FNLI: voortbestaan voedingssectoren in gevaar

Voorheen werden vooral individuele bedrijven geraakt door de sterk gestegen energiekosten, zegt woordvoerder Pascal Hopman. “Inmiddels komen hele sectoren in het nauw. Zonder steunmaatregelen, die vooral voor een herstel van een gelijk speelveld in Europa moeten zorgen, gaan bedrijven omvallen en bestaat de kans dat er minder producten uit Nederland in de supermarkt komen te liggen. Daarnaast komen plannen voor verduurzaming in de ijskast te staan.”

Zorgen over explosief gestegen energiekosten

De FNLI maakt zich grote zorgen over de explosief gestegen energiekosten. Voedingsbedrijven krijgen steeds meer te maken met flexibele energiecontracten. Daardoor stijgen de energiekosten sneller dan voorheen. ING meldde vorige week dat het verwacht dat de energiekosten voor voedingsmiddelenproducenten dit jaar gemiddeld 7,5% van de totale kosten uitmaken. Dat was 1,5% in 2020. De totale kostenstijgingen voor voedingsmiddelenbedrijven liggen tussen 20% en 30%, schat de ING. Directeur Cees-Jan Adema van de FNLI ziet zelfs uitschieters bij voedingsbedrijven waar de energiekosten inmiddels 30% tot 40% van de kostprijs uitmaken. “Tegelijkertijd zien wij landen om ons heen in snel tempo steunmaatregelen optuigen. Nederlandse producenten komen daardoor op achterstand te staan. Soortgelijke producten uit het buitenland worden goedkoper. In een tijd waarin er gesproken wordt over minder afhankelijkheid van het buitenland, dreigt hier het tegenovergestelde te gebeuren. Dat is niet houdbaar en onwenselijk. Het level playing field moet hersteld worden. Steunmaatregelen zijn niet alleen nodig om prijsstijgingen van voeding voor de consument te dempen, maar ook om ondernemers in de energie-intensieve sectoren te kunnen laten concurreren met bedrijven uit buurlanden.”