Danielle Mol - Foto: Cor Salverius Fotografie
Danielle Mol adviseert producenten van plantaardige voeding die willen groeien. Kom met een goed verhaal, is een van haar adviezen. Ook een belangrijke: aan duurzaamheid mag je best iets verdienen.
Foodleveranciers met plantaardige ambities helpen bij het verkrijgen van een marktleiderspositie, dat is de missie van Danielle Mol (38). Ze adviseert veelal middelgrote bedrijven die al plantaardige producten aanbieden, maar vastlopen in de afzet. Om vooruit te komen, kan het nodig zijn relaties te versterken met retailers of om uit te zoeken welke afzetkanalen het beste passen bij een product.
Carrièreswitch
Mol maakte carrière als commercieel manager bij Hessing, een bedrijf in groente, fruit en maaltijdsalades. Ze at al een tijd vegetarisch en dacht na over duurzaamheid, maar in haar functie kon ze ambities op dat vlak niet kwijt. Ze nam ontslag en ging op wereldreis naar Iran, Pakistan en India. Onderweg zag ze voedselgebrek en overstromingen, veroorzaakt door de klimaatcrisis. Plantaardig als norm zorgt voor meer duurzaamheid, was haar conclusie.
In 2020 plaatste ze op LinkedIn een korte boodschap: ‘Ik wil plantaardig de norm maken. Wie draagt daaraan bij en heeft hulp nodig?’ Er volgde een reactie waarmee ze aan de slag kon als strateeg. Ze hielp daarna bedrijven als Dutch Edamame en champignonkweker Limax en adviseert momenteel veevoerproducent Duynie bij een strategie voor de afzet van humane voeding. Met haar bedrijf The GreenUp Company helpt ze producenten van plantaardige producten groeien en daarmee draagt ze bij aan grote stappen in duurzaamheid.
Nederige opstelling naar retail niet nodig
Waar veel bedrijven tegenaan lopen, is dat ze simpelweg niet genoeg verkopen van hun plantaardige producten, zegt ze. Er is voor leveranciers doorgaans een flinke investering mee gemoeid, die moeilijk is terug te verdienen. Retailers hebben een sterke machtspositie en daardoor stellen leveranciers zich meestal afhankelijk op. Die nederigheid is vaak helemaal niet nodig, zegt ze. “Als je een goed product levert, met de afnemer meedenkt en meerwaarde kan realiseren, creëer je een relatie van wederkerigheid.”
Lees ook: Dit veranderde er in het schap met vleesvervangers
Positionering van belang
Ook belangrijk is de positionering: waar sta je voor als bedrijf, wat is de meerwaarde van een product? Kom met een goed verhaal, adviseert de strateeg. “Zorg dat het verhaal klopt en wees zichtbaar. Dat kan door in een vakblad te staan, aanwezig te zijn op congressen of op sociale media. Zorgen voor bekendheid als merk is essentieel.”
Mol is blij dat er de laatste jaren meer aandacht is voor een plantaardig voedingspatroon. Toch kan er nog meer gebeuren, denkt ze. Zo is ze voorstander van wetgeving voor een minimale prijs voor vlees om plantaardig een aantrekkelijker alternatief te maken.
Sceptisch over 0% btw groente en fruit
Over de btw-verlaging op groente en fruit is ze sceptisch. “In 2019 was er een btw-verhoging van 6 naar 9%. Toen gingen de consumentenprijzen niet omhoog, maar kregen leveranciers de vraag om iets aan hun inkoopprijs te doen, dus een btw-verlaging zie ook geen effect hebben. In retail speel je altijd een inkoopspel”, legt ze uit.
Wat beter helpt: meer plantaardig produceren, maar ook een strategie om consumenten niet altijd automatisch naar vleesvervangers laten grijpen maar gewoon meer fruit en groente te laten eten. Lokaal en in het seizoen, waarbij het normaal wordt dat niet alles jaarrond verkrijgbaar is.
Het lijkt soms wel alsof je niets aan mag verdienen aan duurzaamheid
Nog iets dat ze aan foodproducenten wil meegeven: aan duurzaam werken mag een prijskaartje hangen. Ze hoort ondernemers op evenementen soms praten over ‘impact maken’ met een duurzaam product, in plaats van praten over de winstgevendheid.
Dat bezorgt haar acuut jeuk. “Het lijkt soms wel alsof je niets mag verdienen aan duurzaamheid”, zegt ze. “Maar het is heel relevant dat extra inspanningen financieel iets opleveren. Bedrijven zouden veel meer over winstgevendheid van duurzame producten moeten praten. Winst is immers ook de motor om zelf te kunnen groeien.”