Peter Arensman is oprichter van Future Food Fund, dat veelbelovende starters in de voedselketen wil helpen om te groeien. - Foto: Marc Heeman
Het Future Food Fund is een van de fondsen die klaar staan om van veelbelovende start-ups succesvolle scale-ups te maken. Peter Arensman zette dit fonds zes jaar geleden op. “Nu is food hot, toen keek men me nog vreemd aan.”
Als boerenzoon op Goeree-Overflakkee was Peter Arensman er op zijn elfde al helemaal klaar voor: hij zou boer worden op het akkerbouwbedrijf van zijn vader. Maar die verkocht het bedrijf en zoon Peter moest andere toekomstplannen maken. Dat leidde via via tot de lancering van het Future Food Fund.
Agri en food superhot onder investeerders
“Nu is agri en food superhot onder investeerders, maar in 2014 vond mijn omgeving het nog een raar idee”, zegt Arensman. Hij ontvangt – vlak voor de tweede lockdown – nog steeds nu en dan gasten op zijn kantoor aan de Benoordenhoutseweg in Den Haag. Een prima uitvalsbasis om zo glastuinbouwgemeente Westland in te rijden, bij uitstek een plek waar de toekomst van voedsel in de maak is?
“Dat zou je zeggen. De agri-horti-foodsector, dat is het onderdeel van de zogeheten Seed Capital-regeling van de overheid, waar ik in ben gesprongen. Ook horti dus, oftewel tuinbouw. Maar geen van de scale-ups waar we tot op heden in hebben geïnvesteerd komt uit het Westland.”
Smart capital: meer dan alleen een zak geld
‘We’ dat is Peter Arensman zelf en 25 ondernemers uit zijn netwerk, die ook geld willen steken in het doorgroeien van veelbelovende starters in de voedselketen. Smart capital noemt Arensman het, want behalve de zak geld krijg je ook de investeerder zelf erbij, met alle ervaring van dien.
“Dat netwerk heb ik de afgelopen 25 jaar opgebouwd met mijn bedrijf Bas Consultancy. Maar ook als voorzitter van de CDA Business Club. Op bedrijfsbezoek heb ik ook heel wat schitterende tuinbouwbedrijven van binnen gezien. Een paar bekende tuinbouwondernemers doen ook mee in het fonds. Maar twee derde van de ondernemers die participeren komen niet uit de agrarische sector. En de bedrijven die een aanvraag doen bij ons fonds dus vaak óók niet. De aandacht voor voedsel heeft ervoor gezorgd dat er met een frisse blik naar de sector wordt gekeken. Dat geeft nieuwe ideeën en nieuwe modellen.”
Twee toverwoorden in de tuinbouw zijn ‘artificial intelligence’ en ‘robotisering’. Met alleen een toverwoord kom je bij Future Food Fund echter niet ver.
“De klanten moeten eigenlijk al in de rij staan voor jouw vinding. En wij kunnen je dan helpen om die vinding succesvol naar de markt te brengen. Dat doen we door eerst natuurlijk te kijken of er inderdaad een logisch businessmodel achter je bedrijf zit. Liefst ook beschermd met patenten of intellectueel eigendom, maar als dat er nog niet is en het idee is wel ijzersterk, dan is snel groeien je beste bescherming.
Ten tweede kijken we naar het team. Dat moet een hacker, een hipster en een hustler in zich verenigen, oftewel technische kennis en kunde, gevoel voor maatschappelijke en marktvraag en de nodige verkoopkracht. En ten derde moet het bedrijf schaalbaar zijn, de markt voor de vinding niet te klein.”
Een paar bekende tuinbouwondernemers doen ook mee in het fonds. Maar twee derde van de ondernemers die participeren komen niet uit de agrarische sector
Vijf participaties
Het fonds heeft nu vijf deelnemingen op de rol staan. Vier technische (de aspergerobotoogster van AVL Motion, de plantanalyse van Phenospex, de bodemontsmetting van Thatchtec en het bio-afbreekbare schuimsubstraat Growfoam voor in de plantopkweek) en één ‘aaibare’ innovatie: je boodschappen thuisbezorgd in de statiegeldpotten van Pieter Pot.
“Die laatste participatie heeft voor veruit de meeste publiciteit gezorgd, want het is gericht op de consument en het is een sympathiek idee. Maar in principe hebben alle investeringen die wij doen een duurzaamheidscomponent. Dat zit bij mij en bij de ondernemers die ik erbij heb gehaald van nature in het bloed.
Bij mij is dat begonnen toen ik dertien jaar geleden de website peopleplanetprofit.com vastlegde voor maatschappelijk verantwoorde investeringen. Mijn consultancy maakte meer winst dan ik voor het kantoor nodig had. Ik gaf al langer 10% van mijn brutowinst aan goede doelen. Maar ik wilde eigenlijk liever investeren. Ik zag een spotje van Agrofair, een bedrijf in fairtrade bananen en ben maar gelijk op ze afgegaan. Ze hadden al zeven aandeelhouders, waarom geen achtste? Dat werd ik dus.”
Op een bananenplantage in Panama voelde Arensman zich ineens weer als het jongetje op het akkerbouwbedrijf van pa op Overflakkee. Dwars door de economische crisis heen is hij dat fonds ook trouw gebleven. En inmiddels is het van een privéfonds publiek geworden, met zes andere investeerders erbij.
Dat er nu ook in de land- en tuinbouw wordt geïnvesteerd, terwijl die sector voorheen door investeerders werd overgeslagen, komt door de schaalgrootte
“Die twee fondsen hebben gemeen dat er momenteel veel geld is en lage rente, dus geen makkelijk rendement op een spaarrekening. Dat er nu ook in de land- en tuinbouw wordt geïnvesteerd, terwijl die sector voorheen door investeerders werd overgeslagen, komt door de schaalgrootte. Bedrijven en ketens worden groter en stabieler en dus op termijn minder risicovol. Glastuinbouw bijvoorbeeld gaat meer op vastgoed lijken, terwijl het vroeger kleine eenmansbedrijfjes waren, met per jaar zeer wisselende rendementen.”
Maar ook die techbedrijfjes in de agri-horti-foodsector zijn nog maar klein als ze zich bij Future Food Fund aanmelden.
“Als ze bij ons aankloppen, hebben ze in ieder geval zich over een belangrijke drempel gezet. Veel starters willen investeerders juist zo lang mogelijk buiten de deur houden. Want met een investeerder erbij kun je niet meer helemaal doen wat je wilt en je moet je winst delen. Maar zonder investeerder heb je niet de financiële slagkracht om snel te kunnen groeien. En in de techwereld is tijd geld. Met een goed idee moet je vol gas gaan en niet aanmodderen met gratis potjes.”