Foto: Fascinating/Marjan Toren
Fascinating. Het is de naam van een steeds verder uitdijend agrifood-project waar de grote coöperaties Agrifirm, FrieslandCampina, Avebe en Cosun bij zijn aangesloten. Gezonde, hoogwaardige plantaardige eiwitten spelen een belangrijke rol binnen het programma. Plannen voor een plek voor de verwerking van plantaardige eiwitten zijn in de maak.
Keten verbinden
[caption id="attachment_77156" align="alignright" width="300"] Tjeerd Jongsma is directeur van het project Fascinating, dat zijn basis heeft in Groningen. - Foto: Fascinating[/caption] Ruim twee jaar geleden kwam het programma van de grond. De vier landbouwcoöperaties Cosun, FrieslandCampina, Avebe en Agrifirm waren de eersten die instapten. Inmiddels zijn meer organisaties en bedrijven uit de hele voedingsketen betrokken. âHet achterliggende idee is om voedselketens te verduurzamen, een transitie te bewerkstelligen. Daarvoor is het nodig om regie te nemen in alles wat er gebeurt op gebied van biodiversiteit, bodem, plantaardige eiwitten en verwerking van grondstoffen. We moeten die losse stukjes, en daarmee de hele voedingsketen, met elkaar verbindenâ, aldus Jongsma. Doel is om marktgericht nieuwe producten te kunnen maken. Volgens de directeur was het belangrijk om daarvoor de grote coöperaties mee te krijgen. âWe hebben hen hard nodig om de transities te bewerkstelligen, want er zit daar veel kennis op verschillende terreinen, waaronder de belangrijke consumentenkant.âWe moeten niet toe willen naar een monocultuur van veldbonenDe aandacht binnen het programma gaat vooral naar het opzetten van ketens met hoogwaardige producten; de transitie van kwantiteit naar kwaliteit. De veldboon lijkt, uit de resultaten van teeltproeven, een veelbelovend eiwitgewas voor Nederland. Toch betekent dat niet dat heel ons land straks vol moet komen te staan met dit gewas. âWe moeten niet toe willen naar een monocultuur van veldbonen. Daar zijn andere landen veel beter in. We moeten daarom nadenken over hoe we de in Nederland geteelde gewassen het beste kunnen positioneren, onderzoeken wat de meerwaarde is van bijvoorbeeld Nederlandse rubisco, hennep of veldbonen en bouwen aan wat onderscheidend is van de bulk.â Op die manier kunnen boeren ook een hogere prijs krijgen voor hun eiwitgewassen; we werken aan verdienvermogen voor de boer. Dat is nodig volgens Jongsma, want waar boeren in andere landen zoals België subsidie krijgen voor het telen van bepaalde eiwitgewassen, is dat in Nederland niet het geval.
Verwerkingscapaciteit nodig
âHoewel onze basis ligt in Groningen, gaat de impact en samenwerking veel verder dan deze provincie. Het doel is echter wel om investeringen die gedaan worden in Groningen te laten plaatsvinden om daarmee economische groei in de regio te realiseren.â Een van die mogelijke investeringen is de verwerking van plantaardige eiwitten. De eerste gesprekken hierover zijn gaande, een concreet plan is er nog niet. Provincie Groningen verleende recent een subsidie van ruim â¬Â 300.000 voor het project âVerkenning Eiwitfabriekâ. Doel is om de haalbaarheid te onderzoeken van een multifunctionele eiwitfabriek in Groningen, die is afgestemd op de gewassen die er kunnen worden verbouwd, het draagvlak onder telers, de mogelijke ingrediënten en halfproducten die kunnen worden geproduceerd op (semi-) industriële schaal en het marktpotentieel ervan. âWelke technologieën we hiervoor gebruiken, waar dit precies moet gebeuren en hoe het zit met eigenaarschap, dat zijn dingen die we nog moeten uitzoeken.â Ook welke plantaardige eiwitten er verwerkt gaan worden, is nog de vraag. Alle vier de grote coöperaties zijn bezig met plantaardige eiwitten: Cosun met veldbonen, Avebe met aardappelen, FrieslandCampina met haver en soja en Agrifirm met verschillende teelten. Ze vragen allemaal een andere bewerkingstechniek. Eiwitverwerking was geen doel op zich bij de opstart van het programma. âGaandeweg kwamen we er echter achter dat er verwerkingscapaciteit moet zijn om de transitie vorm te kunnen geven. Een fabriek lijkt daarvoor instrumenteel te zijn.âWe willen niet toe naar ultra-processed producten, maar producten met voldoende nutriënten en een goede verteerbaarheidAandacht voor écht gezonde plantaardige producten, al dan niet bewerkt, staat centraal. Ook de mate van bewerking speelt daarin een rol. âWe gaan met zân allen meer plantaardig eten en dan is het van belang dat het voedsel ook echt gezond is. De huidige kaasvervangers bijvoorbeeld, die voor het grootste deel uit zetmeel en olie bestaan, die zijn gewoon niet gezond. We willen dan ook niet toe naar ultra-processed producten, maar producten met voldoende micro- en macronutriënten en met een goede verteerbaarheid.â
Gezonde plantaardige producten
Om die reden zijn het Universiteit Medisch Centrum Groningen (UMCG) en Rijksuniversiteit aangesloten. Zij doen wetenschappelijk onderzoek naar gezonde voeding binnen het programma. De bedoeling is om de vertaalslag te maken van de ene schakel in de keten naar de andere schakel. Hoe kan het gehalte micro- en macronutriënten in die eindproducten omhoog? Hoe kun je een gezond voedingspatroon vertalen naar de landbouw? Het zijn vragen die antwoorden moeten krijgen. Verwerkingstechnologie speelt hierin een rol. Zo wordt bijvoorbeeld gekeken naar verschillende scheidingstechnieken voor plantaardig eiwit en de inzet van fermentatie voor het beter verteerbaar maken van de eiwitten. Die aanwezigheid van nutriënten is echter al te beïnvloeden aan het begin van de keten, bij de teelt. Bodemgezondheid krijgt daarom veel aandacht. âTegenwoordig hebben gewassen minder nutriënten dan vroeger. Dat komt onder andere door een korter groeiproces, maar ook doordat planten de nutriënten niet goed kunnen opnemen uit de bodem. Een gezonde bodem, met veel bodemleven, zorgt ervoor dat gewassen meer nutriënten kunnen opnemen.âHoewel supermarkten een rol kunnen spelen in de verduurzaming, moeten we hun impact ook niet overschatten
Vrije open innovatie
Uiteindelijk moeten uit het programma nieuwe perspectieven komen, onder andere voor boeren, maar ook voor andere schakels in de keten en banken en investeerders. Wat die nieuwe perspectieven dan zijn, daar heeft Jongsma nog geen antwoord op. Er zijn wel bepaalde doelen, maar het gaat vooral om het stimuleren van vrije innovatie, zo stelt hij. Het programma staat open voor aansluiting van nieuwe partijen. Met name samenwerking met organisaties aan het eind van de keten zou een welkome aanvulling zijn. Supermarkten zijn (nog) niet aangesloten. âHoewel ze een rol kunnen spelen in de verduurzaming, moeten we hun impact ook niet overschatten. Retailers kopen het grootste deel van hun producten uit het buitenland en tegelijk gaan veel van onze producten de grens over. We moeten supermarkten dus niet zien als een direct verlengstuk van onze agrifoodsector. We hoeven niet te verwachten dat de transitie daar begint.â Jongsma is blij met de voortgang die tot nu toe geboekt is. âWe zijn snel kunnen starten en we werken aan een goed georganiseerde keten, dat loopt naar verwachting. Belangrijk is om gewoon van start te gaan en niet altijd maar te wachten op bijvoorbeeld goedkeuringen of subsidies. Dan kan het ineens snel gaan, dat laat dit project wel zien.â Bekijk ook de video die F&A eerder maakte over het onderzoek naar eiwitrijke gewassen in project Fascinating:Mis geen enkel topverhaal op Eiwit Trends
Dit premium artikel is enkel beschikbaar voor abonnees
Beperk risico's met betere investeringen
Versterk je ketenpositie met de juiste partners
Versnel innovaties met de nieuwste trends
Beleef journalistiek van top niveau door collega’s, ervaren redacteurs én experts uit de sector.
Alieke Hilhorst
Chris Polkamp
Wendy Noordzij