Winkelschap met Vivera-producten. - Foto: ANP
In dit artikel
Vivera, de grootste Nederlandse producent van vleesvervangers, investeert de komende drie jaar ten minste € 30 miljoen in het uitbreiden van de fabrieken, machines, personeel en producten.
Het bedrijf, dat is uitgegroeid tot een van de drie grootste producenten van vleesvervangers in Europa, rekent dit jaar op een omzet van € 85 miljoen en wil die in 2025 verdriedubbelen naar ruim € 250 miljoen.
Groeiende markt
Topman Willem van Weede ziet een grote groei in de markt voor vleesvervangers, waarbij de lockdown tijdens de coronacrisis voor een groei van 30% zorgde omdat mensen andere keuzes maakten in hun boodschappen. Vooral omdat ze niet meer buitenshuis konden eten, zegt hij. Van Weede verwacht dat de groei zal doorzetten. “We willen van 17 miljoen kilo naar 45 miljoen kilo in 2025”, aldus de topman.
Investering
Om dat te bewerkstelligen heeft Vivera een miljoeneninvestering aangetrokken. Het geld gaat de komende drie jaar naar zowel machines in de fabrieken voor de productie, als naar uitbreiding van de grootste fabriek, in Holten. Vivera heeft nog twee andere fabrieken: in Rijssen en in Vriezenveen (Ov.), waar tofoe gemaakt wordt. Verder wordt ook in de productlijn geïnvesteerd, met de komst van nieuwe plantaardige worsten.
Uitbreiding afzetkanalen en personeel
Vivera zet ook in op de verkoop aan restaurants en fastfoodketens. Die zet heeft door de coronacrisis enige vertraging opgelopen, laat Van Weede weten, maar “dat komt vroeg of laat weer op z’n pootjes terecht.” Eind dit jaar hoopt hij samenwerkingen met nieuwe klanten in deze segmenten aan te kondigen. De uitbreiding van de productie betekent ook uitbreiding van het personeel. Momenteel werken er ongeveer 400 mensen bij Vivera. De topman denkt aan bijna een verdubbeling van dat aantal gedurende de komende vier jaar.
Kosten zijn nog relatief hoog
Nu zijn de kosten voor innovatie en marktontwikkeling nog relatief hoog, zegt Van Weede. Door schaalvergroting wordt de markt voor vleesvervangers efficiënter en kan de prijs op den duur omlaag, denkt hij. Wat betreft de subsidies op vlees kan hij kort zijn. “Daardoor zijn dierlijke vleesproducten onevenredig goedkoop ten opzichte van het plantaardige alternatief. Een vleestaks is geen gekke gedachte.”
Het bedrijf bestaat deze maand dertig jaar. Vorig jaar verkocht Vivera alle vleesactiviteiten (vleesbedrijf Enkco), om zich vanaf dit jaar alleen nog maar te richten op de productie van plantaardige producten. Vivera heeft inmiddels meer dan vijftig vleesvervangers die in 27.000 supermarkten worden verkocht in 25 landen in Europa.