Jongvolwassenen eten gevarieerder en ook meer plantaardig

Jongvolwassenen (18-35) staan het meest open voor plantaardig eten. Toch blijft vlees wel de voorkeur behouden. Dat blijkt uit de Agrifoodmonitor van Wageningen Universiteit & Research.

De groep jongvolwassenen staat meer open voor plantaardig dan de gemiddelde Nederlandse consument. Jongvolwassenen vervangen vlees, vis, zuivel en kaas vaker voor een plantaardige variant zoals sojamelk of tofu. Ze zijn positiever over de verschuiving van dierlijk naar plantaardig, dan oudere consumentengroepen.

Sociale norm

Waarom staan jongvolwassenen hier meer voor open? Ze zien een plantaardig eetpatroon als milieuvriendelijker, gezonder, sociaal geaccepteerder en goedkoper dan de gemiddelde consument. Daarnaast eten jongeren gevarieerder dan de gemiddelde Nederlander. 33% van de jongvolwassenen geeft aan nog nooit een vleesvervanger te hebben geconsumeerd, tegenover meer dan 50% van de gemiddelde Nederlanders. Daarnaast voelen jongvolwassenen ook vaker een morele verplichting om plantaardig te eten. 70% van de ondervraagden geeft aan dit te voelen. Consumenten met een hoge morele verplichting eten vaker plantaardig.

Minder frequent vlees eten

Strategieën om consumenten plantaardiger te laten eten, waarderen jongvolwassenen meer. Kleinere porties vlees en met een keurmerk zijn goede manieren volgens de ondervraagden. Ook minder frequent vlees consumeren is een strategie waar jongeren voor open staan. Zowel jongvolwassenen als andere groepen zien vooral een rol voor de overheid en bij zichzelf om minder dierlijk te consumeren.

Voorgaande editie

In de voorgaande editie van de Agrifoodmonitor trokken de onderzoekers de conclusie dat consumenten wel plantaardiger willen consumeren, maar niet goed wisten hoe.