Skip to content

Zo zet Avebe zijn reststroom om naar nieuwe bedrijfstak

Avebe begon lang jaren geleden met het valoriseren van zijn reststroom. Wat heeft het bedrijf gedaan om zijn reststroom niet meer als zodanig te zien?

Updated on:
Business
Interview
Innovatiecentrum van Avebe. De ontwikkeling van de techniek om eiwitten uit aardappelen te winnen was de grootste hindernis om deze reststroom te kunnen verwaarden. - Foto: Jan Willem van Vliet premium

Innovatiecentrum van Avebe. De ontwikkeling van de techniek om eiwitten uit aardappelen te winnen was de grootste hindernis om deze reststroom te kunnen verwaarden. - Foto: Jan Willem van Vliet

Hoe zet je een reststroom om in waarde? Met deze vraag worstelen voedingsbedrijven, omdat reststromen nu worden gezien als een last en niet altijd als een kans. Royal Avebe begon al bijna vijftig jaar geleden met het valoriseren van zijn reststroom en verdient daar nu goed geld aan. Wat heeft het bedrijf gedaan om zijn reststroom niet meer als zodanig te zien?

Avebe is voornamelijk bekend als de grootste producent van aardappelzetmeel. De coöperatie produceert jaarlijks 600.000 ton zetmeel dat wordt gebruikt in voeding, diervoeding en voor industriële toepassingen. Sinds 2008 heeft de coöperatie een nieuwe tak toegevoegd aan het bedrijf. Naast het zetmeel haalt Avebe jaarlijks ook 30.000 ton eiwit uit diezelfde aardappelen. Het eiwit is een grondstof die eerder werd weggespoeld. Marc Laus, innovation technology officer, en Peter-Erik Ywema, directeur duurzaamheid, vertellen meer over hoe Avebe steeds meer waarde haalt uit de aardappel.

Sinds 2008 verkopen jullie een voedingsingrediënt dat voorheen een reststroom was. Kun je hier wat meer over vertellen?

[caption id="attachment_82039" align="alignright" width="300"]Mark Laus, Innovation Technology Officer bij Avebe Mark Laus, Innovation Technology Officer bij Avebe. – Foto: Avebe[/caption] Laus: “In de jaren zeventig haalden wij alleen het zetmeel uit de aardappel. De rest van het door ons genoemde ‘aardappelsap’ spoelden we weg in verschillende kanalen rondom de productielocatie. Dit aardappelsap bestaat voornamelijk uit water, maar bevat ook eiwitten. Omdat eiwitten van nature de eigenschap hebben om te schuimen, begon het water in het kanaal ook te schuimen. Dit veroorzaakte stank en overlast. Nieuwe milieuwetgeving was de aanleiding om een nieuwe innovatieve methode te ontwikkelen om de eiwitten uit het aardappelsap te coaguleren (uit te vlokken). Eiwitten uit onze aardappelen hebben een hoge nutritionele waarde, dus al snel zijn we begonnen die af te zetten in de diervoerderindustrie. Het wordt gebruikt als biggenvoer, maar ook voor zalmkorrels. Langzaam hebben we meer kennis vergaard over toepassing in humane voeding. Doordat we het eiwit, dat is opgelost in water, koud ontsluiten en verwijderen, behoudt het de functionaliteit. Het behoudt daardoor de mogelijkheid om te schuimen, te geleren, te stabiliseren en te emulgeren. Daarmee maken we nu plantaardige slagroom en margarines.”

Er heeft dus nog best wat tijd gezeten tussen het ontwikkelen van de technologie om eiwitten uit het aardappelsap te halen en het toepassen in voedingsmiddelen. Wat is daar de reden van?

Laus: “Volgens mij was de grootste reden dat de markt er nog niet klaar voor was. Toen we in 2008 begonnen met de verkoop van onze plantaardige eiwitten, bevonden we ons nog middenin een soort ‘geitenwollensokkenfase’. Er was weinig aandacht voor de eiwittransitie en vega en vegan waren nog niches. Er was gewoon weinig vraag naar. Daarnaast was er nog weinig kennis beschikbaar. In 2000 is zelfs nog een onderzoek gepubliceerd waarin geconcludeerd werd dat het onmogelijk was om aardappeleiwit te gebruiken voor humane voeding. Toch hebben we veel onderzoek gedaan naar mogelijke toepassingen, en rond 2005 is een techniek ontwikkeld waarmee eiwitten geëxtraheerd en hun functionaliteit behouden kunnen worden. Toen ging het eigenlijk vrij snel. In 2007 is de eerste productielijn voor eiwit voor humane voeding geopend in Gasselternijveen. In 2008 werd het op de markt geïntroduceerd.”

Wat is de grootste uitdaging om het product geschikt te maken voor humane voeding?

[caption id="attachment_82042" align="alignright" width="300"]Peter-Erik Ywema, directeur Duurzaamheid bij Avebe. Peter-Erik Ywema, directeur Duurzaamheid bij Avebe. - Foto: Avebe[/caption] Ywema: “De ontwikkeling van de techniek was absoluut de grootste hindernis. Zodra die er was, werd het eigenlijk vrij gemakkelijk. Een reststroom bevat verschillende stoffen en die moet je dan weer van elkaar scheiden. Verder is er bij aardappelen nog de uitdaging dat ze van nature glyco-alkaloïden (stoffen waarmee de plant zich tegen ongedierte beschermt, red.) bevatten. Deze worden verwijderd bij de productie van aardappelzetmeel en deze stof kwam dus terecht in het aardappelsap. Om aardappeleiwit te verkrijgen, moeten de glyco-alkaloïden nu uit de sapstroom worden verwijderd.”

Lees ook: Avebe zet in op nieuwe plantaardige markten en producten

Jullie zijn dus al ruim 15 jaar bezig met het verwaarden van de aardappel. Wat is de volgende stap?

Ywema: “We hebben nog steeds reststromen, dus we kijken hoe we die ook nuttig kunnen inzetten. Aardappelsap bevat bijvoorbeeld nog kalium en aminozuren. We hebben ‘economisch afval’: afval dat ons geld kost om ervan af te komen of dat veel geld kost om er een bruikbaar product van te maken. We onderzoeken hoe we geld kunnen verdienen aan iets waar we momenteel geld aan verliezen. Samen met Agrifirm, Cosun en FrieslandCampina kijken we binnen het project Fascinating naar manieren om reststromen te gebruiken, zelfs non-food. We onderzoeken onder meer of we reststromen weer terug op het land van onze leden kunnen krijgen, bijvoorbeeld in de vorm van bemesting. Dat is natuurlijk de ultieme kringloop.”
Het mooiste zou zijn als we uiteindelijk puur water overhouden en aan alles wat we eruit halen waarde kunnen geven

Wanneer je steeds meer uit je reststroom haalt, blijft er altijd wat over. Is er een maximum aan de waarde die jullie uit de reststromen kunnen halen?

Laus: “We kijken voortdurend naar onze stromen en we kijken waar de potentie zit. Als je zuivert voor een bepaald ingrediënt, blijft er altijd weer wat anders over. We halen nu twee ingrediënten uit het aardappelsap terwijl er dus nog meer uit gehaald zou kunnen worden. Het wordt alleen steeds lastiger om het te zuiveren. Zodra je er wat uithaalt, blijft er een verdunder stroom over. We doen veel onderzoek naar mogelijkheden om verdere stappen te maken. Het mooiste zou zijn als we uiteindelijk puur water overhouden en aan alles wat we eruit halen waarde kunnen geven.”

Jullie focussen sterk op plantaardig in jullie promotie. De term ‘upcycled’ wordt door steeds meer bedrijven gebruikt om een uniek karakter aan hun product te geven. Is dat iets wat ook in de toekomst voor Avebe kan gaan gelden?

Ywema: “Kunnen we iets wat al vijftig jaar geen reststroom meer is voor ons nog steeds als ‘upcycled’ beschouwen? We zetten nu in op plantaardig, omdat dat het meest gevraagd wordt door onze klanten en hun klanten. Toch zien we ook nu al stoffen in onze reststromen die mogelijk interessant worden voor de markt. Ik sluit niet uit dat Avebe met die trend meegaat. Op dit moment blijven we ons richten op het plantaardige aspect van onze producten, met functionele en nutritionele eiwitten voorop.”

Bekijk ook de video: Royal Avebe groeit mee met plantaardige markt

Mis geen enkel topverhaal op Eiwit Trends

Dit premium artikel is enkel beschikbaar voor abonnees

Beperk risico's met betere investeringen

Versterk je ketenpositie met de juiste partners

Versnel innovaties met de nieuwste trends

Beleef journalistiek van top niveau door collega’s, ervaren redacteurs én experts uit de sector.

Afbeelding

Wendy Noordzij

Chris Polkamp

Chris Polkamp

Alieke Hilhorst

Alieke Hilhorst

Abonneer vanaf €2,50/week

Snel delen

Alieke Hilhorst
Alieke Hilhorst

Redacteur