Voedingsbedrijven moeten aan de slag met klimaatdoelen

Ook al hebben ze momenteel wel wat anders aan hun hoofd. Zoals de hogere kosten voor grondstoffen, energie, verpakkingen, transport en lonen. Daarnaast voelen consumenten de inflatie in hun portemonnee en kopen minder of goedkopere producten. En de oorlog in Oekraïne dreigt een slepend conflict te worden dat langdurig een schaduw over de wereld legt. In turbulente tijden verdwijnen minder dringende zaken naar de achtergrond, zoals de klimaatdoelen.

Green Deal

De EU heeft in 2019 veel duurzaamheidsdoelen vastgelegd in de Green Deal. Zo wil de EU in 2050 klimaatneutraal zijn. Er komt regelgeving aan om dat te stimuleren. De EU werkt aan een richtlijn (Corporate Sustainability Reporting Directive) die bedrijven verplicht beter te rapporteren over hoe duurzaam ze zijn. Bedrijven doen er goed aan zich nu al voor te bereiden op de vele bureaucratische verplichtingen die de EU hen oplegt.

CO₂-voetafdruk

Deze verplichtingen gaan doorwerken in de hele voedingsketen. Want bedrijven willen hun eigen CO_2-voetafdruk verlagen door van hun leveranciers te eisen dat zij dat ook doen. Vooral bij supermarkten speelt dat een grote rol. Volgens de Rabobank is de directe bijdrage van de supermarkten aan de CO₂-uitstoot gemiddeld 2,9%, doordat ze hun gebouwen verwarmen of elektriciteit verbruiken. De rest is indirecte CO₂-uitstoot die vooral wordt toegeschreven aan ingekochte goederen. Willen de supermarkten kunnen schermen met klimaatneutraliteit, dan moeten vooral hun leveranciers de uitstoot van CO₂ verminderen. Dat legt een grote druk op voedingsbedrijven om daar een bijdrage aan te leveren. Het is goed daar nu al aan te werken. Duurzaamheid kan niet wachten, ook al hebben voedingsbedrijven nu al genoeg kopzorgen