Bioboer en -tuinder IJsbrand Snoeij: “Biologische teelt is een sterk verdienmodel maar ook nog veel meer dan dat.” - Foto: Ton van der Scheer
Tuinders, boeren, handelaren en winkeliers in de biologische sector gaan nauwer samenwerken. Het lossere verband van Stichting Bionext is vervangen door dat van Coöperatie Bionext. Producentenvoorman IJsbrand Snoeij ziet kans voor weer een versnelling in de groei van de markt.
Al een kwart eeuw lang noteert zowel de productie van biologische groenten en fruit als de handel daarin groei. Jaar op jaar komen er meer kilo’s van het land en uit de kas. Ook wordt er in de winkel meer omzet in euro’s mee gemaakt.
Toch kan er ook met enige reserve naar die groeicijfers worden gekeken. In de vorige eeuw was er immers al een Taskforce Marktonwikkeling, met als doel dat 5% van de omzet aan voeding biologisch zou moeten worden. En nog altijd hikt de sector tegen die grens aan: in 2018 was het totaal aandeel biologisch in het klassieke retailkanaal (supermarkt en speciaalzaken) 4,7%.
Volwassener organisatie
Bioboer IJsbrand Snoeij is meer een man van het halfvolle glas. Hij heeft zijn handtekening gezet onder de nieuwe Coöperatie Bionext, als voorzitter van het Biohuis, de vereniging van biologische producenten hangend onder Bionext en fungerend als biologische vakgroep van LTO Nederland. In de coöperatie Daarin zitten ook de vereniging voor de biologische handelsbedrijven (BioNederland) en die voor de biologische winkeliers (Biowinkelvereniging).
“Dat maakt van Bionext een volwassener organisatie. Een coöperatie moet immers meer verantwoording afleggen naar de leden. Die leden hebben diverse belangen. Maar ze vormen ook één keten, met één gezamenlijk belang: meer procent van de consumenten-euro binnenhalen. Met zijn allen staan we nu voor de taak om meer kennisontwikkeling en meer marktontwikkeling tot stand te brengen. Als coöperatie kunnen we marktsignalen beter opvangen en in actie omzetten.”
Een belangrijke partij daarbij zit niet in Bionext, ook niet in de nieuwe coöperatie.
“De supermarkten zijn geen lid. En die zijn wel nodig. De natuurvoedingswinkels en de gespecialiseerde biologische ketens zijn natuurlijk heel belangrijk. Maar in de supermarkt bereiken we een andere doelgroep. Punt van zorg is wel de prijsvorming. Dit voorjaar ging de prijs van biologische eieren ver onder de kostprijs. Zo werkt de markt, kun je zeggen. Maar in de landen om ons heen zie je dat de overheid wel degelijk meer stuurt.”
Laat de Nederlandse overheid de biologische sector links liggen?
“Nederland is echt een land van keurmerken. Naast het overheidskeurmerk voor biologisch product hebben we hier nog veel meer duurzaamheidskeurmerken, zoals nu PlanetProof. In landen als Denemarken, Duitsland, Oostenrijk en Frankrijk legt de overheid ook accenten op beleid om het aandeel biologische landbouw te vergroten.
Denemarken is vooral opvallend in de landen met groeiende productie en afzet van biologisch (13% van de retailomzet is biologisch). Het land heeft van overheidswege een stimuleringsprogramma voor biologisch. Ik denk dat Nederland daar een voorbeeld aan kan nemen. De kringloopvisie van Carola Schouten is daar een mooie aanzet toe, maar voorlopig ook niet meer dan dat.”
Timmermans’ Green Deal
Snoeij ziet in de headlines van de Green Deal van eurocommissaris Frans Timmermans meer waardering voor wat de biologische land- en tuinbouw kunnen betekenen op het gebied van het keren van onder meer klimaatverandering, voedselverspilling en verlies van biodiversiteit.
“Toen ik dertig jaar geleden in Wageningen studeerde, werden verdroging, vermesting en verzuring ook al als grote problemen gezien. Die opdracht hebben we nog steeds en die is alleen maar groter geworden. Dat is een publiek belang. Daar is de overheid onmisbaar, dat kan niet met markt alleen. Maar ik zie daar een derde partij die net zo onmisbaar is. Dat is wat in het Engels de civil society heet. Het maatschappelijk middenveld. Dat zijn de ngo’s, dat is Bionext, maar dat is ook LTO, de banken, de kerk. Wij met zijn allen. Zonder een verbinding met de mensen kunnen overheid en markt van alles bedenken in bijvoorbeeld de Taskforce Verdienmodel, maar dat blijft dan toch mank gaan.”
Een nieuwe publiekscampagne dus?
“Zeker. Je moet blijven promoten wat je doet. Maar ook nieuw onderzoek. Want wat je promoot moet ook inhoud hebben.”