Terwijl de totale inhoud van eiwit lager is in onbespoten haver, is de nut van dit eiwit in het menselijk lichaam beter, omdat we een meer verteerbare fractie in de darmen krijgen, aldus de onderzoekers. - Foto: Peter Roek
In dit artikel
Het eiwitgehalte van onbespoten haver is lager dan dat van haver waar wel gewasbeschermingsmiddelen op zijn gespoten. Maar de verteerbaarheid van onbespoten haver blijkt beter te zijn. Dat blijkt uit een studie van Hogeschool Van Hall Larenstein in Leeuwarden naar het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen bij haverteelt. Lector Eiwittransitie Martina Sura noemt dit een opvallende conclusie.
Landbouwpraktijken oefenen een directe invloed uit op micro-organismen in de bodem. Daardoor kunnen ze het nutriëntengehalte van gewassen beïnvloeden. “In deze pilotstudie is de impact van bedrijfsmanagement onderzocht. Daarbij gaat het met name het gebruik van synthetische gewasbeschermingsmiddelen, op het microbioom in de bodem en de nutriëntensamenstelling en verteerbaarheid van haver”, vertelt Martina Sura, lector Eiwittransitie. “We hebben voor haver gekozen, omdat wij binnen dit project met andere partners onder andere onderzoeken of het mogelijk is om haver als eiwitrijkgewas terug te brengen naar Noordoost-Friesland.”
Samen met partners onderzoeken we of het mogelijk is om haver als eiwitrijkgewas terug te brengen naar Noordoost-Friesland
100 gram havervlokken bevat ongeveer 12,8 gram eiwit. Haver staat volgens Sura bekend om de gezondheidsclaims vanwege het bèta-glucaangehalte. “Het is aangetoond dat bèta-glucaan van haver het cholesterolgehalte in het bloed verlaagt. Verlaging van het bloedcholesterol kan het risico op (coronaire) hartziekten verminderen. Het Efsa-panel is van mening dat voedingsmiddelen, om deze claim te kunnen dragen, minimaal 3 gram bèta-glucaan uit haver per dag moeten bevatten.”
Onderzoekers verrast door uitkomst
In het project zijn gewassen die groeien zonder gewasbeschermingsmiddelen vergeleken met gewassen die groeien met gewasbeschermingsmiddelen. “Daarbij hebben we gelet op de nutriënteninhoud en verteerbaarheid en het bodemmicrobioom.” Dat zorgde voor een opvallende conclusie: “De gewasbeschermingsmiddelen hadden een duidelijke invloed op de bodem. We troffen minder microbiële cellen aan en bepaalde bacteriën die positief zijn voor de gewasgroei waren minder aanwezig. Dat hadden we eigenlijk wel verwacht. En de onbehandelde haver had een 11% hogere opbrengst. Dat hadden we niet verwacht.” Verrassend was ook het verschil in het nutriëntengehalte. “Daarbij hebben wij gekeken naar de eiwitten en beta-glucanen. Het bleek dat de hoeveelheid beta-glucanen bij het onbespoten gewas hoger was dan bij het bespoten gewas. Het eiwitgehalte was echter lager.”
Volgens Hendrik Boekhoud, docent en onderzoeker bij Hogeschool Van Hall Larenstein in Leeuwarden, biedt het toegevoegde waarde om op bepaalde tijdstippen trapsgewijs te bemesten. “De stikstof is van invloed op de eiwitten. Maar dat betekent voor boeren extra kosten en dat zien ze niet terug in de opbrengst. Het kost meer middelen, maar ze worden er niet mee beloond. Dan zullen ze het ook niet oppakken.”
Lees verder onder de foto
Betere benutting in menselijk lichaam
Er is ook gekeken naar de verteerbaarheid. “De verteerbaarheid van eiwitten en bèta-glucanen was beter in haver afkomstig van onbehandelde planten. Dat resulteerde in een hogere eindverteerbare fractie. Voor het bereiken van de gezondheidsclaim van 3 gram bèta-glucaan per dag kan 15% minder haver in één keer worden geconsumeerd als deze van onbehandelde planten/bodems komt in vergelijking met haver van behandelde planten/bodems. Terwijl de totale inhoud van eiwit lager is in onbespoten gewas, is de nut van dit eiwit in het menselijk lichaam beter, omdat we een meer verteerbare fractie in de darmen krijgen. Dat is goed nieuws voor de eiwittransitie.”
Verder onderzoek nodig
Sura noemt de pilotstudie zeer interessant. ”Dit beïnvloedt wellicht de keuzes van agrariërs en de hele voedselketen. Het is belangrijk om niet alleen te kijken naar de gewasopbrengst, maar ook naar de teelt, nutriënteninhoud en -verteerbaarheid.” Uit de pilot mogen echter nog geen ‘harde’ conclusies worden getrokken, benadrukt ze. “Daarvoor is verder onderzoek nodig.”
Lees ook het interview met Martina Sura: Micro-organismen als verbindende schakel tussen bodem en gezondheid