Foto: ANP
In dit artikel
De politieke en maatschappelijke aandacht voor voedselprijzen neemt toe.
De vraag naar hoe we kosten en opbrengsten over de keten verdelen, komt vaker naar boven. Voor het antwoord moeten we ook kijken naar de voedselprijzen zelf, de reclame erover en hoe we voedsel aanbieden. De sleutel voor veranderen van het prijssysteem ligt aan het eind van de keten, bij de supermarkt. In hun reclames gaat het vaak over de prijs. Op het eerste gezicht logisch want we willen betaalbaar voedsel. Echter, je kunt je afvragen wanneer geld uitgeven gelukkig maakt.
Vaker kleine genoegens kopen maakt gelukkiger dan af en toe een grote aankoop
Volgens Amerikaans onderzoek is de aankoopbeleving belangrijker dan het aankopen zelf. Aan vakanties denken we regelmatig terug, bij eenmaal gekochte spullen staan we niet meer stil. Verder geeft het meestal een goed gevoel als iemand verneemt dat zijn geld wordt gebruikt om ten goede te komen aan anderen. Ook maakt vaker kleine genoegens kopen gelukkiger dan af en toe een grote aankoop. Wat niet gelukkig maakt, is te veel aandacht voor het vergelijken van prijzen!
Weinig gedaan met eettrends
In de voedselreclame is, naast prijspromotie, wel meer aandacht gekomen voor de ‘eetbeleving’. Dit gebeurt vooral door de boer een gezicht te geven, de herkomst van voedsel te vermelden en aan te geven dat men bijdraagt aan een eerlijk inkomen voor hen die het gewas en het vee verzorgen. De ondertoon is echter nog te vaak ‘voedingsstoffen binnenkrijgen’ met daarbij een presentatie met treurige bakjes waar vlees in ligt. Er wordt weinig gedaan met eettrends, terwijl er volop hippe producten en kooktechnieken zijn.
Ze zijn allemaal gevestigd in een lelijk pand in een troosteloos winkelcentrum
Vergelijk voedsel eens met een wit T-shirt. Het witte T-shirt is in alle warenhuizen, in elk segment, nagenoeg hetzelfde. Er wordt nauwelijks emotie aan toegevoegd, maar de consument is bereid om een premiumprijs te betalen. Waarom daarvoor wel? Ik denk dat het ligt aan de supermarkten. Ze zijn allemaal gevestigd in een lelijk pand in een troosteloos winkelcentrum. Ze hebben dezelfde ‘goedkope’ uitstraling, het eeuwige lelijke systeemplafond, grijs-beige vloertegels en saaie bedrijfskleding. En het personeel heeft een opmerkelijk gebrek aan productkennis.
Premiumprijs betalen
Supermarkten hebben zelf een ‘race to the bottom’ ingezet. Ze zijn een eenheidsworst en consumenten zien weinig verschil tussen de formules. Wie koopt bij iemand die niets van het product af weet en je niet kan adviseren? Waarom verwacht je dat een premiumprijs betaald wordt? Bij warenhuizen zie je meteen het verschil tussen de verschillende klassen. Werk aan de winkel, zou ik zeggen.