Onderwerken van een groenbemester. - Foto: Henk Riswick
In dit artikel
De industrie wil de eigen CO2-uitstoot compenseren op landbouwgrond. Dat kan via handel in carbon credits. De interesse hiervoor neemt toe, maar een verdienmodel is nog ver weg.
Over carbon farming – koolstof vastleggen in de bodem – wordt de laatste jaren steeds vaker gesproken. De boer moet een extra inspanning doen – bijvoorbeeld via vanggewassen of groenbemesters – en bodem en klimaat verbeteren.
Echt boerenpraktijk is dit nog niet, maar er liggen wel steeds meer kansen omdat de Nederlandse industrie CO2-uitstoot moet compenseren. Dit proberen bedrijven te doen door zogenoemde carbon credits (CO2-certificaten) te kopen. Bijvoorbeeld bij akkerbouwers en veehouders. Dit kan financieel interessant zijn voor boeren, maar een echt nieuw verdienmodel is nu nog niet aan de orde. Dit bleek op het symposium Carbon farming op maandag 21 juni, met sprekers van chemieconcern Bayer, van Rabobank en LTO.
100 ton
“De potentie van koolstofvastlegging in de bodem is enorm; tot wel 100 ton per hectare”, zei Christy van Beek van Bayer. “Voor boeren gaat het erom hoeveel koolstof zij aan de bestaande hoeveelheid in de grond kunnen plakken. Bijvoorbeeld door niet of minder ploegen, aanvoer van compost of een gebiedsgerichte aanpak.”
Bayer wil boeren helpen om die extra tonnen koolstof te monitoren en te verwaarden. Dat kan via carbon credits en daar komt de Rabobank in beeld, die als tussenpersoon tussen boer en industrie wil gaan fungeren. “De industrie moet CO2-neutraal worden en veel bedrijven hebben nog een restuitstoot. Met carbon credits uit de landbouw kunnen zij toch hun doelen behalen”, aldus Marc Wilmink van Rabobank.
Kinderschoenen
CO2 kan dan tot een extra inkomen voor de boer leiden, de praktijk is echter weerbarstig. “Het verdienmodel staat nog in de kinderschoenen”, erkent Wilmink, die schermt met vanafprijzen van € 40 per ton koolstof. “Dat zijn geen hoge prijzen, maar we verwachten dat die prijzen door de vraag vanuit de industrie wel zullen gaan oplopen.”
Jaap van Wenum, portefeuillehouder akkerbouw van LTO, is positief over het idee van koolstofvastlegging in de bodem. Hij merkt dat er onder akkerbouwers en veehouders veel animo is, maar stelt dat er ook een beloning moet zijn. “Die beloning is met de huidige prijzen per ton koolstof te beperkt. Er zou ook compensatie vanuit het GLB moeten komen. Nu verdien je als boer alleen een paar tientjes per hectare. Je moet meer beloningen stapelen. Ook in het concept van de Green Deal.” Daarnaast stipt Van Wenum aan dat boeren die al veel organische stof in de bodem hebben – en nauwelijks nog kunnen optimaliseren – niet buiten de boot mogen vallen. “Dat aspect moet financieel ook meewegen in het carbon-creditsysteem.”