Foto: ANP
Bijna een vijfde (19%) van de totale arbeid in de land- en tuinbouw bestaat uit seizoensgebonden werk.
Dat blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Het meeste seizoenswerk (60% van de totale arbeid) zit in de glasgroentesector. In de akkerbouw en melkveehouderij komt seizoensarbeid het minste voor met respectievelijk 5 en 4% van de totale arbeidsvraag. Wie het seizoenswerk uitvoert is bij CBS niet bekend. Dat kunnen scholieren zijn, maar ook tijdelijke arbeidsmigranten.
Lees verder onder de grafiek.
156.000 voltijdbanen in de agrarische sector
In de land- en tuinbouw waren in 2019 30.000 voltijdbanen van mensen die werken op basis van losse contracten voor bepaalde tijd of voor gelegenheidswerk. In totaal waren er in 2019 156.000 voltijdbanen in de agrarische sector.
De meeste flexibele krachten werkten in de tuinbouw. Vooral op momenten dat er geplant en geoogst wordt, zijn tijdelijk meer handen nodig op deze bedrijven. De tuinbouwsector is goed voor bijna 26.000 voltijdbanen van niet-regelmatig werkzame personen.