De laatste maanden is het producentenvertrouwen in de voedings- en genotmiddelenindustrie gedaald, volgens cijfers van het CBS. -Foto: Canva
In dit artikel
Het producentenvertrouwen in de voedings- en genotmiddelenindustrie is behoorlijk gedaald de laatste maanden. In juli berekent het CBS een index voor het producentenvertrouwen van 2,2. Dat is de laagste score van dit jaar. In juni stond de index voor de voedingssector nog op 3,5 en in april zelfs nog op 7,8.
Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) publiceert iedere maand een indicator voor het producentenvertrouwen in diverse sectoren van de Nederlandse economie. De indicator in de voedingssector is sterk beïnvloed door de coronacrisis. In 2019 lag het vertrouwen in de toekomst binnen de sector gemiddeld over het hele jaar op 5,2 en in januari 2020 beoordeelde het CBS het vertrouwen nog met een 8,5. Tijdens de coronacrisis zakte het vertrouwen naar een dieptepunt van -22,2 in mei 2020 vanwege alle beperkende maatregelen.
Schommeling vertrouwensindex
Daarna schommelde de vertrouwensindex omhoog en omlaag en bereikte sindsdien een hoogtepunt van 7,8 in april dit jaar. Dat was de hoogste vertrouwensindex in de voedingssector sinds januari 2020. Maar na april smolt het vertrouwen langzaam weg. Deze maand is nog maar 2,2% van de ondernemers positiever dan de nullijn (neutrale stemming).
Daarmee is de voedingssector aanzienlijk negatiever over de toekomst dan de rest van de Nederlandse industrie. Volgens het CBS is de stemming onder ondernemers in de industrie in juli juist positiever. Het vertrouwen ging van 8,1 in juni naar 8,4 in juli. Het producentenvertrouwen voor de hele industrie ligt ruim boven het langjarige gemiddelde van 1,0. Het vertrouwen van de ondernemers in de hele industrie bereikte in november 2021 de hoogste waarde (12,7). In april 2020 werd de laagste waarde (-28,7) genoteerd.
Indicator voor producentenvertrouwen
De indicator voor het producentenvertrouwen geeft de stemming aan onder ondernemers in diverse sectoren van de Nederlandse industrie. De indicator kan boven of onder de nullijn liggen en geeft aan hoeveel procent van de ondernemers positiever of negatiever zijn dan de nullijn. De indicator wordt berekend op basis van drie factoren. Dat zijn de verwachte bedrijvigheid in de komende drie maanden, het oordeel van de ondernemers over de orderpositie en het oordeel over de voorraden gereed product.