Graanoogst in Duitsland. Foto: AFP
In de komende tien jaar stijgt het aanbod van voedsel harder dan de vraag. Daardoor blijven de prijzen voor de belangrijke voedselcommodity’s op het huidige niveau of iets lager.
Tegelijkertijd zijn er ongekende uitdagingen ontstaan door de coronacrisis. Dat verstoort de vraag en verdeling van voedsel op kortere termijn. De stijging van de wereldwijde voedselproductie komt vooral uit verbetering van opbrengsten per hectare. Dat zijn enkele conclusies uit de Agricultural Outlook 2020-2029. Het rapport is opgesteld door de Wereldvoedselorganisatie FAO en de Organisatie voor Economische samenwerking en Ontwikkeling (OECD).
Verdelingsvraagstuk
De nieuwe outlook van FAO en OECD komt een paar dagen na berichten over toenemende honger wereldwijd. Volgens de FAO waren er in 2019 bijna 700 miljoen mensen met honger en neemt dat aantal toe. Dat is vooral een gevolg van de verdeling en betaalbaarheid van voedsel voor landen en inwoners met lage inkomens. In de nieuwe outlook wordt dat ook opnieuw benoemd. Er is nu meer dan ooit behoefte aan open en transparante markten voor voedselzekerheid, zeker in landen waar importen goed zijn voor een groot deel van de consumptie. Dat is nog eens versterkt door de coronacrisis.
Meer mensen die anders eten
Tegelijkertijd is de algemene ontwikkeling dat de vraag wel stijgt, maar minder hard dan het aanbod van voedsel wereldwijd. De belangrijkste factor voor stijging van de vraag blijft de groei van de wereldbevolking. Tegelijkertijd verschuift de vraag van vooral zetmeelrijke plantaardige producten naar meer dierlijke producten, vetten en ander voedsel. Het aandeel van zetmeelrijk basisvoedsel daalt richting 2029 voor alle inkomenscategorieën volgens het rapport. In landen met hogere inkomens is daarbij een transitie bezig van dierlijk eiwit naar alternatieve eiwitbronnen, dat heeft te maken met zorgen om milieu en gezondheid.
Stijging productiviteit
De groei van de wereldwijde plantaardige productie is voor 85% afkomstig van hogere producties, door meer inputs, investeringen in productietechnieken en betere teeltmethoden. Meerdere oogsten per jaar zijn goed voor 10% en 5% van de hogere productie komt uit vergroting van het areaal.
In 2024 zal de opbrengst uit aquacultuur meer eiwitten uit vis voortbrengen dan de vangst van vis. Dierlijke productie stijgt met ongeveer 14%. De behoefte aan veevoer wordt dan ook groter in lijn met visteelt en dierlijke productie. Er zijn wel efficiencyverbeteringen, maar de voerintensiteit neemt ook toe, mede door afname van zeer kleinschalige agrarische productie in de zogenoemde ‘backyard farms’.
Klimaat
Op basis van voortzetting van de huidige politieke en technieken stijgt de uitstoot van broeikasgassen met 0,5% per jaar in de komende tien jaar. Dat is een lagere intensiteit dan nu waarbij de toename voor 80% is toegerekend aan veeteelt. Het betekent wel dat zonder aanvullende maatregelen de reductie minder is dan volgens het klimaatakkoord van Parijs nodig zou zijn.