Michel Penterman: “Wie onze melk drinkt, zorgt ervoor dat het Amstelland in stand blijft.” Foto: Cor Salverius
De melk van 22 Boeren van Amstel is in meer dan 200 supermarkten in en rond Amsterdam verkrijgbaar. Directeur Michel Penterman spreekt van een doorbraak. Vijf cent per verkochte liter melk gaat naar een weidevogelfonds en vervolgens naar de deelnemende boeren. “Wij verkopen melk met een verhaal dat iedereen snapt en waardeert.”
Zijn opdracht was: zorg ervoor dat de melk van de Boeren van Amstel een commercieel succes wordt. Michel Penterman vond dat wel een mooie uitdaging. Als nieuwe directeur pakte hij in februari 2020 de handschoen op. Negen maanden later is hij tevreden over de resultaten tot nu toe, om niet te zeggen hartstikke trots.
De melk van 22 boeren uit Amstelland – een uitgestrekte polder net ten zuiden van Amsterdam – is sinds een paar weken verkrijgbaar in 180 filialen van Albert Heijn in regio Amsterdam. En bij een groeiend aantal Jumbo’s. Met de supermarktketens Deen en Coop is hij in gesprek over levering. Gaat vast ook lukken, zegt hij optimistisch.
De juiste mensen aanschieten
Boeren van Amstel is een knuffelmerk geworden, concludeert Penterman. Veel moeite kostte hem dat trouwens niet. Het is vooral een kwestie van de juiste mensen aanschieten. Bijvoorbeeld Marit van Egmond, CEO van Albert Heijn. “Onze melk en yoghurt komt van boeren uit de buurt. Ze onderhouden het landschap, zorgen ervoor dat er weidevogels in het gebied blijven. Dat mag wel wat extra kosten. Snapt iedereen, Van Egmond helemaal. En nu liggen we met ons product in een groot aantal supermarkten. Mooi toch?”
Wie die melk drinkt, zorgt ervoor dat het gebied in stand blijft
Het break-evenpoint is nog niet bereikt, zegt hij eerlijk. Maakt hij zich niet druk over. De vooruitzichten zijn goed. Komend jaar groeit de omzet naar € 1,5 miljoen, het break-evenpoint, voorspelt hij. “De barista’s zijn razend enthousiast, net als de topkoks. En nu ook de bazen van de supermarktketens. Dit is melk met een simpel verhaal. Vanuit de kantoortorens aan de Zuidas kijk je op Amstelland. Vanaf station Amsterdam-Amstel loop je in tien minuten de polder in. De koeien die daar lopen, produceren jouw melk. Wie die melk drinkt, zorgt ervoor dat het gebied in stand blijft. Met koeien en grutto’s. En met boeren, want zonder hen geen koeien en geen weidevogels. Veel mensen willen daar aan bijdragen. Dat zie je nu gebeuren.”
Eigen zuivelfabriek
De coöperatie Boeren van Amstelland bestaat al een paar jaar. Inmiddels hebben ze een eigen zuivelfabriek in Ouderkerk aan de Amstel. De leden van de coöperatie hebben afspraken met elkaar gemaakt over het weidevogelbeheer. Bijvoorbeeld over maaien en beweiden, over het beheer van kruidenrijke percelen en onderhoud van slootkanten. De Vogelbescherming praat mee, vrijwilligers controleren of de boeren doen wat ze beloven en tellen de nesten. Van elke verkochte liter melk gaat vijf cent naar een pot. De opbrengst wordt verdeeld over de boeren. Wie meer doet voor natuur en landschap, krijgt meer dan degene die wat minder doet. Daar is een puntensysteem voor bedacht.
Een droombaan
Directeur Penterman gelooft in het verhaal, ook al komt hij helemaal niet uit de landbouw. Hij ontwikkelde een overdekt strand in Aalsmeer, maakte televisieprogramma’s, is eigenaar van de website gitaarles.nl, was jarenlang consultant. En toen kwam de directeursfunctie bij Boeren van Amstel voorbij. “Een droombaan. Als kleine jongen kwam ik dagelijks op de boerderij van een vriendje, ik wandel en fiets door deze polder, geniet van het gebied. Nog belangrijker, ik geloof in dit concept. Als directeur kan ik eraan bijdragen dat het meer wordt dan een mooi verhaal. Dat lijkt aardig te gaan lukken.”
Misschien kunnen we in overleg met FrieslandCampina het plafond verhogen
De grote zuivelondernemingen ziet hij niet als concurrent. En FrieslandCampina waar de 22 boeren ook aan leveren, helemaal niet. Penterman: “Die coöperatie is juist de aorta van ons verdienmodel. We hebben de afspraak dat maximaal 30% van de melk in onze eigen fabriek verwerkt mag worden en onder ons eigen merk afgezet mag worden. Dat geeft onze boeren zekerheid. Aan dat plafond zitten we trouwens nog niet.”
Als de groei van de omzet doorzet, kan dat wel gebeuren. “Zien we dan wel. Misschien kunnen we in overleg met FrieslandCampina het plafond verhogen. Of we zoeken er boeren bij. Komt tijd, komt raad. Vooralsnog wil ik meer supermarktketens over de streep trekken om onze producten in het schap te zetten.”