Conflict dreigt over cao voor het bakkersbedrijf

Er dreigt een cao-conflict te ontstaan in de bakkerijsector. De vakbonden FNV en CNV roepen hun leden namelijk op het eindbod van de werkgevers af te wijzen. Er werken zo’n 42.000 mensen in de bakkerijsector.

Loonsverhoging

De werkgeversorganisaties NBOV (ambachtelijke bakkers) en NVB (industriële bakkerijen) legden vorige week een eindbod op tafel nadat de onderhandelingen op 20 december waren vastgelopen. In het eindbod van de werkgevers krijgt de cao een looptijd van 1 juni 2021 tot en met 30 september 2023. Werknemers in de industriële bakkerijen krijgen een loonsverhoging van 6,4%. Bij ambachtelijke bakkerijen is de verhoging 7,0%. Alle werknemers krijgen een eenmalige uitkering van € 300 bruto. Verder zijn de werkgevers bereid de pensioenpremie te verhogen met 2,2%. En de startsalarissen en jeugdlonen gaan omhoog.

Lange looptijd nieuwe cao

FNV en CNV hebben een aantal kritiekpunten op dit eindbod van de werkgevers. Ze vinden de loonsverhoging te mager en willen er in de industriële bakkerijen 3,1% bij per jaar (exclusief de pensioencompensatie). Voor de werknemers bij ambachtelijke bakkers willen ze er 3,4% per jaar bij (exclusief pensioencompensatie). De vakbonden struikelen ook over de lange looptijd van de cao en ze vinden dat het te lang duurt voor de loonsverhoging in gaat (op 1 maart 2022 in plaats van 1 juni 2021). Ook vinden ze dat de werkgevers te weinig meebetalen aan de pensioenen, ondanks de verhoging van 2,2%.

Verder stellen de vakbonden dat werken in de bakkerijsector een zwaar beroep is. “Het steekt ons dat werkgevers niet bereid zijn om het werknemers met een zwaar beroep mogelijk te maken eerder te stoppen met werken”, schrijven de bonden in een gezamenlijke verklaring. De bonden hadden voorgesteld om in de cao op te nemen dat werknemers met een zwaar beroep een jaar vóór de AOW-leeftijd kunnen stoppen.