Palmolieteelt. Bedrijven die hun producten in de EU willen verkopen, moeten straks verklaren dat de bestanddelen ervan niet bijdragen aan ontbossing. - Foto: Canva/richcarey
In dit artikel
- Rundvlees, maar ook chocolade valt onder nieuwe regels ontbossing
- Handelaren krijgen tijd om regels ontbossing in te voeren
- FNLI: gevolgen voor beschikbaarheid grondstoffen
- Uitdaging met complexe en lange toeleveringsketens
- Vleessector: regeling tegen ontbossing dreigt door te schieten
- Gekozen voor eisen stellen aan aanbieders
Bedrijven die producten in de EU willen verkopen, moeten verklaren dat bestanddelen ervan niet bijdragen aan ontbossing. Daarover hebben onderhandelaars van het Europees Parlement en lidstaten een akkoord gesloten. Brancheorganisaties als FNLI (levensmiddelenindustrie), COV (vleessector) en Nevedi (veevoerproducenten) geven hun reactie op de plannen.
“De nieuwe wet zal ervoor zorgen dat een reeks belangrijke goederen die op de markt worden gebracht, niet langer zullen bijdragen aan ontbossing en aantasting van bossen in de EU en elders in de wereld”, aldus de Europese Commissie. “Wanneer de nieuwe regels in werking treden, zullen alle betrokken bedrijven strenge zorgvuldigheidseisen moeten stellen als zij producten op de EU-markt brengen.”
Rundvlees, maar ook chocolade valt onder nieuwe regels ontbossing
Het gaat onder andere om producten als rundvlees, soja, cacao, koffie, palmolie, hout en rubber. Ook afgeleide producten zoals leer, chocolade, meubels, papier en houtskool, vallen hieronder, aldus de Europese Commissie.
Bedrijven die hun producten in de EU willen verkopen, moeten straks verklaren dat de bestanddelen ervan niet bijdragen aan het verwoesten van bos. Anders moeten ze vrezen voor hoge boetes. Producten zijn ‘aanjager van ontbossing’ en dus verboden als ze afkomstig zijn van akkerland dat na 2020 is ontbost.
Producenten moeten met ‘precieze geografische informatie over de landbouwgrond’ aantonen waar de grondstoffen vandaan komen. Ook moeten ze aantonen dat de rechten van inheemse bewoners niet zijn geschonden.
Handelaren krijgen tijd om regels ontbossing in te voeren
Het voltallige parlement en de EU-lidstaten moeten de verordening nog formeel goedkeuren voordat deze in werking kan treden. Handelaren krijgen vervolgens achttien maanden de tijd om de regels uit te voeren. De EU-landen gaan de regels controleren en nemen dan vooral risicolanden en -sectoren op de korrel.
FNLI: gevolgen voor beschikbaarheid grondstoffen
Bij invoering van de Europese wet tegen ontbossing zullen er aanpassingen nodig zijn in de logistiek en registratie van producten in de ‘upstream’-kant van de keten. Volgens FNLI, brancheorganisatie van de voedingsmiddelenindustrie, is het belangrijk dat hiervoor niet alleen naar het productieland wordt gekeken, maar dat ketenpartijen gezamenlijk verantwoordelijkheid nemen. Dat laat een woordvoerder van de organisatie desgevraagd weten.
Hoewel de details van de nieuwe wet nog duidelijk moeten worden, zal de wet voor veel voedingsmiddelenproducten van invloed zijn, zo verwacht FNLI. “Producenten zullen in ieder geval onderzoek moeten doen om te verifiëren waar grondstoffen vandaan komen en dat het risico van ontbossing er niet aan gelinkt is. Daarnaast kan de wet gevolgen hebben voor de beschikbaarheid van bepaalde grondstoffen en zullen de aanpassingen in toeleverketens de nodige kosten met zich meebrengen.”
Uitdaging met complexe en lange toeleveringsketens
FNLI voorziet een uitdaging in de eis dat tot op perceelsniveau duidelijk moet zijn waar de producten vandaan komen. “Toeleveringsketens van sommige producten waarin bijvoorbeeld cacao, soja of palmolie is verwerkt, zijn veelal zeer complex en lang. Er zitten veel schakels (tussenpersonen, lokale exporteurs) tussen die stromen, uit verschillende bronnen die ook nog eens met elkaar vermengd kunnen worden. De toeleveringsketens van sommige grondstoffen kenmerken zich door vele kleinschalige producenten. Het is van belang dat die niet uitgesloten worden van de toeleveringsketens”.
Volgens de brancheorganisatie zijn veel voedingsmiddelenproducten al lange tijd bezig met het in kaart brengen van hun grondstofstromen en het uitsluiten van mogelijke risico’s in internationale grondstoffenketens. De sector maakt ook gebruik van certificeringsorganisaties als Rianforest Alliance en RSPO. FNLI verwacht dat zij een belangrijke rol kunnen hebben door de ervaring in de ketens, lokale netwerken en het verduurzamen ervan.
Lees ook: Nieuw stappenplan van agrifoodreuzen tegen ontbossing
Vleessector: regeling tegen ontbossing dreigt door te schieten
De regels gelden ook voor productie binnen de EU en export vanuit de EU, licht COV-directeur Internationale Zaken Frans van Dongen toe. De Centrale Organisatie voor de Vleessector (COV) onderschrijft het belang van bescherming van bossen als het Amazonewoud. Positief is dat hier meer aandacht voor gaat komen. Producenten in bijvoorbeeld Brazilië moeten met duidelijke garanties komen dat hun producten niet bijdragen aan ontbossing.
Nederlandse importeurs houden hier al rekening mee, aldus Van Dongen. Maar de regeling, die nog moet worden uitgewerkt, dreigt in zijn ogen door te schieten. Straks moeten ook Nederlandse producenten van onder meer rundvlees aantonen dat hun producten niet bijdragen aan ontbossing. Dat kan leiden tot extra administratieve lasten. “Om iets te voorkomen dat in Nederland helemaal niet bestaat”, aldus Van Dongen.
Gekozen voor eisen stellen aan aanbieders
Dat de EU voor deze regeling heeft gekozen, komt volgens Van Dongen omdat een importverbod vanwege afspraken van wereldhandelsorganisatie WTO niet mogelijk is. Daarom is gekozen om eisen te stellen aan de aanbieders van producten.
Komende maanden moet de regeling worden uitgewerkt. Dan zal blijken in hoeverre de regeling ook voor de Nederlandse rundvleessector gevolgen heeft. Van Dongen verwacht niet dat de nieuwe regeling de internationale rundvleeshandel sterk gaat beïnvloeden. Daarvoor is het volume dat de EU afneemt te gering.
Lees ook: Nevedi positief over gelijk Europees speelveld voor soja-import
Medeauteurs: ANP en Carolien Kloosterman