Foto: Canva
In dit artikel
In 2000 kreeg ik van het ministerie van VROM (o.a. milieu) de opdracht om onderzoek te doen naar duurzaam voedselbeleid.
Welke milieuaspecten zitten er aan voeding en waar zijn verduurzamingsslagen te maken, was de vraag. Al snel was duidelijk dat het ‘laaghangend fruit’ zat bij verspilling. Bij de tien aanbevelingen stond dus met stip op één: verspilling aanpakken.
Veel milieubelasting
We wisten toen nog niets over de hoeveelheid voedsel die wordt verspild in de keten. Maar je kan op je klompen aanvoelen, dat iets wat geteeld, vervoerd en gekookt is en vervolgens niet wordt opgegeten, veel milieubelasting veroorzaakt. Bovendien: het tegengaan van voedselverspilling is niet alleen goed voor het milieu, maar ook voor je portemonnee. Daarom kwamen Milieu Centraal en het Nibud al snel met een consumentencampagne ‘Voorkom verspilling, koop voedsel op maat’.
De data over verspilling die we eerder zo hadden gemist, kwamen boven water
In de jaren daarna werd het onderwerp geïnstitutionaliseerd. Er kwam onderzoek. De data over verspilling die we eerder zo hadden gemist, kwamen boven water. Er ontstond een markt van producten gemaakt van verspild voedsel, zoals Soepstarter, Kumasi Drinks en Pieperbier. Alle supermarkten werken tegenwoordig samen met een voedselbank, zodat hun overschotten een goede bestemming vinden. Steeds meer consumenten gebruiken Too good to go om iets te doen tegen voedselverspilling. Veel partijen hebben zich verenigd in de Stichting Samen tegen Voedselverspilling, met Toine Timmermans aan het roer.
Tekorten voedselbanken
En er is jaarlijks de Verspillingsvrije Week, waar allerlei bedrijven en organisaties aan mee doen. Ondanks de berichten over tekorten bij de voedselbanken, vind ik dit een goede zaak. Juist nu. Want voedsel is bedoeld om opgegeten te worden en niet alsnog weg te gooien nadat het geteeld, vervoerd, bewaard en gekookt is. In de keten zijn de verliezen wellicht verminderd, bij de consument valt nog veel te halen.