Foto: Mark Pasveer
In dit artikel
De Europese Commissie presenteerde onlangs het Organic Action Plan 2021-2027, met als doel de biologische landbouw in de EU te stimuleren. Volgens Michaël Wilde is het een schot in de roos.
Het Organic Action Plan, dat eind maart door de Europese Commissie is gepresenteerd, is wat mij betreft een schot in de roos. Ik ben erg enthousiast over alle acht punten in het plan en ben met name verheugd over de focus op marktontwikkeling en onderzoek. Voor de biologische sector staan deze punten al lang bovenaan ons lijstje. Het stimuleren van de consumentvraag biedt immers de boeren het echte perspectief, en meer ruimte voor onderzoek sluit aan bij de behoefte van de branche om zich nog veel verder te kunnen ontwikkelen.
Hoe maak je de vertaalslag van Brussel naar de praktijk? Heel simpel: door te gaan kijken bij mensen die het daadwerkelijk doen
Op weg naar een groener en schoner Europa
‘25% biologische landbouw in 2030’ is waar we in Europa voor gaan. Het had weinig gescheeld of deze ambitie was weg-gelobbyd. Gelukkig was de Commissie bestand tegen deze druk en kunnen we stellen dat, mede dankzij een kleine groep toegewijde politici in Brussel, we op weg gaan naar een gezonder, groener en schoner Europa.
Het feit dat de Europese Commissie stelt dat de biologische landbouw een uiterst belangrijk onderdeel van de oplossing is als het gaat om het bestrijden van klimaatverandering, het beschermen van de biodiversiteit en watersystemen, het redden van onze kostbare bodems en het (proactief) gezond houden van Europeanen, is een enorme steun voor ons. Ik ben dan ook bijzonder trots om op dit prachtige continent te wonen, waar we bereid zijn verder te kijken dan de volgende verkiezingen.
Lees ook: Meer biologische landbouw, lagere prijzen
Vertaalslag naar de praktijk: kijken bij de bioboer
Maar waarom is men in Brussel zo enthousiast over biologisch en hoe maak je de vertaalslag van het ‘wespennest-machtsbolwerk’ in Brussel naar de praktijk? Heel simpel: door te gaan kijken bij mensen die het daadwerkelijk doen. Neem Siebe Klaas en Pytsje Bokma, die het biologisch melkveebedrijf de Gouden Boaiem in de buurt van Woudsend in Zuidwest-Friesland runnen. Afgelopen week was ik in de buurt en bezocht ik dit sympathieke stel op hun boerderij, waar ze samen met de ouders van Siebe Klaas, 120 Jersey-koeien en ontelbare weidevogels, op een prachtig natuureiland van maar liefst 175 hectare wonen.
Biologische potstal goed voor weidevogels
Het gebied is eigendom van Staatsbosbeheer die het aan de familie Bokma verpacht, in de wetenschap dat deze ondernemers er alles aan doen om de natuur te beschermen. Terwijl een grutto boven ons hoofd van zich liet horen, vertelde Siebe Klaas niet alleen over zijn visie op biologisch (‘loslaten en uitgaan van de kracht van de natuur’), maar ook over zijn revolutionaire potstal waar een deel van zijn ‘dames’ rustig rondlopen.
Siebe Klaas gaf mij een mini-college over waarom een biologische potstal goed is voor weidevogels. Doordat in een potstal vers strooisel met de uitwerpselen van de koeien wordt vermengd, ontstaat er waardevolle mest die zo kan worden uitgereden op het land. Dit is goed voor de bodem, en de mest trekt ontzettend veel insecten aan. Daar worden weidevogels zoals de grutto, kieviet, tureluur en roerdomp weer erg blij van. Ook kunnen ze het strooisel in de mest goed gebruiken om nestjes te bouwen. Wanneer er in het voorjaar wordt gebroed, wordt het gras niet gemaaid en zo komen er steeds meer prachtige weidevogels bij.
Miljarden om over te schakelen
Siebe Klaas en Pytsje zijn dus niet alleen boeren; ze dragen ook bij aan meer biodiversiteit, een beter klimaat en een gezonde leefomgeving. Directe redenen waarom de Europese Commissie de komende jaren miljarden gaat uittrekken om boeren te helpen met overschakelen naar een biologische bedrijfsvoering.
Uiteraard hopen wij dat het nieuwe kabinet en de provincies zich de komende jaren ook volop zullen inzetten om de biologische markt te stimuleren, zodat prachtige bedrijven als de Gouden Boaiem niet meer de uitzondering zijn, maar de norm worden.