Franse regering zet voedingsbedrijven onder druk voor prijsverlaging

Unilever, Nestlé en PepsiCo, dat zijn de belangrijkste grote voedingsproducenten die weigeren om hun prijzen voldoende te verlagen. “Juist die grote multinationals spelen het spel niet mee”, stelt de Franse minister van economische zaken Bruno le Maire, waarmee hij zijn eerdere waarschuwing dat hij de schuldigen aan de voedselcrisis zal ‘namen and shamen’ waarmaakt.

Ondanks alle beloften is de voedselinflatie in Frankrijk in augustus uitgekomen op 11,1%

Le Maire heeft vorige week opnieuw de belangrijkste supermarkten en voedingsbedrijven in zijn land bijeen geroepen om hen op het hart te drukken dat ze serieus werk moeten maken van het verlagen van hun prijzen. “Ik heb maar één doel: versnellen van de prijsverlagingen.” Le Maire kreeg dit voorjaar van de 75 grootste voedingsleveranciers in zijn land de toezegging dat ze de prijzen zo snel mogelijk zouden aanpassen aan de inmiddels gedaalde kosten voor grondstoffen, energie en transport. Maar ondanks al die beloften, inclusief een ‘anti-inflatoir mandje met eerste levensbehoeften’, is de voedselinflatie in Frankrijk in augustus uitgekomen op 11,1%. Dat is weliswaar minder dan de 12,7% in juli, maar nog altijd veel te hoog in de ogen van veel Franse gezinnen én de regering.

Dienst moet controleren

“We hebben ze daarom op het matje geroepen. Veel fabrikanten zitten op het juiste spoor, maar dat geldt niet voor allemaal en het gaat ook lang niet snel genoeg”, aldus le Maire. Hij gaat nu ook zo ver dat hij de prijs van 5.000 producten wil bevriezen. “Winkeliers of fabrikanten kunnen die prijs zo houden of verlagen maar niet verhogen. Dat is een verplichting die nu onmiddellijk ingaat. Ik heb de controledienst opdracht gegeven daar scherp toezicht op te houden.” De regering wil verder dat winkelbedrijven en hun leveranciers de jaarlijkse onderhandelingen over de ‘nieuwe prijzen’ die normaal lopen van december tot maart naar voren halen. Dan kunnen nieuwe – lagere – prijzen uiterlijk op 1 januari worden ingevoerd.

Prijsgeweld over rug van boeren

Om eerlijk te zijn: Le Maire heeft aan de andere kant ook een paar pluimen uitgedeeld. Zo heeft de fabrikant van pasta Barilla de gedaalde prijzen van tarwe dit voorjaar al direct doorgegeven en heeft ook oliefabrikant Groupe Avril de verkoopprijzen in zijn ogen tijdig en voldoende verlaagd. Maar de grote boerenorganisaties vrezen dat al dat prijsgeweld over de ruggen van hun leden gaat. “De Franse landbouw mag niet de aanpasbare variabele sluitpost worden bij al die onderhandelingen”, zegt Arnaud Rousseau, bestuursvoorzitter van Avril maar sinds kort ook van de boerenkoepel FNSEA. ”De laatste tien jaar heeft de deflatie in de landbouw tot een ernstige verarming van de sector geleid. Er zijn grote spelers die belangrijke marges weten te behalen. Bij deze gemeenschappelijke inspanningen moet voorop staan dat dit niet over de ruggen van de boeren gaat.” Rousseau dringt er daarom bij de minister op aan ook de boeren uit te nodigen bij het prijsoverleg. Dominique Chargé, voorzitter van de kleinere boerenbond Coopération agricole, voegt daar aan toe: “Een verlaging van de prijzen mag niet ten koste gaan van de boer. Onze productiekosten zijn weliswaar hier en daar iets gedaald, maar blijven nog steeds op een hoog niveau. Mijn eigen stallen voor biologische kippen staan leeg omdat er geen markt voor is. We moeten de concurrentiekracht fors opvoeren om de agrarische producten te kunnen leveren die de markt vandaag de dag vraagt.‘’