Toine Timmermans. - Foto: WUR
Mister Voedselverspilling zou je hem kunnen noemen. Echter, Toine Timmermans wil het thema waar hij al bijna twintig jaar mee bezig is liever positief laden. Bijvoorbeeld met de hashtag #verspillingsvrij. “Grondstoffen zo benutten dat we de maximale waarde eruit halen.”
De taskforce is niet meer, ruim baan voor de stichting Samen Tegen Voedselverspilling. Die volgende stap konden ze zetten door de betrokkenheid van de oprichters en de startfinanciering van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Daarmee is er ruimte voor positieve actie om te voorkomen dat perfect voedsel dat wordt geproduceerd met kostbare grondstoffen perfect voedsel dat uiteindelijk de mond van de consument niet haalt.
Toine Timmermans, directeur van de stichting Samen Tegen Voedselverspilling: “In 2000, toen ik me met het onderwerp begon bezig te houden, was voedselverspilling in de keten nog geen issue. Dat terwijl we in het programma AKK, Agro Keten Kennis, tot de conclusie kwamen dat de ketens van de tien agrarische sectoren in Nederland samen € 3 miljard aan waarde laten weglekken. Dat was – en is voor een groot deel nog steeds – ingecalculeerd in het businessmodel van de voedselketens, hoeveel technische oplossingen er ook klaar liggen.”
Lees verder onder het LinkedIn-bericht
Technologische oplossingen voor voedselverspilling
Timmermans is in eerste instantie opgeleid om een probleem als ‘voedselverspilling’ te lijf te gaan met technologische oplossingen.
“Een voorbeeld: tags op producten om de houdbaarheid te monitoren. In 2013 was er al de Pasteur-tag, met chips en sensoren die zo ongeveer alles konden. Maar anno 2020 hebben we nog steeds houdbaarheidsdata geprint op voedsel. Tenminste Houdbaar Tot en Te Gebruiken Tot. En juist die datum is aanleiding voor veel mensen om eten weg te gooien waar niks mis mee is.”
“Om echt stappen voorwaarts te zetten moet de wetgever bewegen, want die verplichting op een geprinte datum staat nu nog in de warenwet. Ook moeten bedrijven in de keten willen investeren. Dat kan, want Noorwegen heeft al vier jaar een wettelijk toegestane houdbaarheidsmonitor in de vorm van de Keep it-sensor. Dat is een soort mini-thermometertje. Eenvoudiger dan de Pasteur-tag, en vooral ook veel goedkoper.”
Lees verder onder het LinkedIn-bericht
Je wilt eigenlijk dat consumenten zelf hun zintuigen en verstand gebruiken voor een juiste inschatting
Timmermans weet als geen ander dat de discussie rond voedselverspilling vol zit met dilemma’s. “Net als een geprinte datum kan ook een sensor het einde van de houdbaarheid aangeven terwijl iets nog best te eten is. Je wilt eigenlijk dat consumenten zelf hun zintuigen en verstand gebruiken voor een juiste inschatting. Maar daar raken we langzaam verder vanaf.”
“Een ander dilemma is de discussie over plastic. Daar komt steeds meer weerstand tegen. Dat terwijl wat je wint met minder plastic in het milieu misschien wordt overschaduwd door de grotere voetafdruk van andere verpakkingsmaterialen en door het verlies aan houdbaarheid.”
Een ander dilemma: weten we wat echt het effect is van het verkorten of het verlengen van houdbaarheid op de mate van verspilling?
“Met die onderzoeksvraag leuren we al jaren. Als mensen weten dat een in folie verpakte komkommer langer mee kan, verschuif je dan niet eenvoudigweg het moment van verspilling een paar dagen naar achteren? Nu plastic ter discussie staat komt er meer interesse komt voor dit type vraagstellingen naar de afwegingen.”
Uiteindelijk gaat het met verspilling de laatste jaren toch de goede kant op.
“In Nederland loopt sinds 2013 de lijn van verspilling door de eindconsument structureel omlaag, we zitten gemiddeld op 29% minder. Dat komt voor een deel doordat de consument zich van het probleem bewust is geworden. Daar hebben een aantal initiatieven zoals Kromkommer zeker een grote impact gehad.”
“Ik denk wel dat de tijd van de kleine initiatieven, de start-ups, de lokale bedrijfjes die bij telers overschotten ophalen en daar jam van maken, dat die tijd voorbij is. Zelfs de Verspillingsfabriek met 10.000 liter soep per dag is eigenlijk nog steeds maar een druppel, gezien vanuit de doelstelling van Samen Tegen Voedselverspilling om jaarlijks 1 miljoen ton extra aan grondstoffen in de voedselketen te benutten.”
Lees verder onder de tweet
Wat dan wel?
“De grote ketenpartners moeten samen hun verantwoordelijkheid nemen; de retail samen met de handel en de telers. Die lijnen zijn er nu ook wel. In de ketens zit men niet alleen meer als in- en verkoper om tafel, maar ook met de duurzaamheidsmanagers. In Nederland heeft elke supermarktketen wel een pilot. En op een meer overkoepelend niveau zitten GroentenFruit Huis, LTO en CBL, met ook LNV om tafel in de stichting Samen Tegen Voedselverspilling. Ze delen ervaringen en kunnen onderbouwd met feiten de grotere beweging naar oplossingen met impact sturen. Maar niet te veel, want laat iedereen ook maar ruimte om een eigen oplossing te kiezen en te vertalen naar acties.”
Toenemende transparantie
Timmermans ziet in die gezamenlijke gesprekken tussen de partners in een keten en tussen de verschillende ketens vooral winst in toenemende transparantie. “Deel je data in je eigen keten. Breng de reststromen in kaart, zodat je ze kunt bundelen. We hebben in Nederland nog altijd ruim 400.000 ton reststromen in de groentesector. Dat kan op allerlei manieren alsnog tot waarde worden gebracht, maar niet als je daar niet vooraf over nadenkt hoe het tot structurele verbetering kan komen.”
“Een heel goed voorbeeld op dat gebied vind ik de het bedrijf Van Rijsingen Green, groenteverwerkers. Die hebben hun hele keten van peenteelt tot en met het verwerken van hun reststromen in kaart gebracht. Voorheen planden ze vooral op teelt en afzet van hun kernproduct, de zakjes schoongemaakte peen. Maar nu plannen ze vanuit de gedachte van total use: pas inzaaien als we klanten hebben voor zowel het hoofdproduct als voor alle bijproducten en reststromen.”
Lees verder onder de video van Van Rijsingen Green
De vergister is wel de slechtste manier van het benutten van je grondstoffen
Zulke afspraken kan elke teler maken met zijn afnemers, stelt Timmermans. Met pas als allerlaatste redmiddel groente en fruit als veevoer, als onderdeel van de circulaire economie. “Laat staan de vergister. Dat is wel de slechtste manier van het benutten van je grondstoffen, als je het zo ver laat komen. Daar moet ook elke vorm van subsidie vanaf, wat mij betreft. Een verkeerde prikkel.”
“Zo ver komt het dus steeds minder vaak. Ook doordat producenten in de keten groter worden; de bedrijven in de kasteelt hebben 1 tot 3% voedselverlies hooguit. Maar voornamelijk moeten we het hebben van minder wantrouwen in de eigen keten. Vrienden zullen telers en supermarkten misschien nooit worden. Maar als preferred partners kom je toch een heel eind in die richting.”