Foto: Eiwit Trends
Voor de vierde keer organiseerde Transitiecoalitie Voedsel (TvC) het Plant The Future Diner. Met dit jaar ook aandacht voor de dierlijke kant naast het vergroten van de plantaardige eiwitafzet en -consumptie.
Op dinsdag 19 november kwamen 230 stakeholders in de eiwittransitie bij elkaar in Nieuwspoort. Het doel: hoe wordt plantaardig het nieuwe normaal? Waar in eerdere edities alleen aandacht was voor de plantaardige kant van de eiwittransitie, is er dit jaar ook aandacht voor het invullen van de dierlijke kant. Natascha Kooiman, kwartiermaker eiwittransitie bij TvC, vertelt dat de focus op plantaardig leidt tot polarisatie en er voor een voedseltransitie alle partijen nodig zijn. “We hebben het nooit over hoe we de 40% dierlijk invullen in het gewenste eiwitpatroon van 60% plantaardig en 40% dierlijk. De dierlijke sector is er een die we bij de verschuiving moeten betrekken.”
10% minder vlees makkelijk haalbaar
Tijdens deze editie van Plant The Future Diner deelden vleeswaarproducent Compaxo en Vereniging Schelpdierhandel hun visie op de invulling van die 40%. Jeroen van der Post van Compaxo ziet ook binnen zijn bedrijf dat er een verschuiving plaatsvindt, maar dit nog wel moeilijk verloopt. “Wij produceren ook plantaardige producten, maar het is heel moeilijk om dingen heel erg lekker te maken. Vlees bestaat uit water, vet en wat voedingsstoffen, dat nabootsen met planten blijft lastig en vergt veel experimenteren. Ik denk dat we meer moeten kijken naar wat er allemaal wel kan.”
Als voorbeeld geeft Van der Post hybride vleesproducten. “Veertig jaar geleden was er geen vleeswaar dat voor 100% uit vlees bestond. Nu bestaat het vleeswaar voor meer dan 90% uit vlees. We kunnen heel makkelijk terug in de hoeveelheid vlees in onze producten. 10% is zo behaald, 15% is ook haalbaar.”
Schelpdieren duurzame eiwitbron
Ook bij de Vereniging Schelpdierhandel ziet men kansen voor ‘low-impact’ dierlijke eiwitten. Wouter van Zandbrink stelt dat Nederlanders nog niet de volledige potentie van marine-eiwitten benutten. Oud landbouwminister Adema stelde hetzelfde vast en maakte een uitzondering voor mariene-eiwitten in de eiwittransitie. “Schelpdieren is een hele duurzame teelt die de natuur niet aantast, maar juist verbetert. Onderzoek toont aan dat rondom ‘schelpdierboerderijen’ juist meer zeeleven is.”
Daarnaast stelt Van Zandbrink dat de milieu-impact laag ligt, lager dan alle dierlijke eiwitten en gemiddeld vergelijkbaar met de impact van peulvruchten. “De zee heeft ons nog heel veel te bieden, maar we staan nog aan het begin. Er kan nog veel geëxperimenteerd worden met wat er allemaal gedaan kan worden met schelpdieren.”
De conclusie van Natascha Kooiman en de TcV is dat alle partijen nodig zijn om de transitie te laten slagen, ook de dierlijke sector. “Samenwerking is nodig om plantaardig het nieuwe normaal te maken.”