Naast het reguliere Coop-assortiment staan lokale producten van boeren uit de buurt in het schap. -Foto: Jan Willem van Vliet
De een zijn dood is de ander zijn brood. Zelden was dit oude gezegde meer van toepassing dan nu in coronatijd.
De horeca is gesloten, ondernemers in die sector hangen aan een infuusje van de overheid. Maar supermarkten floreren als nooit tevoren en boeken omzetrecords, mede doordat mensen nergens anders heen kunnen. De jaarcijfers van Jumbo spreken boekdelen. Er is geen reden aan te nemen dat het met andere supermarkten, Albert Heijn voorop, anders is.
Maatschappelijke verantwoordelijkheid
Het is hun gegund natuurlijk. Goed inspelen op kansen die zich voordoen hoort bij het ondernemerschap. Bovendien vervullen supermarkten een belangrijke maatschappelijke taak. In die zin hebben ze inderdaad verantwoordelijkheid genomen tijdens de coronacrisis, zoals Jumbo-topman Frits van Eerd dat zei bij de presentatie van zijn jaarcijfers.
Toch wringt er iets in dat verhaal. Kun je dat wel zo noemen? De rol van supermarkten is zo belangrijk dat ze zelfs tijdens een lockdown open mogen blijven. Is dat ‘verantwoordelijkheid nemen?’ Het is eerder: doorgaan met wat je al deed, met een flinke duw van de overheid in de rug.
Margeverdeling over hele linie
Eigenlijk zouden supermarkten wel wat mogen inleveren bij de overheid, ter compensatie van de steun via de staatsruif aan de noodlijdende sectoren. Zo’n herverdeling is natuurlijk puur theorie, dat is politiek en praktisch onhaalbaar.
Maar herverdelen hoeft niet per se via de overheid. Op iets kleinere schaal zijn andere manieren denkbaar. Denk aan een goede prijs voor producten waarvan de prijs door corona is ingestort, zoals frites. Of denk aan iets betere prijzen, en margeverdeling over de hele linie. Door het coronabeleid is de supermarktbranche in een nog comfortabeler marktpositie gekomen dan ze al was. Dat schept verantwoordelijkheid.