Skip to content

Directeur Bionext: ‘Geen groei biologisch zonder markt’

Updated on:
Interview
Sustainable food
Michaël Wilde (50) is directeur van Bionext, de ketenorganisatie van biologische boeren, handelaren en winkeliers. Hij werkte 12 jaar als Duurzaamheid & Communicatiemanager bij het biologisch handelsbedrijf Eosta. - Foto: Bionext

Michaël Wilde (50) is directeur van Bionext, de ketenorganisatie van biologische boeren, handelaren en winkeliers. Hij werkte 12 jaar als Duurzaamheid & Communicatiemanager bij het biologisch handelsbedrijf Eosta. - Foto: Bionext

De Europese Green Deal ‘Farm to Fork’, met onder andere het doel om een kwart van het Europese landbouwareaal biologisch te maken, was voor Bionext-directeur Michaël Wilde als een geschenk uit de hemel. Met dien verstande dat alleen het vergroten van de biologische productie geen zin heeft.

De afgelopen coronamaanden ging Michaël Wilde, directeur van ketenorganisatie Bionext, niet elke werkdag naar kantoor. Voor het gesprek is het handig hem te ontmoeten in Rotterdam, bij biologisch winkelcentrum De Groene Passage. Wilde woont tussen de kassen in het Zuid-Hollandse Berkel en Rodenrijs en werkte voor hij bij Bionext aantrad, bij groente- en fruithandelaar Eosta in Waddinxveen. Hij kent de praktijk van de balans tussen productie en handel.

Bionext presenteert in september tienpuntenplan aan Schouten

“Het areaal biologisch kan alleen verder groeien als er ook markt is voor de producten”, zegt Wilde. “Daarom gaan de eerste vier punten van ons tienpuntenplan, dat we op 8 september aan minister Carola Schouten overhandigen, over die marktontwikkeling.”

Zonder nu al die punten alvast weg te geven wil Wilde wel kwijt dat Bionext graag de Taskforce Marktontwikkeling Biologische Landbouw nieuw leven in wil blazen. Die commissie met mensen uit bedrijfsleven en overheid erin moest rond het jaar 2000 zorgen voor een groei van het marktaandeel van biologisch vers tot 5%. Voordat dat aandeel daadwerkelijk gehaald werd, werd die taskforce een kleine tien jaar geleden toch opgeheven.

Groei biologisch areaal en marktaandeel stagneert

Die taskforce verdween niet geheel onverrichterzake van het toneel, want er was sinds eind jaren 90 elk jaar groei van het marktaandeel gerealiseerd. En ook dwars door de economische crisis van 2009 tot 2015 heen, bleef biologisch doorgroeien, zowel het teeltareaal als het marktaandeel in de winkels. Maar die groei vertraagde wel en is inmiddels bijna helemaal gestagneerd. Van de totale voedselomzet in ons land is 3,6% biologisch.

Te weinig, als we Brussel mogen geloven. Wilde nuanceert alvast de Green Deal van Timmermans. “Daarin staat dat gemiddeld over de EU 25% van het areaal biologisch zou moeten zijn. Voor Nederland willen wij die ambitie graag overnemen, maar binnen het huidige systeem gaan we dat sowieso niet halen. Maar wat ook in die Green Deal staat, is dat we in de EU 50% minder gewasbeschermingsmiddelen moeten gaan gebruiken en 20% minder kunstmest. En dat gaat álle boeren en tuinders aan.”

Puur gekeken naar duurzaamheid kan een gangbare teler per eenheid product super scoren

Bionext wil ver weg blijven van een verdieping van het wij-zijdenken, dat gangbaar en biologisch uiteen dreigt te drijven, zegt Wilde. “Ik zou graag zien dat ngo’s en politici het niet alleen maar over biologisch hebben als ze duurzame productiemethoden naar voren willen schuiven. Er zijn heel veel duurzaamheidsinitiatieven, met allemaal hun eigen sterke punten. Puur gekeken naar duurzaamheid kan een gangbare teler per eenheid product super scoren. Vergelijk het met de 100 meter sprint. Die gaat de biologische sector misschien niet winnen. Maar de tienkamp wel.”

True cost-accounting: prestaties bij elkaar optellen

Wilde doelt daarmee op het bij elkaar optellen van prestaties van een teler of een productiemethode op alle terreinen, alle emissies, diervriendelijkheid, het hele plaatje van de volledige maatschappelijke kosten.

Die zogeheten true cost-accounting wordt in Nederland al een paar jaar gepromoot door Eosta. “Ook LNV kijkt nu heel serieus naar true cost-accounting, dus het berekenen van een volledige kostprijs, met alle externe effecten erin meewegend. Dat gaat er onvermijdelijk voor zorgen dat het prijsverschil in de winkel tussen duurzaam en minder duurzaam kleiner wordt.”

Voorlopig is duurzaam juist duurder in de winkel.

“Nu blijkt uit marktonderzoek dat weliswaar 95% van de consumenten wel eens iets biologisch koopt, maar dat 65% biologisch vaak of meestal laat liggen vanwege de hogere prijs. En dat is soms alleen al vanwege de prijsperceptie; dus de aanname dat biologisch veel duurder is, terwijl dat bijvoorbeeld bij melk maar om een paar cent gaat. Even googelen: 1 liter volle melk van het AH-huismerk kost vandaag € 1,15, 1 liter volle biologische melk van Albert Heijn € 1,19.”

Hoe meer gezondheidseffecten van een product en de productiemethode je meeneemt hoe meer de schaal doorslaat naar biologisch

Tegenover die niet altijd terechte hoge prijsperceptie staat overigens een andere ook niet altijd terechte perceptie, namelijk dat biologisch gezonder zou zijn.

“Klopt. Vraag aan een gemiddelde consument: welke appel is gezonder, deze biologische en deze niet-biologische en bijna allemaal wijzen ze naar de biologische. Of dat ook echt zo is, daar zijn de wetenschappers het niet over eens. Het ligt er ook maar aan hoe breed je ‘gezondheid’ definieert. Hoe meer gezondheidseffecten van een product en de productiemethode je meeneemt – inclusief biodiversiteit, bodem, natuur, landschap en het welbevinden dat daar bij hoort – hoe meer de schaal doorslaat naar biologisch. Sowieso wijst geen enkel onderzoek naar biologisch als minder gezond.”

Natuur en landschap, dat is mooi. Maar er moet toch geproduceerd worden voor een groeiende wereldbevolking.

“Nederland heeft natuurlijk sowieso een heel hoogwaardige agrarische sector, gangbaar zowel als biologisch. Maar waar we in doorschieten is de gedachte dat wij vanuit Nederland heel de wereld moeten voeden. En ook steekt nu, met de Europese doelstelling van Farm to Fork, het argument de kop weer op dat we met alleen biologisch de wereld niet kunnen voeden. Dat is niet de discussie.”

“Wel dat we in alle ketens wereldwijd slimmer moeten produceren – meer plantaardig, minder dierlijk, minder voedsel verspillen, betere distributie. Met minder verliezen in de keten hoeft er ook met 25% biologisch areaal of meer niemand honger te lijden en kunnen alle ketenspelers een prima boterham verdienen.”

Lees ook het hoofdredactioneel commentaar: Biologisch boeren in de marge

Snel delen