Skip to content

Voedselproducent krijgt groene industriepolitiek voor de kiezen

Zowel boeren als hun verwerkers produceren voor de wereldmarkt, verduurzamen willen ze wel, maar prijzen ze zichzelf dan niet uit de markt? Vier politici buigen zich over de groene wensen voor de industrie tijdens een verkiezingsdebat in Nieuwspoort.

Updated on:
Nieuws
Sustainable food
groene industriepolitiek

Verkiezingsborden voor Tweede Kamerverkiezing in Groningen. Foto ANP

De productie van levensmiddelen moet en kan duurzamer, vindt het bedrijfsleven zelf. Met de verkiezingen op komst, vragen rechtse politici zich hardop af of linkse vergroeningseisen bedrijven niet wegjagen.

Zowel boeren als hun verwerkers produceren voor de wereldmarkt, verduurzamen willen ze wel, maar prijzen ze zichzelf dan niet uit de markt? Vier politici buigen zich over de groene wensen voor de industrie tijdens een verkiezingsdebat in Nieuwspoort. Het debat is op initiatief van FNLI, de branchevereniging voor voedselproducenten. Zowel GroenLinks/PvdA als de VVD tonen zich voorstander van ‘groene industriepolitiek’. Oftewel: beleid om bedrijven met zachte (of minder zachte) hand te bewegen tot het gebruik van minder fossiele brandstoffen en/of efficiënter om te gaan met grondstoffen.

Elektrificeren van de industrie

“De overheid hobbelt per definitie achter het bedrijfsleven aan”, ziet Thom van Campen, onder andere als het gaat om het elektrificeren van de industrie. Bedrijven willen wel verduurzamen door over te stappen op elektrische machines, maar het elektriciteitsnet is daarvoor (nog) niet geschikt. Dat komt volgens Joris Thijssen van GroenLinks/PvdA omdat de overheid geen échte keuzes maakt. “De regering moet nadenken over wat voor land we in pakweg 2040 willen hebben. En dan terug redeneren naar wat we daarvoor nu nodig hebben. Waar willen we wat voor soort bedrijven hebben? Als we willen dat bedrijven overstappen op waterstof, moeten we nu het waterstofnetwerk uittekenen naar welke bedrijven dat nodig hebben.”

Straffen en belonen van ondernemers

Het is wat Van Campen betreft niet aan de politiek om dat te bepalen ‘als liberaal word ik daar kriebelig van’. De VVD’er ziet wel iets in het straffen en belonen van ondernemers, zowel in de industrie als in de agrarische sector: “Als politiek moeten we onze rol kennen, als liberaal wil ik niet uittekenen wat ondernemers moeten doen. Maar we kunnen wel boeren belonen als ze ammoniak reduceren en vervuiling bestraffen.” De groene voornemens zijn volgens BBB überhaupt geen goed idee. “Elke kop op Europese wetgeving jaagt ondernemers het land uit”, verwacht Henk Vermeer van BBB. “De realiteit is dat supermarkten of andere bedrijven gewoon ergens anders kunnen gaan inkopen als de producten uit Nederland te duur zijn.”

Aansluiten bij de top van de duurzame bedrijven

Toch vindt D66 dat Nederland z’n verantwoordelijkheid moet nemen, maar dat het niet voor iedereen goed nieuws is, ziet de partij ook. “Niet elk bedrijf kan dit meemaken”, aldus Tjeerd de Groot. “Dus zullen we ze moeten uitdagen om zich aan te sluiten bij de top van de duurzame bedrijven.” Wat hem betreft wordt de voedingsindustrie onderschat. “De politiek moet niet de rode lantaarn vasthouden voor het bedrijfsleven. We moeten ze niet pamperen.”

Aan het eind van het debat kwam het Landbouwakkoord nog even ter sprake. FNLI-voorman Cees-Jan Adema vindt het wel een goed idee om de afspraken die daarin stonden, nieuw leven in te blazen. Daar zag D66’er De Groot niks in: ‘Echt niet’.

Snel delen

Afbeelding
Lydia van Rooijen

Voormalig redacteur