Jurriaan Visser: "We staan nog maar aan het begin van deze nieuwe groeimarkt, die voor ons nog wel een niche is." - Foto: Peter Roek
Als manager Granen, Zaden en Peulvruchten bij coöperatie CZAV zoekt Jurriaan Visser interessante teelten voor de aangesloten akkerbouwers en nieuwe afzetkanalen daarvoor. “Ik hou van ondernemen, van samenwerking zoeken in de keten. Veldbonen zijn een mooie uitdaging in de eiwittransitie.”
Hij geeft eerlijk toe: vleesvervangers, zoals vegetarisch gehakt of plantaardige worstjes, sieren zelden zijn menu. Dat neemt niet weg dat Jurriaan Visser zich toch met hart en ziel inzet om bijvoorbeeld veldbonen als basis voor vleesvervangers tot een succes te maken. Want de markt voor vleesvervangers groeit sterk en Nederland speelt daarin een prominente rol.
Opzetten van nieuwe dingen
Ruim twee jaar is hij nu manager Granen, Zaden en Peulvruchten bij de Coöperatieve Zuidelijke Aan- en Verkoopvereniging (CZAV), met de hoofdvestiging in het Zeeuwse Wemeldinge. In die functie is Visser verantwoordelijk voor de inkoop en afzet van de granen, zaden en peulvruchten die de coöperatieleden telen. “Ik vind dat heel leuk, want ik ben wel een ondernemer. Ik hou van het opzetten van nieuwe dingen, van samenwerking zoeken in de keten, zoals met verwerker Hak.”
Een van de strategische thema’s van CZAV is de eiwittransitie: dierlijke eiwitten in de menselijke voeding vervangen door plantaardige. Eigenlijk is de coöperatie daar al een heel aantal jaren mee bezig, ziet Visser. Zo telen akkerbouwers steeds meer bruine bonen, zijn recent kidneybonen geïntroduceerd en nemen veldbonen een steeds grotere plaats in, zij het nog bescheiden. 200 hectare omvat die teelt nu, waarvan 60 hectare voor menselijke consumptie en de rest voor vermeerdering.
Veldbonen niet in potjes
Die veldbonen voor menselijke consumptie zullen we niet in de potjes van Hak tegenkomen in de supermarkt. “Wij zijn niet gewend om ze zo te eten. Ze smaken niet geweldig en kunnen bitterstoffen bevatten. Veldbonen zijn wel heel eiwitrijk en kunnen als meel of concentraat in diverse typen vleesvervangers worden gebruikt. Ze zitten bijvoorbeeld al in enkele vleesvervangers van Meatless/BOON die bij Albert Heijn in de schappen liggen.”
Ik hou van het opzetten van nieuwe dingen, van samenwerking zoeken in de keten
Al is Visser zelf geen vegetariër, hij heeft wel oog voor de maatschappelijke wensen om minder dierlijk eiwit te consumeren en om meer regionaal geteelde producten aan te schaffen. “Daar komt nog bij dat veldbonen stikstof binden en als bloeiend gewas bijvoorbeeld ook bijen aantrekken. Deze teelt komt dus tegemoet aan allerlei maatschappelijke opgaven en het is mooi om daaraan een bijdrage te kunnen leveren.”
Grondstof voor humane consumptie
Uiteindelijk moet onder de streep natuurlijk wel voldoende aan de veldbonen worden verdiend om het voor de akkerbouwers aantrekkelijk te maken deze in hun teeltplan op te nemen. Veldbonen telen als veevoer werd vroeger veel gedaan, maar is sinds de grootschalige import van soja niet meer aantrekkelijk voor akkerbouwers. “Als grondstof voor menselijke consumptie leveren veldbonen meer op dan voor veevoer. Doordat de markt voor vleesvervangers groeit, is er ook steeds meer vraag naar dit soort plantaardige eiwitbronnen. Maar als je me vraagt hoeveel hectare we over vijf jaar zullen telen, dan kan ik daar geen doel op plakken. We staan nog maar aan het begin van deze nieuwe groeimarkt, die voor ons nog wel een niche is.”
We staan nog maar aan het begin van deze nieuwe groeimarkt, die voor ons nog wel een niche is
Akkerbouwachtergrond
Op proeflocatie AgroProeftuin de Peel nabij Uden in Noord-Brabant loopt onder andere een proef met veldbonen. Vorig jaar was die met name gericht op de rassenkeuze, dit seizoen staat vooral het optimaliseren van de teelt op zandgronden centraal. Visser heeft zelf een akkerbouwachtergrond en voelt zich daar ook bij betrokken. “Mijn opa was fruitteler en akkerbouwer onder de rook van Rotterdam. Mijn vader en broer hebben het bedrijf voortgezet. Ik woon daar ook nog.”
Visser werd geen fruitteler of akkerbouwer, maar koos voor landbouwuniversiteit Wageningen, waar hij bedrijfskunde studeerde. Daarna ging hij werken bij Suiker Unie (nu Cosun Beet Company). Daar was hij projectleider van het Suiker Unie Smart Farming Programma. “Dat programma was gericht op het verhogen van de suikerbietenopbrengst en het verminderen van de milieu-impact. Daarvoor pasten we allerlei innovaties toe, zowel in de teelt als in de logistiek. Zo gingen we bijvoorbeeld sensoren gebruiken om de bladschimmeldruk te meten. Het teeltregistratieprogramma Unitip breidden we uit met dit soort nieuwe toepassingen, zodat bietentelers op basis van meer en betere informatie hun beslissingen konden nemen.”
‘Binding met de leden’
Nu zet Visser zijn kwaliteiten dus in bij een andere coöperatie. De wereld van de coöperaties past hem goed, zegt hij. “Je hebt de binding met de leden. Uiteraard is het vanuit mijn functie mijn hoofddoel om meerwaarde te creëren voor onze telers in de akkerbouw. Dat is met zoiets als veldbonen best een mooie uitdaging.”