Het vermelden van de hoeveelheid koolhydraten en voedingsvezels in een eindproduct is niet alleen wettelijk verplicht. Steeds meer consumenten hechten hier ook belang aan. Voor een steeds groter wordende groep is deze informatie zelfs vaker een reden om wel of niet voor een product te kiezen. Er zijn ontzettend veel soorten koolhydraten en voedingsvezels en de analyses zijn ingewikkeld. Hoe zorg je er nu voor dat de informatie op het etiket, letterlijk en figuurlijk, klopt?
Consumenten kiezen steeds vaker voor producten met een gezond- of duurzaamheidsvoordeel en het liefst allebei. Het gros van de Nederlanders is flexitarisch en gaat regelmatig voor een plantaardig gerecht of alternatief. We eten vaker tussendoortjes met extra vezels en proteïnen en ook letten we er tegenwoordig graag op of producten bijdragen aan de gezondheid van onze darmen. In de groeiende behoefte aan dergelijke producten zijn smaak, structuur en bite heel belangrijk. De consument kijkt bovendien kritischer naar de ingrediënten: kloppen die daadwerkelijk en doen ze voor me waar ik naar op zoek ben?
De juiste smaak en samenstelling
Met het invullen van de huidige consumentenbehoeftes wordt het voor fabrikanten steeds uitdagender om het onderscheid te maken. Om een product te ontwikkelen dat qua smaak, structuur én gezondheidsvoordelen klopt. En vooral: om niet het zoveelste me-too-item in de schappen te leggen. De mogelijkheden en ingrediënten om producten die van A tot Z ‘kloppen’ te ontwikkelen zijn er, maar die moet je als fabrikant wel kennen. Vervolgens is het cruciaal dat de koolhydraten en voedingsvezels die jouw product tot een succes moeten maken, op de juiste manier worden verwerkt, geanalyseerd en gelabeld. “Niet alleen omdat de consument steeds scherper wordt op de inhoud”, vertelt Business Developer Tom Ras. “Ook kan het gebruiken van de juiste meetmethodes voor producenten een grote besparing van grondstoffen opleveren. Bovendien vergroot en versnelt het de kans op het mogen voeren van labelclaims aanzienlijk.”
Nieuwe koolhydraten en vezels
Het Eurofins Expertise Centre CCC in Heerenveen ondersteunt fabrikanten bij deze uitdagingen. Het laboratorium is gespecialiseerd in de analyse van koolhydraten en voedingsvezels in producten en helpt klanten te voldoen aan kwaliteit, veiligheid en de laatste wet- en regelgeving binnen hun markt. “Wij helpen fabrikanten en retailers met het vaststellen van de samenstelling van producten voor de levensmiddelenindustrie”, legt accountmanager Marijke Idzenga uit. “Ook bij complexe vraagstukken, zoals het toevoegen en testen van een nieuw soort koolhydraat of vezel.” Nieuwe combinaties van stoffen kunnen zorgen voor minder betrouwbare resultaten, verklaart ze. “Omdat stoffen (bij elkaar) niet goed gemeten kunnen worden, bijvoorbeeld. Onze experts vinden dan een manier om de analyse toch nauwkeurig uit te kunnen voeren.”
Nieuwe testmethodes
Het laboratorium van Eurofins ondersteunt het routinelab van fabrikanten. Idzenga: “Die zelf niet altijd alle knowhow in huis hebben, zeker niet als het gaat om nieuwe vezels. We zien bijvoorbeeld steeds meer ontwikkelingen op het vlak van prebiotica (niet te verwarren met probiotica, red.), gist- en paddestoelvezels en op plant- en algen gebaseerde. Deze soorten vereisen nieuwe testmethodes, waarover wij beschikken of die wij ontwikkelen.”
Gezondere producten ontwikkelen
Fabrikanten die hun product gezonder willen maken, adviseert Eurofins over het verlagen van de calorische waarde, het minder vet maken van een product of het reduceren van het eiwitgehalte. “Soms komt dat neer op een betere suiker-, vezel- en koolhydratenbalans”, vertelt Ras. “Of simpelweg het verlagen van suikervervangers en vezels. Interessant, want vooral vezels zijn vaak kostbaar, waardoor je bespaart op de productiekosten.” Investeren in een uitgebreidere analyse levert dan ook doorgaans veel op, benadrukt hij. “Veel klanten weten bijvoorbeeld niet dat natuurlijke producten al veel interessante vezels bevatten, omdat dit niet naar voren komt uit de relatief goedkope, maar minder complete tests die ze laten afnemen. Wanneer je dit weet, kun je dus op het toevoegen van vezels besparen. Ook meten de methodes soms onterecht een te hoog suiker- of een te laag vezelgehalte, waardoor een product minder goed wordt beoordeeld in de Nutriscore. Met een betere analyse kan het dus zomaar zijn dat je van C naar A gaat. Zonder iets aan je product te hoeven veranderen!”
Zo snel mogelijk het juiste product op de markt
Hoe sneller je het juiste product in de schappen hebt staan, hoe beter, weet Eurofins. Daarom zet het laboratorium zijn kennis eveneens in om huidige analyses op het gebied van koolhydraten en voedingsvezels sneller te maken. Idzenga: “Door onder meer het ontwikkelen van nieuwe methoden en normen en we valideren nieuwe apparatuur. Dit doen we in nauwe samenspraak met kwaliteitsorganisaties als AOAC, NEN, ISO en IDF. Tevens verbeteren we de automatisering van de voedingsvezelanalyse. Nu is dat nog veel handwerk, met glas, enzymen en waterbaden. Door onze kennis ook op dit vlak in te zetten, houden we de snelheid van onze klanten in de keten zo hoog mogelijk.”
Om als fabrikant het onderscheid te maken in een wereld waarin consumententrends en -behoeften zich razendsnel ontwikkelen, is steeds vaker aanvullende kennis en maatwerk nodig, besluit Ras. “Daarom kijken we samen met onze klanten kritisch naar de rol die koolhydraten spelen in hun producten en hoe deze moeten worden verwerkt, door de hele keten heen. Zodat zij beter aan de vraag kunnen voldoen en succesvoller kunnen innoveren.”