Zorgen over schaarste aan scheepsruimte

Door de uitzonderlijk lage waterstand kunnen schepen lang niet volgeladen worden. Dat gaat ten koste van transportcapaciteit en verhoogt de vervoerskosten. Daarnaast zijn in heel Europa schepen opgekocht of gereserveerd voor transport van graan uit Oekraïne. Daar bovenop vraagt het transport van extra steenkool naar Duitse energiecentrales veel extra capaciteit. Dit is een gevolg van de gascrisis. Tenslotte kampen havens nog steeds met logistieke problemen in de nasleep van de corona-crisis. KBN waarschuwt dat de continuïteit van productieprocessen en de leveringszekerheid aan consumenten in gevaar kan komen, omdat alternatief vervoer over weg en spoor ook slechts beperkt voorhanden zou zijn.

Veevoerbranche afhankelijk

Een van de sectoren die sterk afhankelijk is van transport over water is de veevoerbranche. Brancheorganisatie Nevedi deelt de zorgen die over de transportcapaciteit bestaan. “De binnenvaart is een zeer waardevolle schakel in het geheel van transportmodaliteiten in de diervoederketen, zeker voor de grotere grondstofstromen”, aldus directeur Henk Flipsen. Bij gebrek aan laadruimte over water moet een groter deel van de grondstoffen over de weg of per spoor aangevoerd worden, licht hij toe. “Maar bij vergelijkbare situaties in het verleden, is gebleken dat de diervoederbedrijven voldoende flexibel zijn in het omschakelen van boot naar vrachtwagen en dat zich geen bevoorradingsproblemen hebben voorgedaan.” Nevedi heeft nog geen signalen van leden dat de situatie nu voor problemen zorgt. Omdat er grote verschillen zijn tussen de veevoerbedrijven, kan Nevedi niks zeggen over eventuele effecten op de voerprijzen.

Leveringszekerheid niet in geding

Voerfabrikant ForFarmers heeft nagenoeg alle productielocaties aan het water en is sterk afhankelijk van de binnenvaart. De woordvoerder laat weten dat het bedrijf sowieso de waterstanden continu in de gaten houdt. De leveringszekerheid is niet in het geding, verzekert de woordvoerder. Wel stijgen de kosten. Agrifirm wijst erop dat het bedrijf een groot deel van de aanvoer over water in eigen beheer en met eigen middelen doet, en daardoor minder gevoelig is voor veranderingen op de externe markt van binnenvaart-capaciteit.