Mede-oprichter en -eigenaar van Rival Foods Birgit Dekkers: "Met onze producten is het mogelijk om het mondgevoel en de textuur van vlees na te bootsen, maar we werken er aan om alles perfect te krijgen. Ook de smaak bijvoorbeeld moet kloppen.” - Foto: Koos Groenewold
In dit artikel
De start-up Rival Foods werkt aan vleesvervangers die lijken op ‘hele-spier‘-vlees. Hard nodig volgens de oprichter om de vleeseter te overtuigen minder vlees te eten.
“Als we naar het winkelschap met vleesvervangers kijken, zien we vooral veel bewerkte producten, zoals burgers, worstjes en gehakt. Als je naar het vleesschap kijkt, is het aanbod veel meer divers, met ook veel ‘hele-spier’-vlees zoals biefstuk en varkenshaas. Om meer mensen plantaardig te laten eten, moet het aanbod vleesvervangers worden uitgebreid”.
Dat zegt Birgit Dekkers, mede-oprichter van de start-up Rival Foods. Rival Foods wil verandering brengen in het gat dat er nu is tussen het vleesaanbod en aanbod van vleesvervangers. De start-up werkt met een speciale techniek aan vleesvervangers die net zo’n structuur en mondgevoel hebben als een echt stuk vlees. Dat de techniek én de start-up gezien worden als veelbelovend blijkt uit de verschillende prijzen die Rival Foods al heeft gewonnen, waaronder de Rabobank Duurzame Innovatieprijs 2020 en de EP&C ‘Masters of the Future’-prijs.
Gestructureerde eiwitten
Het idee en de techniek ontstonden op Wageningen Universiteit. Dekkers deed daar een promotieonderzoek naar het aanbrengen van structuur aan eiwitten. Die techniek die daarvoor gebruikt wordt, beschrijft ze als een combinatie van een snelkookpan met een roterend deel. Door middel van verhitting kunnen eiwitten in een bepaalde richting gelegd worden. Daarmee kun je de structuur van vlees nabootsen.
Veel interesse vanuit grote bedrijven
“Mijn promotieonderzoek was in de tijd dat de markt voor vleesvervangers sterk groeide. We kregen het voor elkaar om de productie op onderzoeksniveau op te schalen van 100 gram naar 7 kilo. Er was destijds al interesse in de techniek vanuit grote bedrijven, maar de technologie moet eerst verder ontwikkeld worden om op te kunnen schalen”, aldus Dekkers. “Een universiteit is een onderzoekslocatie en geen locatie om producten verder te ontwikkelen en de productie op te schalen.” Ze zag kansen om dit wel te kunnen doen binnen een start-up.
Oprichting
Via het platform The Good Food Institute kwam ze in contact met Ernst Breel. Hij had ervaring met spin-off bedrijven (bedrijven die ontstaan uit andere bedrijven of onderwijsinstellingen) en heeft een achtergrond in natuurkunde en werktuigbouwkunde. Samen besloten ze Rival Foods op te richten. Dat was in juli 2019.
Finetunen
Inmiddels is het jonge bedrijf bezig met het finetunen van het productieproces en de producten. “Alles moet kloppen om de vleeseter te overtuigen van ons product. Met onze producten is het mogelijk om het mondgevoel en de textuur van vlees na te bootsen, maar we werken er aan om alles perfect te krijgen. Ook de smaak bijvoorbeeld moet kloppen.”
Alles moet kloppen om de vleeseter te overtuigen van ons product
‘Breed inzetten’
Op dit moment gebruikt Rival Foods apparatuur op verschillende schalen. Onderzoeksapparatuur wordt omgezet naar apparatuur met meer productiecapaciteit. Enkele restaurants zouden nu met de producten beleverd kunnen worden. “Maar om impact te kunnen maken moeten we breed inzetten, niet alleen op restaurants, ook op supermarkten. Niet alleen in Nederland, maar wereldwijd.” Doel is om volgend jaar een productielocatie te hebben gerealiseerd die op grotere schaal kan produceren.
Grondstoffen
De grondstoffen die Rival Foods gebruikt bestaan uit een breed scala aan eiwitten. Duurzame eiwitten noemt Dekkers ze. “We gebruiken verschillende soorten eiwitbronnen, zoals tarwe, veldbonen of soja. Die gebruiken we in poedervorm. We hebben ook gekeken naar biologische grondstoffen, maar dan zijn de kosten veel hoger. Daarom is dat voor nu nog geen optie. Daarnaast willen we een minimaal aantal ingrediënten gebruiken, maximaal vijf of zes.”
Gezamenlijke drijfveer
Bij de start-up werken vanaf maart zeven mensen en er is altijd een flexibele schil van stagiairs en onderzoekers bij het bedrijf betrokken. “Het team heeft een gezamenlijke drijfveer: mensen meer plantaardig voedsel laten eten. De één heeft die drijfveer vanwege dierwelzijn, de ander vanwege het klimaat. Maar die gezamenlijke drijfveer zorgt ervoor dat we een goed team zijn.”
Samenwerken
Ook werkt de start-up veel samen met andere bedrijven in de keten: leveranciers, afnemers en machinebouwers bijvoorbeeld. Rival Foods werkt onder andere samen met chefs. Dekkers noemt ze ‘de meest kritische én meest creatieve doelgroep’. Ze testen de producten en bedenken wat ze met de producten kunnen. “Ondanks dat de coronacrisis veel nadelen heeft, in contact komen met mensen is veel lastiger omdat er bijvoorbeeld geen beurzen zijn, biedt het ons ook een voordeel. Chefs hebben en maken namelijk nu tijd om onze producten te testen.”
Financieren
De ontwikkeling van de technologie is kostbaar en ook de mensen die bij Rival Foods werken, kosten geld. Dat financiert het jonge bedrijf met prijzengeld, subsidies, grants (schenkingen) en een start-up-lening. Ook zijn er afnemers die meedenken over de ontwikkeling van het product en daarvoor willen betalen.
Deze technologie heeft zoveel potentie en die willen we verspreiden
Vijf jaar verder
Als Dekkers vijf jaar vooruit kijkt, hoopt ze dat iedereen de producten van Rival Foods kent. Niet alleen onder het eigen merk, maar ook onder andere merken. “We moeten naar het grotere plaatje kijken. Deze technologie heeft zoveel potentie en die willen we verspreiden. Als wij als Rival Foods daarin de beperkende factor zijn dan ontstaan daar ook weer businessmodellen uit. Die eiwittransitie moet nu eenmaal plaatsvinden. Het eetpatroon moet duurzamer.”