Inspraakronde voor nieuwe norm gisten en schimmels

Belangstellenden kunnen tot en met 21 april aanstaande input geven op het voorstel via de Stichting Koninklijk Nederlands Normalisatie Instituut (NEN). Dat beheert ruim 34.000 normen.

Gewijzigde methode schimmels en gisten tellen

Het traject voor een nieuwe norm duurt gemiddeld drie tot vier jaar. De definitieve versie – ISO 21527 – is naar verwachting in 2025 of 2026 beschikbaar. Dat betekent dat voedingsmiddelenbedrijven vanaf 2025 te maken kunnen krijgen met een gewijzigde analysemethode voor de telling van gisten en schimmels. De grootste impact zal de methode hebben op organisaties die een eigen microbiologisch laboratorium hebben of contacten hebben met laboratoria die analyses voor hen uitvoeren.

Gezondheidsrisico

Voedingsmiddelen en diervoeders die zijn besmet met micro-organismen zoals gisten of schimmels, kunnen een gezondheidsrisico vormen voor consument of dier. Deze micro-organismen kunnen er namelijk voor zorgen dat producten bederven, waardoor ze niet meer geschikt zijn voor consumptie en ziekten kunnen veroorzaken. Om de veiligheid van deze producten te waarborgen is er een horizontale analysemethode voor de telling van gisten en schimmels. Deze nieuwe norm stelt laboratoria in staat één document te gebruiken voor het analyseren van verschillende producten (inclusief melkproducten).

Nieuwe norm voor meerdere schakels voedselketen

De nieuwe internationale norm wordt van toepassing op meerdere schakels in de voedselketen, waaronder de primaire productiefase en monsters van de omgeving van voedselproductie (onder andere oppervlakken en lucht). Daarnaast wordt er duidelijker toegelicht welke methode voor welke productgroep moet worden gebruikt. Voorheen was dit vooral gebaseerd op de wateractiviteit. Op een veilige manier voedsel produceren en verwerken is van essentieel belang om de wereldbevolking te voeden. Daarbij speelt het analyseren van de microbiologische veiligheid van voedsel een grote rol. Om te zorgen dat de verkregen resultaten wereldwijd hetzelfde zijn, moeten er goede afspraken zijn over microbiologische analysemethoden.

Platform voor afspraken over normen

Wie betrokken wil zijn bij de vervolgstappen van dit voorstel, kan lid worden van de normcommissie ‘Microbiologie van de voedselketen’. De normcommissie fungeert als een breed platform waarin vertegenwoordigers uit de private sector, wetenschap en overheid elkaar ontmoeten en afspraken maken over normen. De commissie verzorgt alle inbreng vanuit Nederland in de internationale commissie. Daarnaast nemen Nederlandse belanghebbende partijen deel aan internationale werkgroepen van experts. Een commissielid heeft volgens de NEN invloed op de inhoud van normen die methoden voor microbiologisch onderzoek beschrijven, zoals het detecteren van Salmonella, Campylobacter en Listeria monocytogenes. Veel van deze normen zijn geschikt voor het aantonen van microben in verschillende productgroepen zoals diervoeder, zuivel, vis en vlees. Ook neemt een commissielid deel aan normalisatiewerkzaamheden op Europees (CEN) en mondiaal (ISO) niveau.