Skip to content

60.000 huishoudens betrokken bij voedselcollectief

Updated on:
Nieuws
Sustainable food
Foto: Canva

Foto: Canva

481 voedselcollectieven bedienen 60.000 huishoudens en zo zijn ongeveer 150.000 consumenten direct betrokken bij de productie van hun eigen eten.

Dat blijkt uit een inventarisatie van Sandra van Kampen, in samenwerking met de transitiecoalitie voedsel. Voedselcollectieven- of gemeenschappen beheren vaak samen grond om daar kleinschalig groente op te verbouwen en soms zelfs dieren te houden. Bekende voorbeelden zijn bijvoorbeeld voedselbossen, of initiatieven als Herenboeren of Land van Ons. Consumenten investeren tijd en vaak ook geld en krijgen daar een deel van hun dagelijks menu voor terug.

Zonder tussenhandel

Dergelijke initiatieven leiden tot bewustzijn van consumenten over wat er zoal komt kijken bij voedselproductie, noemt Van Kampen in haar rapport ‘Lokale Voedselgemeenschappen in Nederland’. De ‘beleving’ en het romantische beeld wat bij sommige consumenten bestaat over voedselproductie, speelt soms een rol in de motivatie van consumenten om deel te nemen aan zo’n collectief. De meeste doen het echter uit ideologische overwegingen: mensen willen zonder tussenhandel kunnen beschikken over gezond, vers en betaalbaar voedsel van dichtbij. Voor sommigen is biologische productie een voorwaarde, hierover is binnen collectieven ook nog wel eens discussie, zegt Van Kampen in het rapport.

Voordelen voor tuinder en boer

Voor de producenten heeft het ook voordelen, aldus het rapport. ‘Als tuinder kun je door samen te werken met een voedselgemeenschap of er zelf een te starten, van een relatief klein oppervlak (2 hectare) goed leven. Maar ook grotere

boeren of boeren met een winkel zien al snel de voordelen van het leveren aan een groep consumenten. In Friesland heeft de aanwezigheid van voedselcoöperaties er al toe geleid dat boeren meebewegen met de vraag, of dat verwerkers de stap nemen om op grotere schaal brood te produceren omdat er vraag is’.

Snel delen

Afbeelding
Lydia van Rooijen

Voormalig redacteur