Koeien in de wei. Greenpeace wil steun voor de transitie naar ecologische landbouw op basis van een goed verdienmodel, drastisch minder dieren en zoveel mogelijk boeren. - Foto: Peter Roek
In dit artikel
Zolang er goedkope, niet duurzaam geproduceerde, producten als soja worden geïmporteerd, wordt elke duurzame stap die Nederlandse boeren maken ondermijnd. Daarom wil Greenpeace graag een handreiking doen: zich hard maken om steun voor de transitie naar ecologische landbouw voor elkaar te krijgen met minder dieren en behoud van zoveel mogelijk boeren.
Mevrouw Bosch stelde in Boerderij, onder meer naar aanleiding van een rapport van Greenpeace, dat we de Nederlandse veestapel zouden moeten uitbreiden om ontbossing in het regenwoud tegen te gaan. Dit vraagt om verheldering van onze standpunten, een juiste weergave van de situatie én een handreiking.
Soja als aanjager van ontbossing in Brazilië
Om te beginnen met soja en de rol van de veehouderij in ontbossing. Het klopt dat landbouw verantwoordelijk is voor zo’n 80% van de wereldwijde ontbossing. Uitbreiding van de veeteelt, en daarmee teelt van veevoer, is de belangrijkste oorzaak van deze verwoesting. Dit is een van de (vele) redenen waarom Greenpeace pleit voor een wereldwijde halvering van de veestapel en een omslag naar ecologische landbouw in 2050.
Ontbossing in de Amazone is afgenomen dankzij het Sojamoratorium. Helaas heeft inmiddels een verschuiving plaatsgevonden naar de Braziliaanse Cerrado, de meest biodiverse savanne ter wereld. Toch wordt nog altijd in de Amazone ontbost.
De Braziliaanse veeteelt is nu de belangrijkste directe aanjager van ontbossing in de Amazone zelf. De sojateelt zorgt daar nog wel indirect voor ontbossing: waar eerst koeien stonden, wordt nu soja geteeld. Voor de koeien wordt plaatsgemaakt op voormalige bosgrond. Het is cruciaal om deze ontbossing te stoppen, want we hebben deze ecosystemen hard nodig om de klimaatcrisis, waar ook de landbouw telkens meer gevolgen van ondervindt, te kunnen keren. Alleen daarom al verzetten wij ons tegen de EU-Mercosur-deal, omdat daarmee de vraag naar Braziliaans rundvlees – en daarmee ontbossing – verder zal toenemen.
Rol Nederland
Nederland is de grootste importeur van soja in Europa, vanuit voornamelijk Brazilië en de Verenigde Staten. In 2018 wel zo’n 2,68 miljoen ton sojaschroot en 4,28 miljoen ton sojabonen, aldus Nevedi. Hiervan wordt een groot deel doorgevoerd naar Duitsland. Ongeveer 1,74 miljoen ton is bestemd voor veevoer: zo’n 45% voor pluimvee, 25% voor koeien en 30% voor varkens.
Het is een mythe dat het hierbij om een afvalproduct gaat, omdat sojameel, naast sojaolie, een hoofdproduct is geworden. Als één van de twee producten niet meer kan worden afgezet, vervalt de financiële prikkel om het gewas te telen. Voor dierlijke producten bestemd voor Nederland gelden dan wel de RTRS-criteria, maar dat garandeert helaas niet dat het product ontbossingsvrij is. Voor producten bestemd buiten Nederland zijn de RTRS-criteria geen standaardeis. Daaruit blijkt dat, zelfs al zouden we geen Braziliaans rundvlees meer importeren, we, via onze import en gebruik van soja in veevoer, nog steeds een grote verantwoordelijkheid hebben om ontbossing te stoppen.
Groei veestapel is geen optie
Dat wij pleiten voor een kleinere veestapel hangt ook samen met andere urgente problemen: het halen van de doelstellingen van het Parijs-akkoord en het herstellen van onze natuur, die lijdt onder de uitstoot van stikstof. Deze urgentie maakt de noodzaak voor een omslag in de landbouw groot en die zal de komende jaren alleen maar groter gaan worden. We exporteren bovendien ongeveer twee derde van onze vlees- en zuivelproductie.
Wij pleiten daarom voor een oplossing die meerdere problemen van de vee-industrie tegelijkertijd aanpakt. Drastisch minder productie en consumptie van dierlijke eiwitten en een omslag naar een ecologische manier van werken
is een onvermijdelijke conclusie. Daarmee lossen we meerdere problemen op; ontbossing voor veevoer, het aandeel van de veehouderij aan de stikstofcrisis, vermindering van de uitstoot van broeikasgassen, dierenwelzijnsproblematiek, stankoverlast, gezondheidsrisico’s door fijn stof en dierziekten, water- en bodemvervuiling en de prikkel voor illegale mestpraktijken.
Een voorwaarde om dit voor elkaar te krijgen, is dat boeren hierin geholpen worden, want veel van jullie zijn nu afhankelijk van grote bedrijven en banken die de omslag naar een duurzaam landbouwsysteem blokkeren. Op deze manier kunnen we ook de achteruitgang van de boerenstand keren: sinds 2000 is het aantal boerenbedrijven in Nederland bijna gehalveerd.
Als we doorgaan op hetzelfde pad is in 2030 nogmaals de helft van het huidige aantal boeren over. De grote winnaars zijn dan helaas machtige spelers als supermarkten, banken en veevoer- en bestrijdingsmiddelenproducenten.
Wat kan er wel: een handreiking
Laat ik voorop stellen dat wij vinden dat we jullie keihard nodig hebben voor een toekomstbestendig voedselsysteem, maar in de hitte van het debat gaat helaas vaak verloren dat boeren en milieuorganisaties bij uitstek veel overeenkomsten hebben. Duidelijk is dat ruim 80% van de boeren met de natuur wil samenwerken. Wij zetten ons ook in voor de eerlijke prijs die jullie nodig hebben.
Waar we het verder over eens zijn, is dat ontbossing moet stoppen en dat handelsverdragen, zoals de EU-Mercosur-deal, contraproductief zijn. Zolang goedkope, niet duurzaam geproduceerde producten worden geïmporteerd, wordt elke duurzame stap die jullie maken ondermijnd. Dat biedt volop kansen om juist nu samen op te trekken.
Wij doen graag een handreiking. Wij maken ons hard om steun voor de transitie naar ecologische landbouw voor elkaar te krijgen, op basis van een goed verdienmodel, drastisch minder dieren en zoveel mogelijk boeren. Doen jullie mee?