Skip to content

Onderzoekers verdeeld over inzamelingsplan statiegeldblikjes

Onderzoekers spreken elkaar tegen over de effectiviteit van statiegeld op blikjes.

Updated on:
Achtergrond
Sustainable food
statiegeldblikjes premium

Sinds juli vorig jaar is er statiegeld op kleine plastic flesjes in de automaten in de winkel. Voor blikjes zou een netwerk moeten komen van hubs buiten de supermarkten. - Foto: ANP

De Tweede Kamer houdt donderdag een hoorzitting over het inzamelingsplan voor statiegeldblikjes. Onderzoekers spreken elkaar tegen over de effectiviteit van het plan.

Het inzamelen van statiegeldblikjes blijft de gemoederen bezighouden. De Tweede Kamer houdt donderdag een technische briefing over het inzamelingssysteem, waarover de brancheorganisaties eind 2021 een akkoord bereikten. Voor- en tegenstanders van het inzamelingsplan hebben munitie bij elkaar gesprokkeld voor de hoorzitting. Vanaf 31 december 2022 wordt statiegeld geheven op blikjes, zoals dat er nu al is op plastic drankflesjes. Eind vorig jaar bereikten de brancheorganisaties van supermarkten (CBL) en die van de levensmiddelenfabrikanten (FNLI) samen met de Stichting Afvalfonds Verpakkingen een akkoord over de inzameling. Er komt een landelijk dekkend netwerk van 3.300 inzamelpunten (‘hubs‘) voor blikjes met statiegeld, die buiten de supermarkt staan.

Onderzoek: hub buiten supermarkt werkt

De partijen baseren hun plan op een onderzoek van EY-Parthenon, gespecialiseerd in het bedenken van strategieën voor complexe organisaties. EY-Parthenon concludeert dat een systeem van hubs buiten de supermarkt net zo effectief is als inzameling in de supermarkten. De hubs zijn ook buiten de openingstijden van de winkel toegankelijk en een consument hoeft niet de winkel in te lopen om zijn blikjes in te leveren. Een ander voordeel vindt EY-P dat buiten veel meer ruimte is voor een inzamelpunt dan in een supermarkt. Bovendien zijn lekresten uit blikjes in een supermarkt onhygiënisch. En supermarkten willen natuurlijk liever hun ruimte benutten voor winkelschappen, dan voor een inzamelingsmachine met opslagloods.

Inzameling in de supermarkt

Milieuorganisatie RNB (Recycling Netwerk Benelux) vindt dat de inzameling juist wel in de supermarkt moet gebeuren, zoals al het geval is met plastic drankflesjes. RNB heeft onderzoeksbureau Eunomia ingeschakeld om deze stelling te onderbouwen. Eunomia onderzocht inzamelingssystemen in 35 landen of regio’s en vergeleek dat met het Nederlandse plan. Het doel is dat in 2024 in Nederland 90% van de blikjes wordt ingezameld. Eunomia stelt dat dat return-percentage alleen haalbaar is in landen waar de inzameling erg gebruiksvriendelijk is ingericht, zoals in Denemarken, Finland, Duitsland en Litouwen. Landen of regio’s met een inzameling buiten de winkels halen geen van alle de 90% inzameling. Bovendien krijgt Nederland volgens Eunomia weinig inzamelpunten. Dat worden er 1,9 per 10.000 inwoners. In Duitsland zijn dat er 16, maar dat land haalt dan ook 98% inzameling.

Eunomia: inzameling werkt alleen bij voldoende statiegeld

Bovendien verwacht Eunomia dat Nederland het niet voor elkaar krijgt om vóór 2023 een goed werkend inzamelingssysteem op poten te zetten. Inzameling via statiegeld werkt alleen als het statiegeld hoog genoeg is, volgens Eunomia. Ook zou het terugbrengen de consument weinig moeite moeten kosten. Het inzamelingssysteem zou daarom eenvoudig moeten zijn. Goede voorlichting aan de consument is daarbij nodig. En dan moeten de inzamelingspunten nog worden aangelegd en ingericht. Daar is het allemaal erg kort dag voor, schrijft Eunomia in het rapport.

Mis geen enkel topverhaal op Eiwit Trends

Dit premium artikel is enkel beschikbaar voor abonnees

Beperk risico's met betere investeringen

Versterk je ketenpositie met de juiste partners

Versnel innovaties met de nieuwste trends

Beleef journalistiek van top niveau door collega’s, ervaren redacteurs én experts uit de sector.

Alieke Hilhorst

Alieke Hilhorst

Chris Polkamp

Chris Polkamp

Afbeelding

Wendy Noordzij

Abonneer vanaf €2,50/week

Snel delen

Jan Engwerda
Jan Engwerda

Voormalig redacteur