Foto: Ruud Ploeg
In dit artikel
De Dierenbescherming wil het veehouderijsysteem veranderen en kijkt daarvoor niet alleen naar boeren, maar ook naar ketens en maatschappij. Voor een blik op de veehouderij anno 2050 zijn mens, dier en milieu van belang.
Goed voor mensen en goed voor dieren, dat is het motto van het Deltaplan Veehouderij van de Dierenbescherming. De veehouderij in 2050 zou er een moeten zijn waarbij de behoefte van dieren voorop staat, vindt de dierenrechtenorganisatie. Daarvoor moeten stallen anders worden ingericht, maar moet vooral het huidige ‘systeem’ anders.
Dat dit niet in een paar dagen geregeld is en nogal wat uitdagingen met zich meebrengt, snapt de Dierenbescherming.
Duurzamere veehouderij
De organisatie stippelt een route uit met 4 naast elkaar te bewandelen paden die de visie tot een succes moeten maken.
- Ten eerste dient deze nieuwe, diervriendelijke veehouderij deel uit te maken van de verduurzaming van de sector.
- Ten tweede moet de consumptie van dierlijke eiwitten naar beneden, tot 30% van de totale eiwitconsumptie.
- Bovendien kunnen de ketens korter, zodat consumenten meer binding en daarmee waardering hebben voor het product.
- Als laatste moet de sector zich richten op productie van en voor de regio Noordwest-Europa.
Speerpunten zijn daglicht, frisse lucht, bioritme, zo min mogelijk contact met mest en urine, voldoende beweging, natuurlijk gedrag en moedergedrag kunnen vertonen. Dergelijke maatschappelijk gewenste houderijomstandigheden moeten boeren wel terug kunnen verdienen, vindt ook de Dierenbescherming.
Verdienmodel veehouderij
Dat verdienmodel moet komen uit de bekende korte ketens. Want, zo betoogt de Dierenbescherming, ook voor supermarkten, verwerkers en bijvoorbeeld slachterijen biedt de huidige manier van werken, met toenemende schaal- en productievergroting, geen toekomstperspectief. Het voorstel is dus het opzetten van ‘korte hechte ketens’ waarin alle partijen hun kosten betaald krijgen, plus een marge. De consument krijgt in 2050 een product dat dier- en milieuvriendelijker is geproduceerd en/of gezonder is. Daar kan volgens de Dierenbescherming een meerprijs voor worden gevraagd.
Dergelijke producten herkenbaar maken in het winkelschap, kan volgens de Dierenbescherming met een integraal en internationaal Method of Production labelingsysteem. Een voorbeeld bestaat al: de eiercodes. Op basis van huisvesting, ingrepen in het uiterlijk van het dier, slacht en genetica zijn de producten in te delen in simpele concepten. Hierbij kunnen ook criteria voor natuur en milieu worden meegenomen.
Reactie LTO Nederland
LTO Nederland reageert op de visie van de Dierenbescherming door te zeggen dat de veehouderij voortdurend in ontwikkeling is. De boerenbelangenbehartiger schrijft niet te geloven in één blauwdruk voor de veehouderij van de toekomst. Wel zegt de organisatie graag in gesprek te gaan over de gedane suggesties, en zij wil daarbij ook de vinger leggen op negatieve consequenties voor boeren en dieren. Verplichte weidegang of uitloop kan volgens de LTO ook negatieve gevolgen hebben voor natuur, milieu en diergezondheid.
Uitbreiding keurmerk Beter Leven
Het Deltaplan Veehouderij is bedoeld om te inspireren, via de idealistische visie van de organisatie, tot projecten die bijdragen aan meer dierenwelzijn in de veehouderij, aldus de Dierenbescherming. Momenteel werkt deze samen met 1.800 boeren die hun dieren houden volgens het Beter Leven-keurmerk met één of meer sterren. Dit keurmerk wil de Dierenbescherming uitbreiden met criteria voor een ‘diergericht’ veehouderijsysteem.