Meer ketensamenwerking voor beter groenteschap

Groenteconcepten zorgen voor meer kleur en variatie in het groenteschap van de supermarkt en in de bouwplannen van telers. Iedereen wil wel eens wat nieuws proberen; zowel consument als producent. Een concept is een mooie manier om te testen hoe een product in de markt past. Het is zichtbaar en afgebakend, wat de communicatie rondom dat product makkelijker maakt. Daardoor kunnen concepten bijdragen aan een grotere groenteconsumptie, schetst Daniëlle Bruin van groenteveredelaar Bejo. Jarenlang was de consumptie van groente stabiel, maar niet voldoende. Het Voedingscentrum raadt aan om minimaal 250 gram groenten per dag te eten. “Dat stagneerde lange tijd op 131 gram per persoon per dag en we zitten nu op 143 gram”, weet Bruin. “Daar mag dus nog wel wat bij. We moeten mensen verleiden om meer groente te eten. De aandacht voor groente groeit. Door corona zijn mensen zich meer bewust van wat gezond voor ze is. Wij zijn van mening dat je door groente en fruit te eten, preventief voor een goede gezondheid zorgt. Lokaal voedsel is ook een duidelijk groeiende wens van consumenten. Op die trends moeten we dus inspelen.”

Paarse groente gezonder

Daarom introduceert het Noord-Hollandse bedrijf steeds nieuwe concepten, zoals nu de paarse broccoli Redi. “Alle paarse groenten zijn per definitie gezonder”, weet Bruin, die van een rol in de verkoop binnendienst is getransformeerd naar food & value chain manager. “Als groente paars is, is het bijzonder goed voor hart- en bloedvaten, helpt het je geheugen, gaat ze veroudering tegen en bevat ze antioxidanten.” [caption id="attachment_44299" align="alignleft" width="300"] Bejo verwacht veel van het concept Redi, omdat het past in allerlei trends. - Foto: Bejo[/caption] Bejo wil meer ketensamenwerking, met uiteraard als doel om de klanten, telers, van afzet te voorzien en Bruin is daarin een spil. “Smaak, gezondheid en gemak zijn de drie voorwaarden voor nieuwe concepten die we lanceren”, vertelt ze. “Redi past daar perfect in. Met deze paarse broccoli kun je alle kanten op; rauw, gestoomd, gebakken. Het komt allemaal goed, zolang je ’m maar niet te lang kookt." Bejo verwacht hier heel veel van, zegt Bruin. "We zijn nu op proefschaal begonnen en voorzien dat dit een gangbaar product wordt in de winkels. Dat je de groente van kop tot kont kunt eten, is natuurlijk ook heel positief, want het helpt in de strijd tegen voedselverspilling. In Engeland is dit concept al jaren populair. Mooi van buiten, gezond van binnen. Arbeidstechnisch ook prettig, want de teler kan hem in een keer oogsten. En onbewerkt, ook weer zo’n trend.”

Kleur en diversiteit in het schap

Concepten als Redi geven bovendien kleur aan de winkelschappen, stelt Bruin. De vollegrondsgroenten kunnen nog een voorbeeld nemen aan het tomatenschap, vindt ze. “Dat is al heel erg ontwikkeld met veel keuze in echt verschillende producten. Daar kunnen de vollegrondsgroente, waar wij in gespecialiseerd zijn, stappen in maken. Wij willen diversiteit in de winkelschappen. Om die producten ook echt aan de man te brengen, is informatieverstrekking heel belangrijk: wat zit er in groente, waarom zijn ze goed voor je en wat kun je ermee. We geven inspiratie mee: wat is er allemaal mogelijk met een product. Op verschillende evenementen houden we kookdemonstraties.”

Vollegrondsgroenten kunnen een voorbeeld nemen aan diversiteit in het tomatenschap

Smaak is essentieel om consumenten vast te houden. Zeker als het product rauw wordt geconsumeerd, moet de smaak uitmuntend zijn. Daarom test Bejo de smaak van wortelen, een belangrijk product voor het veredelingsbedrijf, regelmatig bij een onafhankelijk testpanel. Zo weet het bedrijf hoe bepaalde genetica zich ontwikkelt op smaakgebied. “Dit helpt ons om kritisch te zijn. We hebben ruim 1.000 rassen in veertig gewassen. Dan moet je gerichte keuzes maken om je portfolio beheersbaar te houden.”

Multitalenten voor hele keten

Eigenlijk moeten groenten allemaal multitalenten zijn. Een teler stelt immers andere eisen aan een ras dan de verwerker, handelaar, retailer en zelfs de consument. “Daar proberen wij zo goed mogelijk een combinatie van te maken. Liefst hebben we natuurlijk rassen met een goede opbrengst, kwaliteit, uniformiteit, resistenties, robuustheid en houdbaarheid. Voor een concept is jaarrond beschikbaarheid ook heel belangrijk.” Om door de keten heen succesvol te zijn, moet je weten wat alle schakels willen. Daar gaat Bruin zich nog meer op werpen. “Onze vertegenwoordigers hebben goed contact met de telers en halen daar informatie op. Ik wil intensiever in gesprek met verwerking en retail, om daar meer ketensamenwerking te creëren.” Een andere concept dat in de pijnlijn zit, is een borrelhapje van spruiten. “Ook echt een powerfood. Net als boerenkool, dat dankzij influencers vanuit de Verenigde Staten zo’n trend werd.”

Eetmomenten

Bejo gaat eveneens met bleekselderij aan de slag (Krunchelly selderij sticks) en het bedrijf wil de koolrabi in verschillende kleuren in de schijnwerpers zetten. Een verse ui komt in bosjes in het schap, het concept heet Delicioni. “We willen in alle dagelijkse eetmomenten groente implementeren”, zegt Bruin gedreven. “Dat kan echt. Ook sociale media gebruiken we om te laten zien wat onze groenten allemaal kunnen. Onze Bejo Bowls, verschillende recepten voor groentecombinaties, inspireren ook. Ik kan hier de hele dag over doorpraten, de mogelijkheden zijn eindeloos.”