Voor de Nederlandse veestapel werd 2,2 miljoen ton sojameel gebruikt in 2018. Foto: Hans Prinsen
Bijna alle soja die Nederland gebruikt voldoet aan de duurzaamheidsrichtlijnen en is ontbossingsvrij.
Nederland doet het goed op het gebied van duurzame soja. Het gebruik van duurzame soja ligt vele malen hoger dan het gemiddelde in de EU. In 2018 voldeed 100% van het gebruikte sojameel in Nederland aan de door de Europese veevoersector (Fefac) opgestelde richtlijnen voor duurzame soja. 99% van het sojameel was ontbossingsvrij-gecertificeerd. Op ‘EU+‘-niveau (EU-landen + Noorwegen en Zwitserland) voldeed 38% van het sojameel aan de Fefac-richtlijnen en was 19% ontbossingsvrij gecertificeerd. Dat staat in het rapport Europese Soja Monitor van IDH (Initiatief Duurzame Handel).
Aandeel duurzame soja
Volgens Fefac, de Europese vereniging voor de mengvoerindustrie, ligt het aandeel sojameel dat voldoet aan de richtlijnen voor duurzame soja hoger dan in het rapport wordt genoemd. Fefac stelt dat het aandeel 49% is en verklaart het verschil doordat in het rapport de totale consumptie van sojabonen, inclusief gebruik voor voedsel en het mengen op boerenbedrijven, is meegenomen.
Wereldwijd werd in 2018 22,5 miljoen ton aan soja geteeld die voldeed aan de Fefac-richtlijnen: een stijging van 3,1 miljoen ton ten opzichte van 2017. Een geschatte hoeveelheid van 14,16 miljoen ton was bedoeld voor de EU+-markt. Dat komt neer op 11,33 miljoen ton sojameel.
Soy Sourcing Guidelines
De Fefac-richtlijnen, die de naam Soy Sourcing Guidelines (SSG) hebben, werden opgesteld in 2015. De organisatie stelde 59 milieu-, ethische-, sociale-, en landbouwtechnische criteria op, waarvan 37 essentieel en 22 wenselijk, voor verantwoorde sojaproductie. Eigenaren van duurzame-sojaprogramma’s kunnen aan de hand van de criteria zelf beoordelen of ze voldoen aan de richtlijnen en kunnen een officiële benchmark aanvragen. Tot op heden zijn 19 programma’s goedgekeurd als SSG-conform, waarvan RTRS wel de bekendste is. Al deze schema’s staan geen illegale ontbossing toe. Een aantal staat ook geen legale ontbossing toe.
Gelinkt aan ontbossing
Ontbossing ten behoeve van sojaproductie is vooral aan de orde in Zuid-Amerika. IDH noemt in het rapport drie belangrijke biomen (vegetatiegebieden) in Zuid-Amerika die een link hebben met sojaproductie: Amazone, Cerrado en Gran Chaco. In de Amazone is de invloed van sojaproductie op ontbossing in de afgelopen jaren sterk afgenomen. In teeltjaar 2017/2018 was nog iets meer dan 1% van de ontbossing in de Amazone het gevolg van sojateelt. In Cerrado werd in de periode 2014-2017 201.000 hectare aan inheemse begroeiing omgezet in soja. De sojateelt breidde in die periode uit met 1,4 miljoen hectare. Het grootste deel van de sojaproductie is er dus niet gelinkt aan ontbossing. Specifieke informatie over Gran Chaco geeft het rapport niet, maar wel dat ontbossing er nog aan de orde van de dag is, vooral in Paraquay waar het gebied deels in ligt, en dat sojaproductie hierin een rol speelt.
Het grootste deel van de sojabonen die Nederland importeerde kwam uit de Verenigde Staten
In 2018 importeerde de EU 5,3 miljoen ton sojabonen uit Cerrado, 2,6 miljoen ton uit Amazone, en iets meer dan 400.000 ton uit Gran Chaco. 1,6 miljoen kwam uit Paraquay, wat als land geheel gezien wordt als ‘hoog risico’ voor onverantwoorde soja en ontbossing. Soja die uit de Amazone of Cerrado komt, is echter niet per definitie gelinkt aan ontbossing. Wel betekent het dat voor sommige soja die hiervandaan komt het risico hierop hoger is. Volgens gegevens van Fefac komt 77% van de totale soja-import in de EU uit gebieden met een laag risico op ontbossing.
Het grootste deel van de sojabonen die Nederland importeerde kwam uit de Verenigde Staten (3 miljoen ton van in totaal 4,3 miljoen ton) en Brazilië (bijna 1 miljoen ton). Het grootste deel van het sojameel kwam uit Brazilië (2 miljoen ton van 2,7 miljoen ton totaal). Voor de Nederlandse veestapel werd 2,2 miljoen ton sojameel gebruikt. Op EU+-niveau kwam het grootse deel van de sojabonen uit de Verenigde Staten (49%) en Brazilië (37%). Het meeste sojameel kwam uit Brazilië (42%) en Argentinië (40%).
Ingesloten soja
IDH noemt in het rapport ook de zogenoemde ingesloten soja, de soja die indirect in dierlijke producten zit. Volgens berekeningen importeerde Nederland 983.630 ton aan ingesloten soja en exporteerde het 2,1 miljoen ton. Ingesloten soja kwam vooral binnen via pluimveevlees en kaas. Het werd met name uitgevoerd via pluimveevlees, varkensvlees en kaas. 23% van de export van ingesloten soja ging naar landen buiten de EU. 11% van de import van soja in dierlijke producten kwam van buiten de EU. Op EU+-niveau werd 300.000 ton aan ingesloten soja geïmporteerd en 2,8 miljoen ton geëxporteerd.
IDH pleit ervoor dat retailers en voedselverwerkers rekening houden met de externe effecten, zoals ontbossing, van de ingesloten soja in zowel binnenlands geproduceerde als geïmporteerde dierlijke producten.