Hidde van Steenwijk wil de waarde van groent en fruit meetbaar maken. "Hopelijk kunnen we met het challenge model verandering teweegbrengen en erkenning krijgen voor de gezondheid van gezonde, verse producten." Foto: Philip Driessen
In korte tijd kunnen aantonen hoe gezond groente en fruit is. Dat wil Hidde van Steenwijk bereiken met het challenge model. Hiermee kunnen aanbieders van verse producten beter uitleggen waarom hun producten nu zo gezond zijn. Zo kunnen ze beter de competitie aan met bewerkte producten die al allerlei marketingtermen gebruiken.
Hidde van Steenwijk onderzoekt of de waarde van groente en fruit te meten is in een zogenoemd challenge model. Via dit model zou je in de toekomst binnen een kortere tijd gezondheidseffecten van groenten en fruit kunnen vaststellen. Waar je in een klassieke klinische studie proefpersonen een lange tijd moet volgen om subtiele effecten aan te tonen zoals die vaak worden verwacht van voeding, kan dit model mogelijk helpen om zulk bewijs van gezondheidseffecten sneller voorhanden te krijgen.
Waar je medicatie inzet om te behandelen, kun je met voeding nog veel winnen aan de preventiekant
Van Steenwijk is afgestudeerd farmaceut en sinds 2019 promovendus aan het Food Claims Centre op Brightlands Campus Greenport Venlo, vanuit Universiteit Maastricht.
Waarom de switch van pillen naar groente?
“Ik vond dat ik in de apotheek inhoudelijk te weinig ging doen met zes jaar studie en wilde graag de opgedane kennis en vaardigheden toepassen in de praktijk. Daarom ben ik verder het onderzoek in gegaan. Waar je medicatie inzet om te behandelen, kun je met voeding iets doen aan de kant van preventie. Daar is nog zoveel te winnen.”
Nu sta je dus voor de uitdaging om een waardeoordeel te hangen aan groente en fruit. Hoe onderzoek je dat?
“Ik kijk echt naar de gezondheidseffecten. We hebben net een klinische proef gedaan met twaalf testpersonen die allemaal twee testdagen langskomen, de resultaten zijn nog niet bekend. De uitvoering was binnen een maand gedaan. Dat is prachtig, zo snel! Hoewel je natuurlijk nog steeds een intensieve voorbereiding hebt van een half jaar, scheelt dit veel tijd en geld. We hebben in de voorbereiding veel aandacht besteed aan het design van het challenge model.”
Wat houdt dat in, dat challenge model?
‘’De proefpersonen krijgen een shake, een caloriebom van 1.000 kilocalorieën. Uit eerder onderzoek bleek dat die shake een ontstekingsreactie kan opwekken. Vervolgens kijken wij welke voedingsmiddelen, en welke stoffen in die voedingsmiddelen, een beschermend effect op deze reactie kunnen hebben. We hopen dat dit model goed werkt en dat we groente- en fruittelers er zelf direct onderzoek mee kunnen laten doen. Wij zijn niet de enige de ermee experimenteren, ook andere onderzoekers in binnen- en buitenland zijn hier bijvoorbeeld mee bezig. Het zou mooi zijn om naast de klassieke voedingsonderzoeken ook via deze modellen de subtiele en vaak meerdere verschillende effecten van voeding in kaart te kunnen brengen.”
Welke voedingsmiddelen onderzoeken jullie?
“Uit de literatuurstudie, die aan de praktijkfase voorafging, blijkt dat vier stoffen primair interessant zijn. Dat zijn lycopeen (tomaat en wortel), bèta-glucanen (paddenstoelen), anthocyanen (blauwe bessen) en sulforafaan (broccoli). Wij willen het effect op ontstekingen meten. Daarbij is het uiteraard van belang in welke combinatie en concentratie je het gebruikt. Zo blijkt dat er van sulforafaan in broccoli niet zoveel wordt gevormd als je het kookt, zoals de meeste mensen doen. Dat komt omdat het enzym, wat zorgt voor het ontstaan van sulforafaan, niet meer goed werkt op 100 graden Celsius. Een andere bereidingswijze kan dan al veel uitmaken. Maar je zou ook de kiemgroente van broccoli kunnen gebruiken; die bevat hoge concentraties van glucorafanine – wat in sulforafaan wordt omgezet – en je eet het rauw. Zo maken we een vertaalslag naar consumenten: hoe je gemakkelijker een gezonde stof kunt binnenkrijgen en wat er precies aan gezonde stoffen in groenten zit.”
Hoe meten jullie het effect bij de proefpersonen?
“We doen drie soorten metingen; urinemonsters, we nemen bloed af en we meten frequent de hartslagvariabiliteit van deelnemers. Die data integreren we en die geven ons hopelijk een beeld van de ontstekingsniveaus. Nu is het zo dat er voor gezondheidsclaims over het verminderen van ontstekingen nog veel onzekerheid bestaat over de meest geschikte onderzoeksmethode. Onze bevindingen geven hopelijk ook een basis voor de aanvraag van een gezondheidsclaim. Dit is een erg ingewikkeld traject, want tot nu toe komen claims op verse voedingsmiddelen amper door het Europese autorisatietraject. Dat vind ik wel frustrerend.”
Waarom is dat frustrerend?
“Als je nu naar winkel gaat en ziet een pak sinaasappelsap staan met daarop groot bevat veel vitamine C dan is dat goeie sier maken met een product dat verder niet zo heel gezond is, door bijvoorbeeld de hoeveelheid suiker die erin zit. In het groente- en fruitschap vind je dat soort leuzen bijna niet. Terwijl verse producten vaak gezonder zijn, onder meer omdat ze rijk zijn aan vezels en andere bioactieve stoffen. Consumenten kunnen verse producten niet altijd goed vergelijken met bewerkte producten, die wel etiketten met allerlei marketinguitingen bevatten. Dat vind ik kwalijk. We willen de kennis over groente en fruit vergroten. Mensen zijn minder gaan roken en drinken, meer gaan bewegen. Maar de groente- en fruitconsumptie blijft achter. Onderzoekers denken dat dit onder andere komt doordat mensen niet precies weten hoe en waarom iets gezond is. Als je kunt aantonen hoe goed groente en fruit voor je zijn dan heb je een streepje voor als aanbieder van dat product. Zo’n claim kan je dan ook financieel gezien vooruit helpen: je kunt je beter onderscheiden van andere producten.”
Wanneer kunnen we een prijskaartje verwachten aan gezondere groente en fruit?
“Dat gaat sowieso heel lang duren. Een gezondheidsclaim is niet het doel van dit project: wij willen meer weten over hoe het product precies werkt en waarom het zou kunnen werken. Dat kan uiteindelijk helpen om een claim te onderbouwen. Want telers en voedingsmiddelenproducenten willen wel graag zo’n claim gebruiken. Hopelijk kunnen we met het challenge model verandering teweegbrengen en erkenning krijgen voor de gezondheid van gezonde, verse producten.”
Krijgt het challenge model dan ook een rol in gepersonaliseerde voeding?
“Dat zou best kunnen. Technisch kan dat; een swapje door je mond halen en kijken hoe je DNA bepaalt hoe je een stof opneemt, omzet en erop reageert. In de toekomst zou je daar een voedingspatroon op kunnen baseren. Dat zou echt interessant zijn.”
Wat gebeurt er na deze projectfase?
“We zitten in het laatste jaar van dit vierjarige project. We zijn nog hard bezig met het analyseren van resultaten en we verwachten eind dit jaar te kunnen laten zien wat er allemaal uit het project De Waarde(n) van Groente en Fruit gekomen is. Wel zijn er nog veel nieuwe vragen ontstaan de afgelopen jaren. Daarom zijn we nu met het huidige consortium in gesprek over welke onderzoeksvragen we verder gaan aanpakken, in een mogelijk vervolgproject. Wie goede ideeën heeft is welkom.”