenpositie met de juiste partners
Versnel innovaties met de nieuwste trends
Beleef journalistiek van top niveau door collega’s, ervaren redacteurs én experts uit de sector.
Chris Polkamp
Wendy Noordzij
Alieke Hilhorst