Vepo Cheese laat zich niet inpakken door crisis

Bij kaasverpakker Vepo Cheese in Bodegraven (Z-.H.) kwam de coronacrisis hard aan, net in het jaar dat het familiebedrijf het eeuwfeest viert. Het bedrijf verkoopt een groot deel van de productie aan de foodservice (horeca, grootkeukens, catering) en deze tak van de voedingsafzet raakte het zwaarst getroffen. “Niet alleen lag de afzet in deze keten vrijwel compleet stil, er waren ook klanten die het product terug wilden brengen,” aldus Mark Verkleij, die samen met zijn zus Marlou het bedrijf leidt. “Wij zijn een veerkrachtig familiebedrijf en gelukkig hebben wij een vrij grote flexibele schil van personeel, dus wij konden ook kosten drukken, maar of wij dit jaar weer op 100% komen, is de vraag.”

Goede kansen

Broer en zus Verkleij blijven desondanks goede kansen zien. Vepo Cheese behoort misschien niet tot de reuzen in de kaaswereld, die samen met de grote supermarkten en voedingsgiganten de markt lijken te bepalen, voor het bedrijf liggen er altijd nog mooie kansen, menen ze. Mark: “Hoe groter de olifanten, hoe meer ruimte er is tussen de poten.”

Marlou: “Onze kracht ligt in intensief klantcontact en het snel kunnen inspelen op de wensen van de klant. Wij bestrijken met onze verpakte kaas het hele assortiment van halfharde kazen, van Goudse en Edammer tot Emmentaler, Cheddar en Tilsiter.”

Hoe groter de olifanten, hoe meer ruimte er is tussen de poten

^{Mark Verkleij, Vepo Cheese}

Vepo Cheese, een samentrekking van Verkleij en Van de Poll, de twee kaasfamilies waar het bedrijf uit is ontstaan, snijdt en raspt kazen. Daarnaast vindt er ook kaashandel plaats. Alles gebeurt voor eigen rekening. “Wij zijn geen loonverpakker,” maakt Marlou duidelijk. “Wij positioneren ons als een Nederlands kaasbedrijf. Wij maken geen kaas, maar kopen kaas van diverse kaasmakers, ook buiten Nederland, en voegen vervolgens waarde toe.”

Vier vestigingen

Vepo Cheese heeft vier vestigingen: twee in Oudewater en twee in Bodegraven. In Oudewater gebeurt het raspen en is er een pakhuis, in Bodegraven vindt het snijden plaats en is er een logistiek centrum. De verdeling van de vestigingen over twee plaatsen heeft te maken met de ontstaansgeschiedenis van de twee familiebedrijven waaruit Vepo Cheese in 1990 is ontstaan.

Verpakken plakken kaas

De familie Van de Poll begon in 1920 te handelen in kaas vanuit Bodegraven en begon rond 1970 als een van de eersten in Nederland met het verpakken van plakken kaas. Dat was voor een ziekenhuis in Rotterdam. Later volgden meer zorginstellingen en ook vliegmaatschappijen. Opa Jan Verkleij stapte in 1936 in de handel in boerenkaas vanuit Oudewater. Acht jaar na het ontstaan van Vepo Cheese kwam het bedrijf voor 100% in handen van de familie Verkleij. Rond die tijd kwamen Mark en Marlou ook in het bedrijf om geleidelijk hun vader op te volgen.

Vroeger verkocht je gewoon kaas. Dat was geel en lekker en dat was het dan. Nu moet je hele boekwerken inleveren en het bedrijf perfect ingericht hebben

^{Mark Verkleij}

Niet actief op Nederlandse retailmarkt

Op de Nederlandse retailmarkt is Vepo Cheese niet actief. Dat is niet zozeer omdat deze markt al verdeeld is tussen de grote aanbieders, maar dit had te maken met een exclusiviteitscontract met de firma Offerman die de Nederlandse markt bediende. Per 1 juni jl. heeft de firma Offerman zijn activiteiten gestaakt en ligt de Nederlandse markt weer open voor Vepo Cheese.

90% omzet buiten Nederland

Gevolg is dat Vepo Cheese 90% van de omzet boekt buiten Nederland; vooral binnen de Europese Unie, maar er wordt ook geëxporteerd naar Canada, Australië en zelfs China. Het grootste deel van de productie gaat naar foodservice-bedrijven. De rest gaat naar de retail en naar de voedingsindustrie.

Meer eisen

Om actief te kunnen blijven in de kaashandel, moet wel aan steeds meer eisen worden voldaan. Mark: “Vroeger verkocht je gewoon kaas. Dat was geel en lekker en dat was het dan. Nu moet je hele boekwerken inleveren en het bedrijf perfect ingericht hebben.”

Dat is overigens niet iets van de laatste paar jaren. “Na een audit van een Britse retailer in 1992 zei mijn vader: ‘wij kunnen twee dingen doen: of het hele bedrijf in de fik steken, of het goed verbouwen.” Het werd natuurlijk het laatste. “In 1996 werden wij als derde bedrijf in Nederland COKZ-gecertifieerd.”

Klanteisen steeds hoger

Toch worden de klanteisen steeds hoger, merken ze bij Vepo Cheese. Marlou: “Om aan de allergeneneisen te voldoen, mogen er geen pinda’s en noten aanwezig zijn in het bedrijf, niet in de snoepautomaat, niet in de kantine. Ook banketletters mogen niet uitgedeeld worden. Ook gelden strenge eisen op ‘ethical’ gebied, over discriminatie, veiligheid op de werkplek en dergelijke. Dan komt men een willekeurig personeelslid ondervragen over van alles. Als je dan opeens twinitig tot dertig klantaudits in een jaar erbij hebt, vergt dat veel aandacht.”

Nederland heeft een hele goede reputatie als het gaat om kaas. Dat is een groot voordeel

^{Marlou Verkleij}

Dit komt naast de (product)eisen die worden gesteld aan gemak en duurzaamheid. “Soms voel je je dan ook bijna een technologiebedrijf. Verpakkingen moeten kleiner, dunner en recyclebaar. Afbreekbaar zou ook mooi zijn, maar dat is nog een uitdaging met het vocht dat in kaas zit”, aldus Marlou.

Toch is er nog steeds het voordeel om je als Nederlands kaasbedrijf te kunnen presenteren, merken Mark en Marlou. “Nederland heeft een hele goede reputatie als het gaat om kaas. Dat is een groot voordeel.”