Eiwitmonitor: verschuiving naar plantaardig eiwit gaat langzaam

Nederlanders eten marginaal meer plantaardig eiwit in 2024. De verhouding ligt nu op 40% plantaardig en 60% dierlijk, blijkt uit de Eiwitmonitor uitgevoerd door de Wageningen Universiteit & Research.

De monitor laat zien dat consumenten iets meer plantaardig eiwit eten, maar dat dierlijke eiwitten de boventoon blijven voeren. Het blijft de norm om vlees te eten tijdens de avondmaaltijd. Ook consumeert de Nederlander veel melk en kaas. Dit komt voort uit diepgewortelde gewoonten, mindere vaardigheden om plantaardige voeding te bereiden en een voedselomgeving die dierlijk bevooroordeeld, schrijven de onderzoekers.

Meer plantaardig aanbod

Aan de andere kant zien de WUR-onderzoekers dat een verschuiving gaande is aan de aanbodzijde. Het aandeel dierlijke eiwitproducten in het online supermarktassortiment is 62%, in 2023 was dit nog 68%. Dit betekent dat het aandeel plantaardige eiwitproducten in het online assortiment is gestegen van 32% in 2023 naar 38% in 2024. Er blijft meer marketingaandacht voor dierlijke producten, maar de Eiwitmonitor stelt vast dat er een verschuiving gaande is naar meer aandacht voor plantaardig.

Binnenkort verschijnt de Eiweet Monitor 2024 van de Green Protein Alliance. Daarin staan de cijfers van supermarkten hoeveel plantaardige versus dierlijke eiwitten ze verkopen.

Ondersteunen gedragsverandering

Om de eiwittransitie te versnellen is er meer nodig dan het uitbreiden van het plantaardig assortiment. Er meer aandacht komen om de motivatie, vaardigheden en omgeving aan te pakken om een gedragsveranderingen te ondersteunen. Een voorbeeld hiervan is plantaardige keuzes aantrekkelijk maken in de voedselomgeving.

Daarnaast zien de onderzoekers dat er kansen liggen voor noten, zaden en peulvruchten. Consumenten staan ervoor open om hier meer van te eten, maar doen dit nog niet. Dit heeft te maken met de gewoontes, maar ook met de beperkte kookvaardigheden. Bij andere plantaardige categorieën zoals vlees- en zuivelvervangers is minder bereidheid om hier meer van te eten.