Joost van Strien is vegan akkerbouwer in Ens. - Foto: Ruud Ploeg
In dit artikel
Joost van Strien gaat steeds een stap verder met natuurvriendelijk boeren. De nieuwste ontwikkeling op zijn akkerbouwbedrijf is vegan landbouw; hij produceert zonder dierlijke input.
Eerst schakelde Joost van Strien in Ens (Flevoland) om van gangbare akkerbouw naar een biologische bedrijfsvoering. Vervolgens maakte hij de stap naar biologisch-dynamisch in combinatie met ploegloos, klimaatneutraal en vaste rijpaden.
Nu gaat hij weer wat verder in natuurvriendelijk boeren, met vegan akkerbouw: dierlijke mest de deur uit. Van Strien vertrouwt op maaimeststoffen en de mineralen die de bodem bevat. “Daar kunnen we nog vele jaren mee vooruit”, zegt hij op de BioKennisWeek, de online opvolger van de Biobeurs van brancheorganisatie Bionext.
De landbouw gaat rigoureus veranderen
De eerste stap, van gangbaar naar bio, vond Van Strien de lastigste. “Ik was bang dat mijn gewassen ziek zouden worden en mijn land onder het onkruid zou komen. Maar ik heb gezien dat hoe beter je voor de bodem zorgt, hoe minder dit voorkomt”, vertelt hij in de video waarmee de presentatie begint.
Van Strien legt in de presentatie uit dat hij een disbalans ziet in de wereldwijde landbouw. “De landbouw gaat rigoureus veranderen. Vanaf het begin, lang geleden, is de landbouw succesvol geweest in het veroveren van de aarde, ten koste van natuur. Dat houdt de aarde niet vol. De draagkracht neemt af. We zijn helemaal uit balans.”
Minder vee, meer plant
Minder vee en veevoer, meer plantaardige landbouw voor humane consumptie. Dat is volgens Van Strien de oplossing. “Er zijn te veel productiedieren, waarvoor veel grond wordt gebruikt om ze te voeren. Ruim driekwart van alle landbouwgrond wordt gebruikt voor de productie van veevoer. Dat kan sterk verminderen. Meer plantaardige landbouw is beter voor de wereld en de mensen die erop leven”, is zijn overtuiging.
De worm neemt de rol van de ploeg over en ik gebruik alleen nog plantaardige mest
Op zijn bedrijf in Ens, genaamd Zonnegoed, wordt sinds vorig jaar puur plantaardig gewerkt. Vegan landbouw noemt hij het. “Daar haal ik goede opbrengsten mee. De worm neemt de rol van de ploeg over en ik heb de koe in de ban gedaan door alleen nog plantaardige mest te gebruiken. Want dierlijke mest van biologische bedrijven komt vaak ook nog tot stand met gangbaar veevoer. Dat wil ik niet meer gebruiken. Alleen nog plantaardige grondstoffen.”
Vegan landbouw kan bedrijfseconomisch uit
Bedrijfseconomisch kan het ook uit, zegt Van Strien. “In Groningen wordt dit al acht jaar zonder opbrengstderving getest en dat succes overtuigde mij ervan om ook deze stap te zetten.”
De stikstofbehoefte is voor een deel met gewasrotatie op te lossen, zegt hij. Mineralen zijn veelal in de bodem aanwezig. Van Strien gebruikt 5 ton maaimeststoffen per hectare en voert 7 ton natuurcompost aan voor nog wat aanvullende mineralen.
Het verhaal brengt een maatschappelijke stroming op gang
Wat hem dat kost? “Mijn luzerne kan ik natuurlijk niet meer verkopen. De kosten van dit bemestingssysteem zijn € 260 per hectare, tegen € 120 met dierlijke mest. Daarvoor krijg ik terug dat ik niet meer afhankelijk ben van productiedieren en zelfvoorzienend ben in stikstofaanvoer. De bodemvruchtbaarheid gaat bovendien omhoog; de afwezigheid van ammoniak uit dierlijke mest is namelijk goed voor het bodemleven.”
“En het verhaal brengt een maatschappelijke stroming op gang. Dat is nodig, want de landbouw moet anders worden georganiseerd. Daar is de hele vegan beweging ook op gebaseerd. Mijn ervaring bewijst dat dit kan”, zegt Van Strien.
Voor het systeem is een keurmerk, voegt hij nog toe: komend jaar wordt zijn bedrijf gecertificeerd ’Biocyclic Vegan Standard’.