Foto: ANP
In dit artikel
Europa is een belangrijke groeimarkt voor het Amerikaanse vleesconcern Tyson Foods. Dat zegt directeur van de regio Europa Brett van de Bovenkamp in een interview op FoodNavigator.com.
“We hebben een agressief groeiplan, inclusief grote focus op internationale markten”, aldus Van de Bovenkamp. Tyson Foods nam vorig jaar in Europa twee verwerkingslocaties voor pluimveevlees over van het Braziliaanse vleesbedrijf BRF, waarvan één in Nederland en één in het Verenigd Koninkrijk. Hier worden kipproducten gemaakt voor retail- en foodserviceklanten in Europa.
‘Eiwitvraag in lijn met bevolkingsgroei’
“Het wordt voorspeld dat de wereldwijde eiwitvraag groeit in lijn met de bevolkingsgroei. En de meeste groei, meer dan 90%, komt van buiten de Verenigde Staten. Tyson heeft agressieve wereldwijde groeiambities. We kijken naar alle markten, en om een wereldwijd actieve leider in eiwit te zijn, moet je ook actief zijn in Europa. Hoewel Europa een ‘volwassen’, langzaam groeiende regio is, moeten we hier aanwezig zijn om onze strategie te vervullen.”
Hoewel Europa een ‘volwassen’, langzaam groeiende regio is, moeten we hier aanwezig zijn om onze strategie te vervullen
Van de Bovenkamp: groei in plantaardig en snacks
Van de Bovenkamp ziet vooral groei in de specifieke categorieën plantaardige producten en in de snackproducten. Hoewel Tyson één van ’s werelds grootste vleesverwerkers is, staan plantaardige producten ‘erg in het midden’ van de strategie en heeft het bedrijf een ‘goed ontwikkelde’ ‘vleesvrije’ business in de Verenigde Staten.
“We zien onszelf als een eiwitbedrijf omdat behoefte aan eiwit zal blijven groeien”, aldus Van de Bovenkamp. Op dit moment is de plantaardige tak nog redelijk klein, maar Van de Bovenkamp verwacht dat die snel gaat groeien. Tegelijkertijd ziet hij nog steeds organische groeimogelijkheden voor vlees.
Geen ‘coronaproblemen’ in Europa
Anders dan in locaties van Tyson in de Verenigde Staten, waren er in de Europese vestigingen geen problemen vanwege het coronavirus. Van de Bovenkamp wijt dit aan het feit dat het bij Tyson verwerkingslocaties betreft, waarbij er minder mensen samenkomen dan bijvoorbeeld in een slacht- en verwerkingslocatie.