Skip to content

Vreba Melkvee: cowboys van het Zuiden aan banden?

De zuivelverwerking bij Vreba Melkvee draait op volle toeren, maar hoe lang nog?

Updated on:
Business
Achtergrond
Bezoekers van het jaarlijkse event bij Vreba kijken hun ogen uit bij de 80-stands melkstal waarin de koeien drie keer per dag worden gemolken. Foto: Hans Prinsen premium

Bezoekers van het jaarlijkse event bij Vreba kijken hun ogen uit bij de 80-stands melkstal waarin de koeien drie keer per dag worden gemolken. Foto: Hans Prinsen

Lang leek er geen eind te komen aan de groei bij Vreba Melkvee. Het grootste melkveebedrijf van Nederland wil verder uitbreiden, maar waar de overheid voorheen meewerkte, is dat nu allerminst vanzelfsprekend. De zuivelverwerking draait er op volle toeren, maar hoe lang nog?

Bij de ingang van het Limburgse ontginningsdorp Vredepeel ligt een grote steen. De naam van het dorp en het wapen van Venray zijn erin gebeiteld. Toenmalig landbouwminister Sicco Mansholt mocht de steen in 1955 onthullen. Honderden hectares ‘woeste gronden’ eromheen waren ontgonnen en geschikt gemaakt voor landbouw. Mansholt geloofde toen nog heilig in schaalvergroting in de landbouw. ‘Nooit meer honger’ was het credo in de naoorlogse jaren, en dat kon worden gerealiseerd met schaalvergroting.
Duizenden bezoekers die naar het jaarlijkse event bij Vreba afreizen, kijken hun ogen uit bij de 80-stands melkstal
Een jaar later werd in Vredepeel de basis gelegd voor wat nu het grootste melkveebedrijf van Nederland is: Vreba Melkvee. In 1956 begonnen met 13 koeien, inmiddels uitgegroeid naar zo’n 2.570 melkkoeien en 915 stuks jongvee in Vredepeel. De honderden dieren elders in het land (in 2021: 233 in De Rips, 287 in Laag Keppel, bijna 500 in Steenderen) niet meegerekend. Het bedrijf verwerkt in Vredepeel de eigen melk, maakt room dat naar banketbakkers gaat en recent is daar nog een productielijn voor lactoferrine aan toegevoegd. Het megamelkveebedrijf roept bewondering op. De duizenden bezoekers die naar het jaarlijkse event bij Vreba afreizen, kijken hun ogen uit bij de 80-stands melkstal waarin de koeien drie keer per dag worden gemolken. Anderzijds zijn er ook boeren die niets moeten hebben van een bedrijf dat regels bij tijd en wijle aan de laars lapt, terwijl ze zichzelf in allerlei bochten moeten wringen om daar wel aan te voldoen.

Groeiplannen in ijskast

Lang leek er geen eind te komen aan de groei van Vreba Melkvee. Nog steeds liggen er plannen om het bedrijf verder uit te breiden. Maar waar vroeger de handel in melkquota en boerderijen nog voldoende opleverde om te kunnen investeren in het bedrijf, zijn de groeiplannen nu noodgedwongen in de ijskast gezet. De overheid zit Vreba Melkvee dwars. Het melkveebedrijf hangt een dwangsom boven het hoofd van de gemeente Venray en ligt overhoop met het ministerie van LNV over fosfaatrechten. Waar LNV eerder nog een garantstelling gaf van € 2,5 miljoen zodat Vreba Melkvee een lening van € 24 miljoen kon krijgen bij de NIBC-bank, houdt het nu de hand op de knip. Dat geld is gebruikt voor uitbreiding van het bedrijf, terwijl het volgens LNV bestemd was voor verduurzaming.

Fosfaatreductieplan hakte erin

Toen er na afschaffing van de melkquota (2015) fosfaatrechten werden ingevoerd om uitbreiding van de melkveehouderij een halt toe te roepen, kreeg het veel minder fosfaatrechten dan het nodig heeft. Die rechten werden gebaseerd op de peildatum 2-7-2015. Vreba Melkvee had toen 1.394 koeien en 1.240 stuks jongvee. Ook het fosfaatreductieplan hakte erin. Omdat het bedrijf meer koeien had dan toegestaan, werd er in totaal voor ruim € 500.000 aan heffingen opgelegd.

Vreba wil een ontheffing

Vreba Melkvee vindt dat het te weinig fosfaatrechten heeft gekregen. Die benodigde rechten moeten nu elders vandaan komen. Om dat te financieren is al grond verkocht, evenals fosfaatrechten. In plaats daarvan wordt nu een deel van die rechten geleased, verklaarde Vreba eerder bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb). Vreba wil een ontheffing, zodat het niet hoeft te investeren in extra fosfaatrechten, maar dit geld in plaats daarvan kan investeren in innovaties. De uitspraak laat nog op zich wachten.

Grootste zelfzuivelaar van Nederland

Het tekort aan fosfaatrechten dreigt in de toekomst alleen maar groter te worden. Vreba Melkvee is in 2018 begonnen met het verwerken van de eigen melk, die daarbij wordt gescheiden in room en magere melk. René van Bakel kondigde de ommezwaai aan, waardoor Vreba de grootste zelfzuivelaar van Nederland zou worden. Dat was niet alleen voordelig wat betreft inkomsten, ook wat betreft fosfaatrechten. Inmiddels is er een lactoferrinelijn bijgekomen. Lactoferrine is een antibacterieel en ontstekingsremmend eiwit dat onder andere wordt toegevoegd aan kindervoeding.

Gunstige fosfaatregeling

Volgens Vreba Melkvee is het daarmee een zelfzuivelaar en mag het de bijbehorende gunstige fosfaatregeling hanteren. Sommige boeren fronsen de wenkbrauwen. Vreba is in hun ogen volgens de letter van de wet geen zelfzuivelaar met de productie van lactoferrine en room. In de wet staat dat deze boeren ‘meer dan 50% van de op het eigen bedrijf geproduceerde melk zelf moeten verwerken tot eindproduct. Van een eindproduct is sprake indien het product niet verder bewerkt hoeft te worden en klaar is voor verkoop aan consumenten’.

Overgangsregeling voor zelfzuivelaars

Zelfzuivelaars mogen uitgaan van een lagere melk- en fosfaatproductie (7.500 kilo melk per koe per jaar, fosfaatproductie van 39,1 kilo per jaar) dan andere melkveehouders. Ook al produceren de koeien veel meer melk, zoals bij Vreba Melkvee het geval is. Boeren die geen zelfzuivelaar zijn met een melkproductie van meer dan circa 10.000 kilo moeten 47,1 tot 49,3 kilo fosfaat per koe rekenen. Oud-landbouwminister Carola Schouten heeft aanpassing van de regeling aangekondigd, waardoor zelfzuivelaars, net als andere boeren, uit moeten gaan van de werkelijke melkproductie. Dat betekent dat Vreba Melkvee dan opnieuw diep in de buidel moet tasten voor extra fosfaatrechten. De aangekondigde overgangsregeling, waardoor dit in de praktijk wordt gebracht, is al een keer uitgesteld van 1 januari 2021 naar 1 januari 2022. Deze datum is eind vorig jaar opnieuw verschoven. “Actualisatie van de forfaitaire melkgift voor zelfzuivelaars is uitgesteld tot in ieder geval 1 januari 2023, evenals een eventuele overgangsregeling voor zelfzuivelaars”, aldus een woordvoerder van LNV.

Dwangsom gemeente

Een meevaller voor Vreba Melkvee. Maar daarmee is de kou nog lang niet uit de lucht. De gemeente Venray wil dat Vreba Melkvee stopt met de zuivelverwerking in Vredepeel, omdat dit volgens het bestemmingsplan niet is toegestaan. Venray heeft Vreba in december een laatste kans gegeven om daar binnen twee maanden mee te stoppen, anders moet het een dwangsom van € 10.000 per week gaan betalen. Die termijn loopt binnenkort af. Vreba heeft echter nog een bezwaarschrift ingediend en tegelijk een verzoek om voorlopige voorziening bij de rechtbank. Daardoor wordt er voorlopig geen dwangsom opgelegd en wordt gewacht op de uitkomst van de bezwaarschriftprocedure waarover in maart nog een hoorzitting is.

Aparte status

De melkverwerking in Vredepeel gaat vooralsnog gewoon door. Als het bedrijf daarmee stopt, is het ook geen zelfzuivelaar meer en kan het geen gebruik meer maken van de gunstige fosfaatregeling. Dan heeft het mogelijk een kwart meer fosfaatrechten nodig. Vreba Melkvee probeert het tij te keren. Het vecht de zeggenschap van de gemeente op het melkveebedrijf in Vredepeel aan. De provincie Limburg zou het daar voor het zeggen hebben en niet de gemeente. In het verweer bij de gemeente Venray wordt aangevoerd dat het op basis van de grootschalige verwerking van groenteafval, dat aan de koeien wordt gevoerd, in aanmerking moet komen voor een aparte status.

Provincie Limburg

Volgens Vreba is het een IPPC-bedrijf, net als grote intensieve veebedrijven en grotere industriële bedrijven. Het bedrijf voert groenteafval van een groenteverwerker aan de koeien. De verwerkingscapaciteit van groente kan oplopen tot zo’n 88 ton per dag. Daarmee is er volgens Vreba sprake van ‘nuttige toepassing van ongevaarlijke afvalstoffen met een capaciteit van meer dan 75 ton per dag’, één van de categorieën in de IPPC-richtlijn. Dit zou betekenen dat niet de gemeente, maar de provincie Limburg het bevoegd gezag zou zijn. Bij de provincie Limburg is een aanvraag ingediend voor deze status, die bij de provincie overigens is gebaseerd op de lactoferrinefabriek.

Ontbreken van vergunningen

De aanvraag is ingediend, maar daarmee is nog lang niet zeker dat Vreba de fel begeerde status ook krijgt. Dat traject moet nog worden doorlopen, aldus de provincie. Bovendien bevestigt de provincie dat het college van burgemeester en wethouders van Venray het bevoegd gezag is in de lopende handhavingsprocedure, waarmee de gemeente een eind wil maken aan ‘illegale gebouwen en activiteiten’ bij Vreba Melkvee. Daar gaat het niet alleen om de melkverwerking, maar ook om sleufsilo’s en foliebassins, waarvoor vergunningen ontbreken en die soms helemaal of gedeeltelijk buiten het daarvoor bestemde bouwvlak staan.

Milieuvoordelen opleveren

Vreba heeft de provincie toestemming gevraagd om af te wijken van het bestemmingsplan van de gemeente, zodat de lactoferrinefabriek wordt toegestaan. Uit onderbouwing van de aanvraag blijkt dat in de lactoferrinefabriek melk van het bedrijf in Vredepeel en van ‘satelietbedrijven’ moet worden verwerkt. Vreba Melkvee wijst in de aanvraag op de milieuvoordelen en dat de fabriek voor veel minder transportbewegingen gaat zorgen. Het plan is om na het isoleren van de lactoferrine, het water uit de melk te halen en dit als drinkwater voor de koeien te gebruiken. Behalve lactoferrine blijft er dan een mageremelkconcentraat over. Het aantal van 1.600 vrachtwagens dat nu jaarlijks nodig is voor het afvoeren van zuivelproducten, zou dan drastisch kunnen worden verminderd.

Investeren in innovaties

Behalve in de lactoferrinefabriek, wil het melkveebedrijf investeren in innovaties zoals stallen, waarin emissies van ammoniak, methaan en fijn stof fors moeten worden gereduceerd, en in mestverwerking. Dat is echter alleen mogelijk als Vreba Melkvee niet zoals nu het geval is veel moet investeren in fosfaatrechten, vertelde hun advocaat Joost de Rooij eerder bij het CBb. De experimentele stal (met overkapping over bestaande stallen, waarin de lucht wordt afgezogen) zou verdere groei mogelijk kunnen maken als er hiervoor een veel lagere ammoniakemissie kan worden gehanteerd. Vreba’s adviseur Peter Smeets heeft een norm voor ogen van 3 kilo ammoniak per koe voor de experimentele stal, zei hij bij het CBb, in plaats van de gebruikelijke 8,6 kilo voor nieuwe stallen of 11 tot 12,2 kilo voor oudere stallen. Als de overheid inderdaad akkoord gaat met deze veel lagere norm, is bij de huidige vergunning voor 20.000 kilo ammoniak aanzienlijke groei mogelijk.

Oplossen van wereldvoedselprobleem

De innovaties bij Vreba Melkvee zouden ook een bijdrage kunnen leveren aan het oplossen van het klimaatprobleem en het wereldvoedselprobleem, aldus Vreba en adviseur Smeets bij het CBb. Alleen staan in Vredepeel de koeien op stal, terwijl op 84% van de bedrijven in de Nederland de koeien buiten lopen en overheid en zuivelsector dat percentage liever willen opkrikken dan verlagen.

Sleutel voor groei

De beoogde innovaties zijn de sleutel die verdere groei van Vreba mogelijk kunnen maken. Het bedrijf wil het bouwvlak in Vredepeel uitbreiden van de huidige ruim 9 naar 16 hectare. Die uitbreiding zou nodig zijn voor uitbreiding van de veestapel (met emissiearme stal), mestraffinage en voerproductie. Ook een subsidieaanvraag bij de provincie Brabant maakt duidelijk dat er groeiplannen zijn. In die aanvraag, voor de proeftuin Living Lab Regio Vredepeel (LLV), vervult Vreba Melkvee een spilfunctie. Vreba Melkvee zou € 60 miljoen willen investeren in uitbreiding van de veestapel en in melkverwerking ‘tot consumenten-eindproducten en farmaceuticals’ (farmaceutische grondstoffen zoals lactoferrine). Het Limburgs Energie Fonds zou een lening van € 2,5 miljoen hebben gegeven voor mestverwerking bij Vreba Melkvee. Die mestverwerking wil de gemeente nog wel toestaan, maar Venray wil vooralsnog niet meewerken aan verdere uitbreiding en een bouwvlak van 16 hectare.

Politieke spelletjes

Vreba denkt dat er politieke spelletjes worden gespeeld. De milieuambtenaar van Venray die zich tot voor kort met Vreba Melkvee bezighield, zou ook niet uit vrije wil elders gaan werken. “Nee hoor, die is niet ontslagen”, zegt een woordvoerder van de gemeente. Die heeft gewoon gesolliciteerd op een vacature bij de nieuwe gemeente Land van Cuijk. De zuivelverwerking hangt aan een zijden draadje. Dit raakt niet alleen Vreba Melkvee, maar ook Kees Koolen, waarmee Vreba Melkvee nauw samenwerkt. Internetmiljonair Koolen heeft geïnvesteerd in melkveebedrijven in het oosten van het land, die worden gerund door Vreba Melkvee dat ook de veestapels op deze bedrijven in handen heeft. Maar Koolen heeft ook geïnvesteerd in de zuivelverwerking bij Vreba in Vredepeel. Hij heeft in 2020 de onderneming Dutch Lacto opgericht voor ‘het bouwen en exploiteren van een lactoferrinefabriek’. Koolens andere bv, Dutch Dairy Products, heeft het recht van opstal tot en met 2030 voor de ondergrond van deze installatie op het erf van Vreba Melkvee.

Oud-bankier aan roer bij zuiveltak

Ondertussen is bij het dochterbedrijf dat verantwoordelijk is voor de verkoop van zuivelproducten van Vreba (VP Dairy) in september een nieuwe directeur aangesteld in de persoon van Willem de Boer. Een volstrekte vreemde in de zuivel. Deze voormalig bankier is oud-bestuurder van het Slotervaartziekenhuis en de IJsselmeerziekenhuizen. Daarna was hij onder andere werkzaam als directeur bij de grote partycateraar Maison van den Boer, die in financiële problemen terecht was gekomen. De Boer werd ingeschakeld bij een bedrijf dat dezelfde bankier had als Vreba Melkvee: NIBC. {{foto,2}} Het roept vragen op. Wil de bank ter plekke de vinger aan de pols houden bij het familiebedrijf in Vredepeel, dat behalve met onzekerheid over de toekomst ook nog steeds wordt geconfronteerd met beslagleggingen van schuldeisers? Waar de Staat nog € 6 miljoen wil van de vroegere melkhandel van de Van Bakels omdat het de superheffing die volgens de Staat door boeren is betaald, nooit zou hebben afgedragen aan de juiste instanties? Is de nieuwe directeur Willem de Boer bij VP Dairy, aangesteld als crisismanager door de NIBC-bank? Nee, zegt René van Bakel. We kennen hem wel via de NIBC, maar hij is niet door de NIBC-bank ingeschakeld als crisismanager. Evenmin is er volgens Van Bakel sprake van verscherpt toezicht van de bank (bijzonder beheer). “Als je bij de bank rente en aflossing betaalt, heb je geen probleem, wat dat betreft.”

Medische wereld

De Boer heeft dan misschien niets met zuivel, maar wel met ziekenhuizen en de medische sector en dat is volgens Van Bakel de reden dat hij directeur is geworden bij VP Dairy. “We willen de lactoferrine af gaan zetten in de medische wereld.” Hij rekent er ook op dat Vreba de benodigde vergunning van de provincie Limburg krijgt. “Dan is het opgelost”, aldus Van Bakel. “De tijd zal het leren.”

Mis geen enkel topverhaal op Eiwit Trends

Dit premium artikel is enkel beschikbaar voor abonnees

Beperk risico's met betere investeringen

Versterk je ketenpositie met de juiste partners

Versnel innovaties met de nieuwste trends

Beleef journalistiek van top niveau door collega’s, ervaren redacteurs én experts uit de sector.

Chris Polkamp

Chris Polkamp

Afbeelding

Wendy Noordzij

Alieke Hilhorst

Alieke Hilhorst

Abonneer vanaf €2,50/week

Snel delen