Jan Willem Erisman. Foto: Roel Dijkstra
In dit artikel
Verandering van systeem kan ook leuk zijn, betoogt Leids hoogleraar Jan Willem Erisman.
We kennen hem vooral nog als ‘stikstofprofessor’. Sinds maart is hij voorzitter van de Wetenschappelijk Klimaatraad. Hij is daarmee de belangrijkste adviseur over het klimaatbeleid van de regering.
In het AD benadrukt hij om door te pakken op klimaatbeleid. In zijn optiek mag de Tweede Kamer volgende week het klimaatbeleid niet als controversieel aanmerken. Het is zomaar 2050. Nederland moet dan klimaatneutraal zijn. We moeten nu samen werken aan verandering van het systeem, stelt hij.
Perspectief bieden
Die verandering betreft ons koopgedrag, vervoer, consumptiepatroon et cetera. Eigenlijk alles. En dat is nog niet zo eenvoudig. In die aanpak moeten gedragswetenschappers meedenken. Het helpt niet om aldoor doemscenario’s te schetsen. Angst is een slechte raadgever. Erisman pleit er juist voor om perspectief te bieden. Het beleid moet zodanig zijn dat mensen stappen kunnen maken.
Ontwikkeling van kweekvlees en vleesvervangers
De landbouw kan volgens hem ‘vrij gemakkelijk’ de doelen van 2030 halen, maar de route naar 2050 wordt moeilijk. Hij adviseert dan ook om bij elke investering alvast aan 2050 te denken. In het beleid – verdergaande schaalvergroting of juist extensivering – hoort ook een plan voor het platteland. Volgens hem onderschat de landbouw de ontwikkeling van kweekvlees en vleesvervangers nog.
Geen doemscenario’s dus van de klimaatadviseur, maar een dwingende boodschap én de oproep tot een route met perspectief. Deze verhulde kritiek verpakt in een advies kan Den Haag wel gebruiken.
