Biodynamisch akkerbouwer André Jurrius begon aan de Food Forward Track in het Gelderse rivierenland met een duidelijk doel voor ogen. Hij wilde een eiwitcoöperatie starten en zocht gelijkgestemden die hem daarbij wilden helpen. Dat bleek nog niet zo eenvoudig.
“Er was niet direct steun voor mijn plannen”, bekent Jurrius. “In het begin van de track waren alle deelnemers nog heel erg zoekende naar wat ze nou precies wilden bereiken. Gaandeweg raakten steeds meer mensen overtuigd van het idee dat er in de huidige voedseltransitie, waarin plantaardige eiwitten vlees steeds vaker vervangen, een grote behoefte is aan een organisatie die de vraag en het aanbod van eiwitgewassen samenbrengt. Toen is het balletje gaan rollen.”
Telen van eiwitgewassen
Jurrius weet waar hij het over heeft. Hij was de eerste boer in zijn omgeving die naast traditionele groenten, zoals rode biet, aardappel en ui, ook eiwitgewassen begon te telen. Iets wat in 2008 min of meer per toeval op zijn pad kwam. Drie jaar eerder was hij na een avontuur in Canada teruggekeerd naar zijn geboortestreek. Hij kreeg de mogelijkheid een traditioneel landbouwbedrijf in Randwijk te pachten en deze om te schakelen naar een biologische bedrijfsvoering. In diezelfde periode werd hij via zijn studieclub benaderd door Jaap Kortenweg van De Vegetarische Slager, een gloednieuwe start-up die vroeg of Jurrius lupine voor hen wilde telen. Hij had nog nooit van het gewas gehoord, maar wilde het graag proberen.
Ik was al snel verrast door de schoonheid van de plant
“Het werd een ontdekkingstocht”, zo zegt hij nu. “Ik was al snel verrast door de schoonheid van de plant. Het gewas bloeit drie weken aan een stuk en krijgt dan een hele mooie paars-witte gloed. Ook het bestrijden van onkruid bleek bij de lupineteelt relatief simpel. De Vegetarische Slager groeide alleen zo snel, dat hij niet meer aan de vraag kon voldoen. De samenwerking stopte, maar Jurrius was dusdanig enthousiast geworden dat hij besloot meer eiwitgewassen te gaan telen, waaronder quinoa en sojabonen.”
Vraag en aanbod dichter bij elkaar brengen
Hoewel eiwitgewassen volop in de belangstelling staan, is het aantal Nederlandse telers nog altijd beperkt. “We kunnen de gewassen in Nederland telen, maar niet voor de prijs waarop ze dat in Zuid-Amerika doen. Zolang er op landelijk of Europees niveau geen prijsafspraken worden gemaakt blijft het een nicheproduct”, denkt Jurrius.
Het idee van een eiwitcoöperatie is bedoeld om de vraag en het aanbod van eiwitgewassen in Nederland dichter bij elkaar te brengen. “Door zowel afnemers als telers aan ons te binden, kunnen we in poule-verband gaan telen en zo de risico’s spreiden”, zegt hij. “Ook kunnen we als coöperatie specifieke teelten gaan doen voor start-ups die nog niet over voldoende kennis beschikken of geen middelen hebben om het risico te dragen. Maar we kunnen als coöperatie bijvoorbeeld ook nieuwe recepten bedenken en samenwerken met koksopleidingen. Ook op dat gebied liggen nog volop kansen.”
Verschillende achtergronden
Zijn trackgroepje bestaat nu uit vier personen, die allemaal een andere achtergrond hebben. “Een groot voordeel”, beaamt Jurrius. “Daardoor ligt de focus niet alleen op teelt, maar kijken we ook naar het grotere plaatje. Zo is er iemand van het Food Lab, die zich richt op de bewerking en een student die goed is in economie en communicatie en daarom dat deel voor zijn rekening neemt. Ik zie onze krachten gebundeld worden en dat is precies wat ik voor ogen had toen ik aan de Food Forward Track begon.”