Vleesvervangers in de schappen bij een supermarkt. De verkopen van deze producten wordt steeds populairder. - Foto: ANP
In dit artikel
Bij berekeningen en beschouwingen over kringlooplandbouw wordt regelmatig – wellicht ter geruststelling van veehouders – aangegeven dat er ook dan veehouderij blijft in Nederland.
Volgens sommige deskundigen is veehouderij zelfs onmisbaar in een kringlooplandbouw. Dat betekent echter niet dat daarvoor alle 4 miljoen runderen, 12 miljoen varkens en 100 miljoen kippen nodig zijn. Bovendien zijn er ontwikkelingen gaande die mogelijk ingrijpende gevolgen hebben voor de huidige veehouderij.
Opkomst vleesvervangers
Er komen geleidelijk meer mogelijkheden om (plantaardige) grondstoffen om te zetten in voor de mens bruikbaar voedsel, met schimmels, bacteriën of insecten. Al dan niet via een industrieel proces, zoals bij vleesvervangers. Aan die processen zitten ongetwijfeld haken en ogen, maar ze zijn veelal efficiënter en veel minder milieubelastend dan de gewone veehouderij. Naarmate de milieueisen strenger worden, wordt de concurrentiepositie van zulke alternatieve productiewijzen sterker. In ieder geval zijn de vleesvervangers in opkomst. Grote ondernemingen als Vion en Unilever blijken er tegenwoordig brood in te zien.
Naarmate de milieueisen strenger worden, wordt de concurrentiepositie van alternatieve productiewijzen sterker
Twee weken geleden werd in een debat in de Tweede Kamer over kweekvlees bijna Kamerbreed betoogd dat Nederland bij die ontwikkeling voorop moet lopen. Tja, voorop lopen is mooi, maar niet als je in een moeras terecht komt.
Gewone veehouderij krijgt het moeilijk
Onlangs zag ik een grafiekje – afkomstig van een Duitse consultant – waaruit viel af te leiden dat tegen 2040 de conventionele vleesproductie wereldwijd met een derde zal zijn verminderd vanwege de opkomst van vleesvervangers en kweekvlees. Dat geeft op zijn minst te denken. Dat geldt evenzeer voor een uitspraak van Theo Spierings, de vroegere topman van zuivelonderneming Fonterra, die zo’n anderhalf jaar geleden zei dat ‘synthetische melk de wereld gaat veranderen’. En Spierings kan het weten. Als zulke voorspellingen uitkomen, zou de gewone veehouderij het wel eens moeilijk kunnen krijgen, alle geruststellende verhalen over gunstige vooruitzichten ten spijt.
Voorop lopen is mooi, maar niet als je in een moeras terecht komt
Tijdig maatregelen treffen
Zoals geldt voor veel innovaties, moet je dergelijke ontwikkelingen niet klakkeloos toejuichen. Mogelijke nadelen – zeker ook voor de huidige producenten – moet je onder ogen zien en zo nodig tijdig maatregelen treffen om het aanpassingsproces in goede banen te leiden.